De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': de bestaande bedrijfswoning;
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehandel': tevens een veehandel;
ter plaatse van de aanduiding 'fruitteelt': tevens voor de uitoefening van een fruitteeltbedrijf;
water;
voet- en fietspaden en ontsluitingswegen.
3.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in artikel 3 lid 1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 8 meter;
ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' mag het aantal vierkante meters bebouwing binnen het bouwvlak niet meer bedragen dan aangegeven; binnen bouwvlakken zonder deze aanduiding geldt een bebouwingspercentage van 100%;
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
12 m voor hooibergen, krachtvoer-, kunstmest-, en ruwvoedersilo's;
3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelegen achter de naar de openbare weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw;
1 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.