Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Zeelandsedreef te Schaijk
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1685.bpschzeelandse2010-VG01

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving
 
7.1.1 Algemeen
 
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.    woningen, al dan niet in combinatie met niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroepen en bedrijven en /of mantelzorg;
b.    water en waterhuishoudkundige doeleinden;
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven en overeenkomstig de in opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
 
7.1.2 Nadere detaillering van de bestemming
 
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 7.1.1: 
  1. Niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit
In een woning of een bijgebouw bij een woning mag ook een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit worden uitgeoefend als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woonbebouwing tot een maximum van 80m².
  2. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer.
  3. Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.
  4. Opslag vindt uitsluitend inpandig plaats.
  5. Detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt aan en in direct verband met het aan huis verbonden beroep.
  6. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
  7. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
  8. De activiteit mag uitsluitend worden uitgeoefend in bedrijfscategorie 1 of 2 van de in de bijlage opgenomen Staat van inrichtingen of een daarmee qua milieuhinder en uitstraling vergelijkbare activiteit.
  1. Aantal woningen
Voor het aantal woningen geldt het volgende:
  1. Per bestemmingsvlak is maximaal één woning toegestaan met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding sba-bns op de verbeelding geen woning wordt toegestaan. Om ter plaatse van de aanduiding sba-bns één woning toe te staan op het betreffende bestemmingsvlak is een ontheffing, zoals opgenomen in artikel 7.3.2, noodzakelijk. Na verlening van de ontheffing zijn de bouwregels zoals opgenomen in artikel 7.2 van toepassing.
  1. Mantelzorg
Gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van mantelzorg is uitsluitend toegestaan via ontheffing als opgenomen in 7.5.1.
7.2 Bouwregels
 
7.2.1 Toegestane bebouwing
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
 
7.2.2 Inhoud
Met betrekking tot de inhoud van woningen gelden de volgende regels:
  1. de inhoud van een woning bedraagtmaximaal de met de aanduiding ‘maximale inhoud’ aangegeven inhoud ;
  2. aangebouwde bijgebouwen tellen voor wat betreft de inhoud van de woning niet mee;
  3. indien de bestaande inhoud van een woning meer bedraagt dan de met de aanduiding ‘maximale inhoud’ aangegeven inhoud, mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan de bestaande inhoud;
7.2.3 Maarvoering en situering hoofdgebouwen
Met betrekking tot de maatvoering en situering van hoofdgebouwen dient aan het volgende te worden voldaan:
  1. hoofdgebouwen worden binnen het bestemmingsvlak gebouwd;
  2. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte;
  3. de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot;
  4. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
  5. het hoofdgebouw wordt voorzien van een kap met een dakhelling van ten minste 20° en ten hoogste 65°;
  6. afstand tot de perceelsgrens, minimaal 3 meter;
  7. afstand tot de as van de weg, minimaal 20 meter;
7.2.4 Maatvoering en situering bijgebouwen
Met betrekking tot de maatvoering en situering van bijgebouwen dient aan het volgende te worden voldaan:
  1. bijgebouwen worden binnen het bestemmingsvlak gebouwd;
  2. de goothoogtebedraagt ten hoogste 3 meter;
  3. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 6 meter;
  4. de oppervlakte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 80 m².
7.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Met betrekking tot de maatvoering en situering van bouwwerken, geen gebouw zijnde dient aan het volgende te worden voldaan:
  1. bouwhoogte erfafscheidingen ten hoogste 2 meter;
  2. bouwhoogte van carports c.q. overkappingen ten hoogste 3 meter;
  3. bouwhoogte van palen en masten ten hoogste 4 meter.

7.2.6 Herbouw
Aanvullend gelden voor de herbouw van bestaande woningen de volgende voorwaarden;
  1. De herbouw vindt grotendeels plaats op de plaats van de (voor zover aanwezige) bestaande fundamenten van de woning;
  2. De voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn van de woning;
  3. De bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en).
7.3 Ontheffing van de bouwregels
 
7.3.1 Ontheffing met betrekking tot herbouw
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 7.2.6 onderde leden a en b, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1. de nieuwe situering van de woning is een duidelijke ruimtelijke verbetering (bijvoorbeeld door sloop van overtollige bijgebouwen, verminderde oppervlakte bebouwing, nabij een andere woning, passende vormgeving en landschappelijke inpassing);
  2. de nieuwe situering van de woning is stedenbouwkundig, verkeerskundig en milieukundig aanvaardbaar;
  3. er dient sprake te zijn van (zekerheidsstelling omtrent de) sloop van de bestaande woning;
  4. herbouw van gesplitste boerderij(woningen) is niet toegestaan;
  5. door de herbouw wordt het landelijk karakter van het gebied niet onevenredig aangetast;
  6. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiend uit milieuregelgeving;
  7. er moet voldaan worden aan de Wet geluidhinder;
  8. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  9. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
7.3.2 Ontheffing met betrekking tot het aantal woningen
Burgemeester en wethouders zullen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 6.1b onder lid a en toestaan dat er ter plaatse van de aanduiding sba-bns één woning opgericht mag worden, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. alle opstallen en verhadingen op het perceel kadastraal bekend gemeente
    Schaijk, sectie K, nummer 493 (SCH03K 493) dienen gesloopt cq. verwijderd te zijn;
  2. het slopen cq. verwijderen dient te geschieden op basis van de wettelijke
    voorschriften;
  3. dat na verlening van deze ontheffing de bouwregels zoals opgenomen in artikel
    6.2 van toepassing zijn.
7.4 Specifieke gebruiksregels
 
7.4.1 Strijdig gebruik
In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en /of opstallen voor:
  1. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  2. een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
  3. voor de uitoefening van een escortbedrijf en/of seksinrichting;
7.5  Ontheffing van de gebruiksregels
 
7.5.1Ontheffing Mantelzorg in afhankelijke woonruimte
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 7.2.1 onder c en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1. Een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  2. Er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
  3. Er wordt voldaan aan milieuwet en –regelgeving;
  4. De afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane bijgebouwen, waarbij ten behoeve van mantelzorg niet meer dan 100 m² mag worden gebruikt;
  5. De afstand van het bijgebouw tot de woning bedraagt niet meer dan 15 meter.