direct naar inhoud van Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Benedeneind NZ 430a
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.01BenedenNZ430a-OB01

Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een kampeerterrein met niet-permanente standplaatsen voor kampeermiddelen en permanente standplaatsen voor ten hoogste 45 stacaravans met bijbehorende voorzieningen zoals sanitaire voorzieningen, speelruimten en opslagruimten;

alsmede voor:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast': een bed & breakfast voorziening voor ten hoogste 12 gastenverblijven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie': dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van een midgetgolfterrein, een kleinschalig informatiecentrum en een kleinschalige horecagelegenheid ten behoeve van de campinggasten, de bed & breakfast en dagrecreanten;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, speeltoestellen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen;

met dien verstande dat:

  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning is toegestaan bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het terrein.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Kampeerterrein

Voor het kampeerterrein gelden de volgende bouwregels:

  • a. een stacaravan heeft een oppervlak van ten hoogste 70 m2;
  • b. een stacaravan heeft een bouwhoogte van ten hoogste 4 m en een goothoogte van 3 m;
  • c. de onderlinge afstand tussen stacaravans en/of kampeermiddelen bedraagt minimaal 3 m;
  • d. een bijgebouw bij/per stacaravan heeft een oppervlak van ten hoogste 15 m2 en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m
  • e. het gezamenlijk oppervlak van de overige gebouwen bedraagt ten hoogste 200 m2 met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.

3.2.2 Bed & Breakfast

Voor de bed & breakfast gelden de volgende bouwregels:

  • a. de bed & breakfast dient gerealiseerd te worden in één aaneengesloten hoofdgebouw met een oppervlak van ten hoogste 550 m2;
  • b. het hoofdgebouw heeft een bouwhoogte van ten hoogste 6 m en een goothoogte van ten hoogste 3 m.
  • c. in het hoofdgebouw zijn ten hoogste 12 gastenverblijven toegestaan met elk een oppervlak van ten hoogste 40 m2.

3.2.3 Bedrijfswoning

Voor de bedrijfswoning gelden de volgende bouwregels:

  • a. binnen de aanduiding 'bedrijfswoning' is ten hoogste één woning toegestaan;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) bedraagt ten hoogste 600 m3;
  • c. de bouwhoogte van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 10 m;
  • d. de goothoogte van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 3,5 m;
  • e. bij de woning mogen bijgebouwen worden gebouwd met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 50 m2, een bouwhoogte van ten hoogste 6 m en een goothoogte van ten hoogste 3 m.

3.2.4 Dagrecreatie

Voor de gebouwen ten behoeve van de dagrecreatieve voorzieningen gelden de volgende bouwregels:

  • a. het gezamenlijk oppervlak van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 275 m2;
  • b. de gebouwen hebben een bouwhoogte van ten hoogste 6 m en een goothoogte van ten hoogste 3 m.

3.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bouwregels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt voor de voorgevel ten hoogste 1 m en achter de voorgevel ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogte 3 m.

3.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen aan de situering, de verhouding breedte-diepte, de nokrichting en de dakvorm van gebouwen, teneinde aldus zeker te stellen dat gebouwen groter dan 6 m2, aansluiten op de in het gebied voorkomende bouwvormen en passen in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving. Daarbij wordt rekening gehouden met de reeds aanwezige bebouwing in de omgeving en de oriëntatie van de voorgevels.

3.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3 sub d teneinde de maximum goothoogte van de woning te verhogen tot maximaal 4,5 m, met dien verstande dat:
    • 1. de verhoging van de goothoogte dient te passen in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.
  • b. Het bevoegd gezag kan afwijken van de maximale inhoudsmaat van de woning, met dien verstande dat:
    • 1. de inhoud niet meer mag bedragen dan 750 m3;
    • 2. een woning met een inhoud van 750 m3 past binnen de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.
  • c. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 teneinde de maximum goot- en bouwhoogte van bijgebouwen en overige gebouwen te verhogen, de afwijkingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien de verhoging:
    • 1. noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering of zorgt voor een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit;
    • 2. past in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het gebruik van bijgebouwen en stacaravans als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan;
  • b. het gebruik van bed & breakfast kamers voor permanente bewoning is niet toegestaan.