Plan: | Benedeneind NZ 430a |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0331.01BenedenNZ430a-OB01 |
Ontwerp Provinciaal ruimtelijke structuurvisie en Provinciale ruimtelijke verordening (2012)
Op de bouw van een nieuwe bedrijfswoning in het buitengebied is het provinciale ruimtelijke beleidskader van toepassing. In het ontwerp Provinciale ruimtelijke verordening van de provincie Utrecht staat het volgende beschreven over nieuwe woningen in bebouwingslinten.
Artikel 4.4 Bebouwingsenclaves en -linten
Toelichting Artikel 4.4 Bebouwingsenclaves – en linten
Tweede lid, onder a: Voor kwaliteitsverhoging bestaan verschillende mogelijkheden. Binnen bestaande bouwkavels kan worden gedacht aan herstel van waardevolle bebouwing, afbraak van storende bebouwing, sanering van storende functies in samenhang met vestiging van gewenste functies. Op naastgelegen onbebouwde kavels kan worden gedacht aan herstel van waterlopen en landschapsstructuren, herstel van doorzichten en dergelijke. De grootte en verschijningsvorm van de nieuwbouw moet passen binnen het omringende landschap en de bestaande bebouwing. Cultuurhistorische waarden worden niet onevenredig aangetast en de inhoud van de woning moet aansluiten bij de omliggende bebouwing.
Derde lid: Een beeldkwaliteitsparagraaf bevat in ieder geval een analyse van de bestaande kwaliteiten, een onderbouwing op welke wijze de beoogde ontwikkeling bijdraagt aan die kwaliteiten en op welke wijze dit in de regels van het ruimtelijk plan is verankerd.
In de provinciale verordening worden de volgende begrippen als volgt gedefinieerd:
Hieruit blijkt dat de bouw van een nieuwe bedrijfswoning in bebouwingslinten buiten de rode contour (zoals de Benedeneind NZ) mogelijk is, mits sprake is van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
Structuurvisie Nationale Landschappen (2009)
De ontwerp-Structuurvisie voor de Nationale Landschappen is vastgesteld op 15 december 2009. Dit is een gedeeltelijke herziening van de (integrale) Structuurvisie 2005-2015. Deze Structuurvisie vult het ruimtelijk beleid uit de structuurvisie 2005-2015 aan voor de Nationale Landschappen Arkemheen-Eemland, Groene Hart, Nieuwe Hollandse Waterlinie, Rivierengebied en Stelling van Amsterdam. De structuurvisie gaat over de onderwerpen: begrenzing, kernkwaliteiten van het landschap en 'migratiesaldo nul' (regels voor woningbouw).
De locatie Benedeneind NZ 430a is gelegen in het Nationaal Landschap Groene Hart. De drie Groene Hartprovincies onderscheiden vier kernkwaliteiten voor het Groene Hart:
Behoud, versterking en ontwikkeling van deze kernkwaliteiten is uitgangspunt van beleid en dus van ruimtelijke ontwikkelingen in het Groene Hart. De vier kernkwaliteiten van het Groene Hart zijn een bundeling van alle kwaliteiten die het Groene Hart kent.
Het plangebied is gelegen in het deelgebied 'Waarden en Venen'. Voor het deelgebied de Waarden en de Venen geldt het algemene beleid zoals verwoord voor het gehele Groene Hart. Voor de kernkwaliteiten is er een nadere uitwerking:
"Behoud, herstel en ontwikkeling van het karakteristieke veenweidelandschap staat centraal. Openheid is ook een belangrijke waarde in deze gebieden waar de cultuurhistorie nog goed zichtbaar is. In grote delen heerst rust en stilte. Landbouw is de belangrijkste drager en beheerder van deze gebieden (m.n. melkveehouderij). Voor het behoud van de kernkwaliteiten is florerende landbouw dan ook een voorwaarde. Belangrijke delen van de Waarden en de Venen zijn kwetsbaar voor bodemdaling. Voor landbouwgebieden met veengronden die kwetsbaar zijn voor oxidatie bij bodembewerking wordt de mogelijkheid van ruwvoerteelten die gepaard gaan met bodembewerking, zoals maïsteelt, uitgesloten via de Provinciale Ruimtelijke Verordening. Het scheuren voor graslandverbetering is wel toegestaan."
Bij de (her)inrichting van de camping wordt rekening gehouden met de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Groene Hart en het deelgebied Waarden en Venen. Vooral het (veen)-weidekarakter en de openheid van het landschap zijn belangrijke waarden die bij de inrichting van de camping in acht worden genomen.
Utrechters er op uit! (2011)
Het hoofddoel van het onderzoek was om inzicht te verkrijgen in de (on)mogelijkheden van de huidige en geplande recreatievoorzieningen en -routes rondom de stad Utrecht om de recreatiedruk op te vangen. Tevens inzicht te krijgen in eventuele benodigde toevoegingen aan of veranderingen in het huidige aanbod om beter aan de behoefte van de Utrechtse stedeling te kunnen voldoen.
De behoefte aan recreatieactiviteiten in het groen om de stad zal blijven bestaan. Wandelen en fietsen zullen naar verwachting de meest populaire activiteiten voor buitenrecreatie blijven. De Utrechtse bevolking neemt toe en de kwantitatieve recreatiebehoefte lijkt evenredig mee te groeien. Wat betreft de kwalitatieve behoefte, is met name de groei van de groep alleenstaanden van invloed op de toekomstige recreatieve behoefte. Daarnaast speelt ook de toenemende behoefte aan keuzevrijheid en afwisseling, waarbij de pret-factor een steeds belangrijkere rol gaat spelen. Momenteel worden in het kader van ROdS al groene gebieden rondom de stad ontsloten voor recreanten. Hiermee wordt voor een deel tegemoet gekomen aan de behoefte. Bij uitvoering van alle geplande ROdS gebieden, wordt aan het recreatief tekort in de toekomst voor een groot deel tegemoet gekomen. Echter, het huidige aanbod zal de toenemende behoefte als gevolg van de bevolkingsgroei niet geheel ondervangen. Uit paragraaf 6.2 komt naar voren dat met name voor wandelen nog het nodige moet worden ontwikkeld. Ook de recreatieve druk vanuit de omliggende gemeenten, die wel sterker vergrijzen, zal toenemen. Wanneer de volledige aanleg van ROdS (800ha) zoals gepland doorgang vindt, zal de extra aandacht zich de komende jaren vooral op de kwalitatieve behoefte moeten richten.
De camping is gelegen in diverse recreatieve routestructuren door de provincie Utrecht. De verwachting is dat wandelen en fietsen de meest populaire activiteiten blijven. Dit is gunstig voor de te ontwikkelen horecagelegenheid en midgetgolfbaan, aangezien deze zich richt op passerende wandelaars en fietsers. Daarnaast draagt de verbreding van de camping bij aan de diversiteit van het recreatieve aanbod in de provincie.