Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Cabauwsekade 75 te Cabauw
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0331.04cabauwsekade75-WP01

4.2 Water

Het aspect water is van groot belang binnen de ruimtelijke ordening. Door verstandig om te gaan met het water kan verdroging en wateroverlast (waaronder ook risico van overstromingen e.d.) voorkomen worden en de kwaliteit van het water hoog gehouden worden.
Op Rijksniveau en Europees niveau zijn de laatste jaren veel plannen en wetten gemaakt met betrekking tot water. De belangrijkste hiervan zijn het Waterbeleid voor de 21e eeuw, de Waterwet en het Nationaal Waterplan.
 
Waterbeleid voor de 21e eeuw
De Commissie Waterbeheer 21ste eeuw heeft in augustus 2000 advies uitgebracht over het toekomstige waterbeleid in Nederland. De adviezen van de commissie staan in het rapport ‘Anders omgaan met water, Waterbeleid voor de 21ste eeuw’ (WB21). De kern van het rapport WB21 is dat water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf neemt. In het Waterbeleid voor de 21e eeuw worden twee principes (drietrapsstrategieën) voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd:
  • vasthouden, bergen en afvoeren: dit houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren wordt het water afgevoerd.
  • schoonhouden, scheiden en zuiveren: hier gaat het erom dat het water zoveel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste komt het zuiveren van verontreinigd water aan het bod.
Waterwet
Centraal in de Waterwet staat een integraal waterbeheer op basis van de ‘watersysteembenadering’. Deze benadering gaat uit van het geheel van relaties binnen watersystemen. Denk hierbij aan de relaties tussen waterkwaliteit, -kwantiteit, oppervlakte- en grondwater, maar ook aan de samenhang tussen water, grondgebruik en watergebruikers.
Het doel van de waterwet is het integreren van acht bestaande wetten voor waterbeheer. Door middel van één watervergunning regelt de wet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van Europese richtlijnen, waaronder de Kaderrichtlijn Water. Via de Waterwet gelden verschillende algemene regels. Niet alles is onder algemene regels te vangen en daarom is er de integrale watervergunning. In de integrale watervergunning gaan zes vergunningen uit eerdere wetten (inclusief keurvergunning) op in één aparte watervergunning.
 
Nationaal Waterplan
Op basis van de Waterwet is het Nationaal Waterplan vastgesteld door het kabinet. Het Nationaal Waterplan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, beschikbaarheid van voldoende en schoon water en de diverse vormen van gebruik van water. Het geeft maatregelen die in de periode 2009-2015 genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten. 
 
Beleid hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Waterstructuurvisie (2002)
Het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden beschikt over een waterstructuurvisie (WSV). De WSV bevat een langetermijnvisie  (voor 2050) en een middellangetermijnvisie (tot 2015). Deze visies moeten bijdragen aan een duurzaam waterbeheer. De ontwikkeling van duurzaam stedelijk waterbeheer, voor zowel bestaande als nieuwe ontwikkelingen, speelt een belangrijke rol. Het gaat dan in het bijzonder om schoon water schoonhouden en zolang mogelijk vasthouden, infiltreren, afkoppelen, daar waar mogelijk aanleggen van een verbeterd gescheiden riolering en het realiseren van voldoende waterberging.
 
Waterbeheerplan 'Water Voorop!' 2010-2015
Op 28 oktober 2009 heeft het hoogheemraadschap het Waterbeheerplan (WBP) 'Water Voorop!' voor de periode 2010-2015 vastgesteld.
In het WBP staat in grote lijnen het waterbeheer voor de komende zes jaar beschreven en bevat alle taakvelden van het waterschap, te weten: de zorg voor schoonwater, veilige dijken en droge voeten. Eveneens is opgenomen op welke wijze deze taakvelden tot uitvoering moeten worden gebracht binnen de leef- en werkomgeving van het beheersgebied in samenwerking met diverse andere organisaties.
Uiteraard wordt er in het WBP ingegaan op de ambities en doelen van het hoogheemraadschap voor de planperiode en hoe die te bereiken.
 
Watertoets
De ‘watertoets’ is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en op evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het is geen technische toets maar een proces dat de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. In de waterparagraaf worden de watertoets en de uitkomsten van een eventueel overleg opgenomen.
 
Watercompensatie
Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden beschrijft in haar Handboek Watertoets dat bij dergelijke plannen (met een verhard oppervlak kleiner dan 1 hectare) de inzet van het hoogheemraadschap vooral reactief is. Verder heeft het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden bepaald dat elke toename van verharding groter dan 500 m² gecompenseerd dient te worden.
 
Planspecifiek
Huidige situatie
In de bestaande situatie bestaat de verharding uit het woonhuis met bijgebouwen en overige verharding ten behoeve van de tuininrichting en de oprit. Het bouwblok heeft in de bestaande situatie een oppervlakte van circa 160 m². Binnen dit bouwvlak is 124 m² aan bebouwing gerealiseerd. Om het kavel heen zijn watergangen gelegen. Ten noorden van de locatie is de Lopikerwetering gelegen.
 
Toekomstige situatie
In de toekomstige situatie zal er op het perceel een nieuwe woning worden gebouwd. Het initiatief omvat naast het verleggen van het bouwblok eveneens het vergroten van het bouwblok. De oppervlakte van het bouwblok van het hoofdgebouw zal in de toekomstige situatie circa 176 m² omvatten. Volgens het vigerende bestemmingsplan is maximaal 71,5 m² aan bijgebouwen toegestaan.
 
Uitgangspunt, volgens het Hoogheemraadschap, is dat schoon hemelwater rechtsreeks dient te worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. In het bouwplan is hierin voorzien. Om het hemelwater schoon te houden worden geen uitlogende materialen als zink, lood en koper toegepast, op plaatsen waar deze materialen in contact komen met het hemelwater.
 
Het bouwplan voorziet niet in de aanleg van een kelder. Wanneer dit wel het geval is dient er een watervergunning aangevraagd te worden.
 
Compensatie
Omdat in onderhavig geval de toename aan verharding niet groter is dan 500 m² is compensatie niet noodzakelijk.  
 
Overleg hoogheemraadschap
In het geldende bestemmingsplan is ten behoeve van de Lopikerwetering een beschermingszone voor de waterkering opgenomen. Uit raadpleging van de digitale legger blijkt dat de beoogde ontwikkeling van de woning binnen de beschermingszone is gelegen. De roze zone geeft de ligging van het waterstaatwerk aan en de blauwe zone de ligging van de beschermingszone.
 
Uitsnede legger De Stichtse Rijnlanden
 
Het initiatief is per mail voorgelegd aan het hoogheemraadschap. In de mail van 29 maart 2011 laat het hoogheemraadschap weten dat de geplande werkzaamheden binnen de beschermingszone (de blauwe zone op bovenstaande afbeelding) zijn gesitueerd. Uit artikel 3.5 de Keur blijkt dat in deze zone het aanleggen van een kelder niet vergunningplichting voor zover het een waterkering betreft. In het geval er grondwater moet worden onttrokken, moeten de werkzaamheden worden goedgekeurd door het hoogheemraadschap. Er dient in dat geval een melding te worden gedaan van de geplande werkzaamheden. 
 
Op 9 november 2011 heeft het Hoogheemraadschap schriftelijk reageert op het wijzigingsplan. Dit heeft geleidt tot enkele tekstuele wijzigingen.