direct naar inhoud van 4.3 Bodem
Plan: Benedeneind NZ 430a
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.01BenedenNZ430a-OB01

4.3 Bodem

Beleid en Normstelling

Op grond van het Bro dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Voor een nieuw geval van bodemverontreiniging geldt, in tegenstelling tot oude gevallen (voor 1987), dat niet functiegericht maar in beginsel volledig moet worden gesaneerd. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur te worden gerealiseerd op bodem die geschikt is voor het beoogde gebruik.

Onderzoek en conclusie

Uit het Bodemloket (www.bodemloket.nl) blijkt dat ter plaatse van het plangebied een historische activiteit bekend is die mogelijk heeft geleid tot bodemvervuiling. Om dit nader te onderzoeken is een milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 6. Hieronder zijn de conclusies van dit onderzoek opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0331.01BenedenNZ430a-OB01_0004.png"

Figuur 4.1 Bodemverontreiniging (bron: www.bodemloket.nl)

Uit het onderzoek blijkt dat de bodem plaatselijk licht is verontreinigd met zware metalen en met minerale olie en plaatselijk sterk is verontreinigd met PAK en niet is verontreinigd met de overige onderzochte zware metalen en PCB’s. Bij de nadere uitwerking van de bouwplannen voor de woning en de bed & breakfast is, afhankelijk van de gekozen locaties, nader bodemonderzoek noodzakelijk. In het kader van het bestemmingsplan is de milieuhygiënische bodemkwaliteit in afdoende mate vastgesteld.