Plan: | Lopikerweg Oost 98b en 99 Lopik |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0331.01LpkerwegO98ben99-VO01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "Lopikerweg Oost 98b en 99 Lopik" met identificatienummer NL.IMRO.0331.01LpkerwegO98ben99-VO01 van de gemeente Lopik;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit de oude tijden;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming, wenselijk is;
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend;
bij gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan in werking is getreden;
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
elk bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde.
het in de open lucht tijdelijk opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan. Het gebruik van containers voor permanente opslag valt niet onder buitenopslag.
energievorm waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken. Bij de productie
van duurzame energie wordt geen gebruik gemaakt van fossiele brandstof;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw, dat op een bouwvlak door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een persoon of groep personen die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voeren;
de verhuur van onzelfstandige woonruimte in een permanent ter plaatse aanwezig gebouw,
geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde;
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
voorzieningen ten behoeve van wandelen, fietsen, vissen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van aanlegsteigers, picknickplaatsen, vissteigers, observatiepunten, informatieborden en banken;
De landschappelijke inrichting die als Bijlage 1 onderdeel van deze regels uitmaakt.
ondergeschikt bestanddeel van de totale omvang van een bedrijf of woning;
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
het bewaren van goederen, waaronder agrarische producten, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
recreatieve verblijven binnen de bestaande bebouwing;
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als Bijlage 2 onderdeel van deze regels uitmaakt;
amovering van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, inclusief de bestaande fundering;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-porno-grafische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie;
de gevel van een woning die naar aard en oriëntatie als belangrijkste beeldbepalende gevel kan worden aangemerkt;
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouden, niet zijnde een bijzondere woonvorm of kamerverhuur / logies voor meer dan drie personen inclusief de huishouding dan wel vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht;
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
De gronden op de kaart aangewezen voor Bedrijf zijn bestemd voor bedrijven behorende tot categorie 1 en 2 zoals opgenomen in de Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten
met dien verstande dat:
Op de gronden als bedoeld in 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen geldt het volgende:
Max. aantal per bouwvlak | Max. inhoud | Max. oppervlakte | Max. goothoogte | Max. bouwhoogte | |
Woningen (inclusief aanbouwen) | 1 tenzij anders op de plankaart aangegeven | 600 m3 | 3,5 m | 10 m | |
Bijgebouwen bij (per woning) | 50 m3 | 3 m | 6 m | ||
Overige gebouwen | 2095 m2 | 4,5 m | 10 m | ||
terreinafscheidingen | 2 m | ||||
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde | 3 m | ||||
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde ter plaatse van de aanduiding opslag | 4 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in 3.2 lid d, teneinde de maximumgoothoogte van woningen te verhogen tot maximaal 4,5 m, met dien verstande dat indien de vrijstellingsbevoegdheid wordt toegepast, de verhoging van de goothoogte dient te passen in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in 3.2 lid d, teneinde de maximumgoot- en bouwhoogte van bijgebouwen en overige gebouwen te verhogen. De vrijstellingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien de verhoging:
De op de kaart voor 'Verkeer - Erf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
en in beperkte mate voor:
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
Ter plaatse van de in 4.1 bedoelde gronden is het toegestaan om voertuigen en kampeermiddelen in- en uit de loods te rijden, evenals het daarbij noodzakelijk kortstondig parkeren.
Het is verboden de gronden te gebruiken dan wel te laten gebruiken in strijd met de in lid 4.1 gegeven bestemmingsomschrijving. Als verboden gebruik wordt in elk geval aangemerkt:
De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden.
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd waarvan de oppervlakte groter is dan 200 m2 en die leiden tot ingrepen in de bodem dieper dan 50 cm ten opzichte van maaiveld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de in 5.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in 5.3.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 5.3.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld in 5.3.1 te kunnen verlenen, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning aan het bevoegd gezag hieromtrent een schriftelijk advies van een archeologisch deskundige te overleggen.
Voor zover de in 5.3.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, niet vrijstaande bijbehorende bouwwerken, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
De bouwregels als bedoeld in regels hoofdstuk 2 zijn van overeenkomstige toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande, dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de verhouding breedte-diepte, de nokrichting en de dakvorm van gebouwen, teneinde aldus zeker te stellen dat gebouwen, groter dan 6 m², aansluiten op de in het gebied gebruikelijke bouwvormen en passen in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving. Daarbij wordt rekening gehouden met de reeds aanwezige bebouwing in de omgeving en de oriëntatie van voorgevels.
De rooilijn mag niet met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden overschreden, tenzij het betreft:
Buiten bouwvlakken mogen bruggen uitsluitend worden gebouwd met een maximale breedte van 6 m en indien zulks plaatsvindt ter plaatse van:
Als gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van:
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan teneinde de maximum goothoogte van (bedrijfs)woningen te verhogen tot maximaal 4,5 m, met dien verstande dat de verhoging van de goothoogte dient te passen in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan teneinde de maximum goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en overige gebouwen te verhogen, mits de verhoging:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het toestaan van een grotere inhoudsmaat van inpandige woningen, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het toestaan van een grotere inhoudsmaat van woningen, niet zijnde inpandige woningen, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het onderbrengen van een extra woning in monumenten en karakteristieke panden zoals opgenomen op de Cultuurhistorische Waardenkaart gemeente Lopik, dan wel diens rechtsopvolger, ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorische waarden', mits:
met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in Hoofdstuk 2 van deze regels ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van duurzame energie opwekking met een maximale bouwhoogte van 15 m, met dien verstande dat:
Voor het plangebied is van toepassing de 'landschappelijke inpassing van de bebouwing' overeenkomstig het advies d.d. juni 2019 van Mooi Sticht optie 1 zoals opgenomen in Bijlage 1 van de regels van het “bestemmingsplan Lopikerweg Oost 98b en 99 Lopik” dan wel een door burgemeester en wethouders goedgekeurde aanpassing daarvan, waarbij het volgende in acht moet worden genomen:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Lopikerweg Oost 98b en 99 Lopik”.