Plan: | Akkerwinde fase 2 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1685.bpuwsch2016akkerw-OW01 |
onder het plan wordt verstaan het 'Uitwerkingsplan Akkerwinde fase 2' met identificatienummer
NL.IMRO.1685.bpuwsch2016akkerw-OW01 van de gemeente Landerd;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van 3 of meer aaneen gebouwde woningen;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat door zijn ligging, constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
aangeduide lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;
een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende, dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing.
een grenslijn tussen bouwpercelen onderling;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen, alsmede door garages geschakelde woningen waarbij het hoofdgebouw aan één zijde op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mag worden;
de op de plankaart als zodanig aangegeven lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
een woning die vrijstaand gebouwd is en geen onderdeel uitmaakt van een blok twee of meer aaneen gebouwde of gestapelde woningen;
indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in artikel 3.3.1 is niet van toepassing voor zover het betreft:
De voor 'Verkeer – Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
op de in artikel 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving worden gebouwd.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in artikel 4.3.1 is niet van toepassing voor zover het betreft:
De op de plankaart voor Woongebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Tabel 1: Bouwregels voor hoofdgebouwen (woningen) in geval geen nadere aanduiding is weergegeven:
Maatvoeringseisen | Vrijstaande woning | Twee-aaneen woning | Aaneenge-bouwde woning | Patiowoning |
maximale diepte | 13 meter | 13 meter | 13 meter | diepte bouwperceel |
minimale inhoud | 300 m³ | 300 m³ | 300 m³ | 300 m³ |
minimale breedte | 6 meter | 4,5 meter | 4,5 meter | 4,5 meter |
maximale goothoogte | 6 meter | 6 meter | 6 meter | 6 meter* |
maximale bouwhoogte | 11 meter | 11 meter | 11 meter | 11 meter* |
maximale gevelbreedte | 25 meter | - | - | - |
Situeringseisen | ||||
minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens | 3 meter aan één zijde en 1 meter aan de andere zijde | 3 meter aan één zijde | - | - |
minimale afstand uit de naar de weg toegekeerde voorste perceelsgrens | 3 meter | 3 meter | 1 meter | 1 meter |
minimale afstand tot achterste perceelsgrens | 5 meter | 5 meter | 5 meter | - |
* = met dien verstande dat de maximale goot- en bouwhoogte slechts zijn toegestaan over een diepte van maximaal 13 meter gemeten vanaf de voorgevel van de patiowoning en dat voor de overige gronden van het bouwperceel een maximale goothoogte van 3,25 meter en bouwhoogte van 6 meter geldt.
Tabel 2: Bouwregels voor bijgebouwen:
Maatvoeringseisen | Eis |
totale maximale oppervlakte aan bijgebouwen per bouwperceel | 70 m² |
maximale oppervlakte vrijstaand bijgebouw | 40 m² |
maximale goothoogte vrijstaand bijgebouw | 3,25 meter |
maximale goothoogte aangebouwd bijgebouw | hoogte eerste bouwlaag hoofdgebouw + 0,5 meter |
maximale bouwhoogte | 6 meter |
maximale breedte aan de zijgevel aangebouwd bijgebouw | 4 meter |
maximale breedte aan de achtergevel aangebouwd bijgebouw | breedte hoofdgebouw |
Situeringseisen | |
minimale afstand tot voorgevelrooilijn / voorgevellijn van hoofdgebouw | 3 meter |
minimale afstand van vrijstaand bijgebouw tot hoofdgebouw | 3 meter |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
De nadere eisen als bedoeld in artikel 5.1 mogen slechts worden gesteld ten aanzien van de basiseisen als gesteld in dit artikel en het stellen van basiseisen noodzakelijk is ter voorkoming van onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omgevingsvergunning te verlenen om af te wijken van het bepaalde in artikel 5.2.2 sub b voor de bouw van een bijgebouw of overkapping op minder dan 3 meter van de voorgevellijn dan wel geheel of gedeeltelijk voor de voorgevelrooilijn, onder de volgende voorwaarden:
Het bepaalde in artikel 5.5.1 is niet van toepassing voor zover het betreft:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omgevingsvergunning te verlenen om af te wijken van het bepaalde in artikel 5.5.1 sub b en sub e voor de uitoefening van aan huis gebonden beroepsmatige activiteiten in het hoofdgebouw of een bijgebouw onder de voorwaarden dat:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor een gasleiding.
Het is verboden op of in deze gronden (hoofd) gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde te realiseren.
Voor zover de in het uitwerkingsplan aangegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden:
Burgemeester en wethouders kunnen omgevingsvergunning te verlenen om af te wijken van het bepaalde in 6.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
Het verbod als bedoeld in 6.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omgevingsvergunning te verlenen om af te wijken van het bepaalde in 8.1.2 sub c. voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat:
Alvorens de gronden in gebruik genomen worden voor de doeleinden als bedoeld in artikel 4.1 a t/m d en artikel 5.1 sub a, b en c dient voldaan te worden aan de volgende voorwaarden:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, ondergeschikte delen van (koel)installaties, schoorstenen, gevel-, goot- en kroonlijsten, luifels, erkers, entrees, stoeptreden, dorpels, dakkapellen, balkons, borstweringen, zonnepanelen en overstekende daken en soortgelijke bouwdelen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwhoogten, bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 2 m¹ bedraagt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemming 'Leiding – Gas' te wijzigen, voor zover:
Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid, een bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen en bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid die onderdeel uitmaken van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Bij het verlenen van een aanlegvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in artikel 3.18 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het uitwerkingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het uitwerkingsplan 'Akkerwinde fase 2' van de gemeente Landerd.