direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Wijzigingsplan Naast Dorp 1 te Polsbroek
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.06WPnaastdorp1-OB01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De eigenaar van de locatie naast de woning Dorp 1 te Polsbroek is voornemens twee woningen te bouwen. De gemeente wil hieraan haar medewerking verlenen. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan staat de bouw ervan alleen toe met een wijzigingsplan. Voorwaarde is dat het aspect geur geen probleem is. Dat is niet (meer) het geval. Dat is de reden om voorliggend wijzigingsplan te maken.

1.2 Ligging van het plangebied

Het plangebied is gelegen naast Dorp 1 te Polsbroek. Het zijn de meest westelijke kavels van de gemeente Lopik in dit dorp. Direct naast het plangebied ligt de gemeentegrens waarna de gemeente Vlist begint.

Op onderstaande kaart (linker afbeelding) is de locatie met een vierkantje globaal weergegeven. Op de luchtfoto (rechter afbeelding) zijn de gronden waar het om gaat goed te zien. Het zijn de akkergronden gelegen tussen bestaande bebouwing en de watergang in. In hoofdstuk 2 wordt verder ingegaan op de betrokken gronden en de omgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0331.06WPnaastdorp1-OB01_0002.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0331.06WPnaastdorp1-OB01_0003.png"  
Afbeelding: Globale ligging plangebied (Bron Google Maps)  

1.3 Geldend bestemmingsplan

Ter plaatse van het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Naast Dorp 1 te Polsbroek'. Dit plan is vastgesteld door de raad op 22 november 2011. In dat plan hebben de gronden van het onderhavige plangebied de bestemming 'Wonen' en 'Verkeer'. In dit plan was een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om de bouw van 2 woningen onder voorwaarden toegestaan. De afwijkingsprocedure kon alleen doorlopen worden als het aspect geur geen problemen veroorzaakt voor omliggende bedrijven en een goed woon- en leefklimaat voor de woningen aanwezig is.

Tegen het besluit van vaststelling van het bovengenoemde bestemmingsplan is beroep ingesteld bij de Raad van State. De zaak is op 11 december 2012 behandeld. Hieruit komt naar voren dat het betreffende bestemmingsplan van rechtswege blijft gelden, met dien verstande dat de afwijkingsmogelijkheid ('korte procedure') is veranderd naar een wijzigingsmogelijkheid ('uitgebreidere procedure') met voor het overige dezelfde voorwaarden.

Voor de beschrijving van de uitspraak van de Raad van State wordt verwezen naar bijlage 3 bij de toelichting. Volledigheidshalve is ook het vastgestelde bestemmingsplan en bijlagen van 'Naast Dorp 1 te Polsbroek' opgenomen in bijlage 4 en 5. De door de Raad van State bepaalde veranderingen zijn in rood aangegeven in dat plan.

Het voorliggend plan is het wijzigingsplan wat gebruikt maakt van de wijzigingsmogelijkheid in het geldende bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Beschrijving van het plan

In dit hoofdstuk wordt het plan zelf en de relatie tot de omgeving beschreven. Daarnaast wordt er een relatie gelegd tussen het beoogde initiatief en het geldend beleid. 

2.1 Het plan

Het plan bestaat er uit twee woningen te bouwen op gronden die nu nog gebruikt worden als akkergrond. Onderstaande afbeelding geeft schetsmatig de ligging van de beide hoofdmassa's aan. Onderstaande afbeelding maakt ook inzichtelijk dat de beide woningen niet per se gelijk van omvang en uiterlijk zijn (daarom zijn er verschillende 'blokjes' opgenomen). De definitieve bouwplannen worden ontwikkeld binnen de kaders van voorliggend wijzigingsplan. Die bouwplannen worden (uiteraard) ook afgestemd met welstand (zie ook http://welstandsnota.lopik.nl/) en op dat moment is de architectuur van de woningen bekend.

afbeelding "i_NL.IMRO.0331.06WPnaastdorp1-OB01_0004.png"    
 

2.2 Het plan in relatie tot de omgeving

Het plangebied is nu nog in gebruik als grond voor akkerbouw. Dit in de vorm van een volkstuin; er is geen sprake van bedrijfsmatig agrarisch gebruik. De locatie ligt aan het westelijke einde van het dorp Polsbroek. Polsbroek is een typisch lintdorp in het Groene Hart. Aan de westzijde ligt een watergang en aan de oostzijde van het plangebied liggen enkele woningen. Door de bouw van de twee woningen wordt het lint als het ware afgerond.

Bijgevoegde afbeeldingen laten het plangebied zien. Op de eerste foto is het plangebied 'recht' vanaf de weg gefotografeerd. Op de middelste afbeelding is het plangebied 'naar het oosten' toe gefotografeerd. De fotograaf staat daarbij in de gemeente Vlist, aan de overkant van de watergang. Duidelijk zichtbaar op deze middelste foto zijn de laatste huizen van het lint door Polsbroek. De onderste foto is vanaf 'de achterzijde' van het plangebied gemaakt naar de weg toe. Op deze foto is duidelijk zichtbaar dat er naast (westelijk, op de foto dus rechts) een groenstrook ligt. Die groenstrook blijft onveranderd. Deze strook is mede van belang voor het onderhoud van de naastgelegen watergang.

afbeelding "i_NL.IMRO.0331.06WPnaastdorp1-OB01_0005.png"  
 

De te bouwen woningen komen op vrij kleine kavels. Het totale plangebied is circa 380 m² groot. De woningen worden in lijn gebouwd met de voorgevels van de naastgelegen woningen. De woningen krijgen door deze ietwat beperkte ruimte eerder het karakter van kleine woningen dan van grote vrijstaande panden. Dit wat kleinschalige karakter past goed op deze locatie als afsluiting van de kern Polsbroek.

2.3 Beleid in relatie tot dit plan

Ten aanzien van het beleid in relatie tot dit plan wordt verwezen naar de toelichting van het vastgestelde bestemmingsplan in bijlage 4. Sinds de vaststelling van dat bestemmingsplan en het opstellen van het voorliggend wijzigingsplan heeft de provincie Utrecht op 4 februari 2013 de nieuwe Provinciale ruimtelijke verordening en Provinciale ruimtelijke structuurvisie vastgesteld. Dit beleid voorziet niet in andere uitgangspunten die invloed hebben op het voorliggend plan. Verder is er geen beleid gemaakt dat invloed heeft op het voorgenomen plan, behoudens beleid t.a.v. het aspect geur. Dit wordt in hoofdstuk 3 toegelicht.

Het plan past binnen in het rijks-, provinciaal en gemeentelijke beleid zoals is omschreven in bijlage 4.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

De uitvoerbaarheid van een wijzigingsplan moet ingevolge de Wet ruimtelijke ordening (Wro) aangetoond worden (artikel 3.1.6 lid 1 van het Bro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, ect.) maar ook de economische uitvoerbaarheid van het plan. Van deze aspecten is reeds in het vastgestelde bestemmingsplan “Naast Dorp 1” verslag gedaan. Hieruit komt naar voren dat het realiseren van de twee woningen uitvoerbaar wordt geacht, op het aspect geur na.

In dit hoofdstuk zal nader ingegaan worden op het aspect geur. De motivering voor de uitvoerbaarheid van de overige bij dit plan behorende aspecten is beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan “naast Dorp 1” (zie bijlage 4 en 5).

Ligging plangebied

De kern Polsbroek wordt in planologische zin tot het verstedelijkt gebied gerekend. Het plangebied is namelijk gelegen binnen de “rode contour”. Zoals aangegeven in het provinciaal ruimtelijk beleid wordt binnen deze contour de concentratie van bebouwing nagestreefd om zodoende de verdichting van het eigenlijke landelijk gebied te voorkomen. Aansluitend op het plangebied is sprake van aaneengesloten bebouwing met een woon- en verblijffunctie. Van oorsprong kunnen de kernen binnen de gemeente Lopik getypeerd worden als lintbebouwing. Hierdoor ontbreekt van oudsher een duidelijke dorpskern. Ten westen van het plangebied eindigt de bebouwde kom omdat vanaf de gemeentegrens niet langer sprake is van aaneengesloten bebouwing. Het begrip “bebouwde kom” komt in veel wet- en regelgeving voor en is daarom ook op vele manieren te interpreteren. De gemeente Lopik heeft er voor gekozen om bij gebrek aan een eenduidige begripsdefinitie, bij de vaststelling van de “Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Lopik 2008” , een aparte kaartbijlage te voegen waarop alle begrenzingen duidelijk zijn weergegeven. Het plangebied valt binnen de begrenzing van de bebouwde kom zoals aangegeven op deze verbeelding. Inmiddels is er ook de nodige jurisprudentie over het begrip “bebouwde kom” in relatie tot het geurbeleid bekend. Gelet op de “Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Lopik 2008” en uitgaande van jurisprudentie mag aangenomen worden dat het plangebied is gelegen binnen de bebouwde kom.

Activiteitenbesluit milieubeheer (1 januari 2013)

Per 1 januari 2013 is het gewijzigde Activiteitenbesluit milieubeheer in werking getreden. Daarmee is het Besluit landbouw milieubeheer ingetrokken. Veel veehouderijen vallen onder het Activiteitenbesluit. De voorschriften voor de beoordeling van geurhinder van het houden van de dieren staan zijn opgenomen in paragraaf 3.5.8 van het Activiteitenbesluit.

Ingevolge artikel 3.117, eerste lid, van het Activiteitenbesluit, vindt het oprichten, uitbreiden of wijzigen van een dierenverblijf met dieren zonder geuremissiefactor niet plaats mag vinden op minder dan 100 meter vanaf een geurgevoelig object dat binnen de bebouwde kom is gelegen.

Ingevolge artikel 3.118, eerste lid, zijn de artikelen 3.115 tot en met 3.117 niet van toepassing voor zover bij verordening op grond van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) andere waarden of afstanden zijn gesteld. In dat geval vindt het oprichten, uitbreiden of wijzigen van een dierenverblijf niet plaats, indien na die oprichting, uitbreiding of wijziging de geurbelasting die de inrichting vanwege dierenverblijven waar dieren met geuremissiefactor worden gehouden veroorzaakt op geurgevoelige objecten, groter is dan de in de verordening vastgestelde belasting dan wel, indien binnen de inrichting de afstand tussen enig dierenverblijf waar dieren zonder geuremissiefactor worden gehouden en een geurgevoelig object kleiner is dan in de verordening vastgestelde afstand.

Ingevolge artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wgv bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld en een geurgevoelig object ten minste 100 meter indien het geurgevoelig object binnen de bebouwde kom is gelegen. Ingevolge artikel 6, derde lid, aanhef en onder a, van de Wgv kan bij gemeentelijke verordening worden bepaald dat binnen een deel van het grondgebied van de gemeente een andere afstand van toepassing is dan de afstand genoemd in artikel 4, eerste lid, met dien verstande dat deze ten minste 50 meter bedraagt indien het geurgevoelig object binnen de bebouwde kom is gelegen.

Geurgebiedsvisie gemeente Lopik en de verordening geurhinder en veehouderij 2008

Bij besluit van 21 april 2009 heeft de raad van de gemeente Lopik een geurgebiedsvisie en geurverordening als bedoeld in artikel 6 Wgv vastgesteld. In artikel 4 van de geurverordening is de minimale afstand voor geurbelasting, in afwijking van artikel 4, eerste lid, van de Wgv gesteld op 50 meter. Nu bij verordening op grond van artikel 6 van de Wgv andere afstanden zijn gesteld zijn de afstanden als bedoeld in artikel 3.117, eerste lid, van het Activiteitenbesluit niet meer van toepassing.

Planspecifiek: Geurcontouren en afstanden

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang om te kijken naar de omliggende functies in relatie tot de nieuwe functie: past de nieuwe functie in de omgeving? Dit is zowel van belang vanuit de nieuwe functie als gedacht vanuit de omgeving. Door middel van een zonering in het kader van de Wet ruimtelijke ordening en de aan te houden afstanden vanuit de Wgv wordt dit geregeld.

De vragen daarbij zijn:

  • Is ter plaatse van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling een goed woon- en verblijfsklimaat gegarandeerd?
  • Worden omliggende bedrijven, in dit geval wordt de nabij gelegen veehouderijen, (onevenredig) in hun belangen geschaad?

Het aspect wat in dit kader van doorslaggevend belang is, is het aspect geur in relatie tot het westelijk gelegen agrarische (melkvee)bedrijf aan de Slangeweg 1. Deze veehouderij, welke recent is uitgebreid, valt onder het Activiteitenbesluit. Er worden 150 melkkoeien (inclusief jongvee) en 40 schapen gehouden. Voor het bepalen van het leefklimaat ter plaatse van het plangebied moet worden uitgegaan van de meest recente milieuhygiënische inzichten. Deze zijn vastgelegd in de Wgv. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan “Naast Dorp 1” heeft De Roever Omgevingsadvies, een geuronderzoek, documentnummer 20110883-C02, d.d. 28 juli 2011, opgesteld (zie bijlage 1).

Voor de schapen geldt een geuremissiefactor van 7,8 ouE/m3. De totale geuremissie bedraagt dan 312 ouE/s. Deze geuremissie is dusdanig klein, dat de bijbehorende geurcontouren niet op een kaart te tonen zijn. De geurbelasting ter plaatse van het plangebied door toedoen van de schapen is verwaarloosbaar klein. Voor het melkvee en het jongvee gelden vaste afstanden. Volgens de “Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Lopik 2008” moet, zoals gezegd, rekening worden gehouden met een afstand van 50 meter. Op de onderstaande afbeelding is te zien dat de afstand tussen het dierenverblijf waar dieren zonder geuremissiefactor worden gehouden en het plangebied, en daarmee ook het geurgevoelig object, meer dan 50 meter bedraagt. De afstand tot het plangebied bedraagt 53 meter. Het dierenverblijf is zoals te zien op de tweede afbeelding op de uiterste grens van agrarisch bouwvlak van het perceel Slangeweg 1 gebouwd. Het perceel Slangeweg 1 maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan “Landelijk gebied” dat op 26 oktober 2010 is vastgesteld door de gemeente Vlist.

afbeelding "i_NL.IMRO.0331.06WPnaastdorp1-OB01_0006.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0331.06WPnaastdorp1-OB01_0007.png"

afstand plangebied tot dierenverblijf en verbeelding bestemmingsplan 'Landelijk gebied' van dierenverblijf

Vanuit het oogpunt van een goed woon- en leefklimaat kan gezegd worden dat in het geval er tussen een inrichting en een woning de daarvoor geldende afstand wordt aangehouden, in beginsel mag worden aangenomen dat bij die woning een goed- woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd. Bij haar uitspraak van 6 maart 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie bijlage 3) reeds geoordeeld dat de raad van de gemeente Lopik voldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat, nu er in de toekomstige situatie een grotere afstand bestaat tussen het bedrijf en de voorziene woningen dan de in de geurverordening genoemde 50 meter, op het moment dat het gewijzigde Activiteitenbesluit van kracht zou zijn, het woon- en leefklimaat ter plaatse van de nieuwe woningen aanvaardbaar zal zijn.

Omdat de afstand tussen het dierenverblijf en de dichtstbijzijnde nieuwe woning groter is dan de in de geurverordening vastgestelde afstand van 50 meter kan gesteld worden dat het agrarisch bedrijf op het perceel Slangeweg 1 te Vlist in een toekomstige situatie nog kan uitbreiden of wijzigen. Daarbij zal de agrarisch ondernemer uiteraard ook het voor hem geldende bestemmingsplan in acht moeten nemen. Dit voorziet momenteel niet in een oostelijke uitbreiding van een dierenverblijf. Na de inwerkingtreding van het gewijzigde Activiteitenbesluit wordt de bedrijfsvoering van het betreffende agrarisch bedrijf niet langer belemmerd door de nieuwbouw van twee woningen binnen het plangebied.

Uit het geuronderzoek behorende bij het bestemmingsplan “naast Dorp 1” blijkt tevens dat de te realiseren woningen nooit een belemmering kunnen vormen voor de veehouderij aan de Oranjekade 31 te Polsbroek. Het nieuwbouwplan vindt plaats buiten de vergunde en worst-case afstandscontouren van de veehouderij aan de Oranjekade 31. De geur vanuit de veehouderij vormt nu en in de toekomst geen belemmering voor de nieuwbouw van twee woningen binnen het plangebied.

Hiermee voldoet het wijzigingsplan aan de wijzigingsbevoegdheid waarin de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, bij haar uitspraak van 6 maart 2013, met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb, zelf heeft voorzien. Aan de wijzigingsbevoegdheid kan toepassing gegeven worden omdat het aspect geur niet langer een onevenredige belemmering vormt voor omliggende bedrijven en een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.

Hoofdstuk 4 Wijze van bestemmen

Dit wijzigingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het wijzigingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit wijzigingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het wijzigingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het wijzigingsplan.

Bijzonderheden in dit wijzigingsplan

Voorliggend wijzigingsplan bevat de volgende bestemmingen:

  • Wonen waarbij de woonfunctie wordt neergelegd. Dit plan legt zowel de woonfunctie als de bouwmogelijkheid neer voor twee woningen met bijbehorende bouwbepalingen;
  • Verkeer waarbij de verkeersfunctie wordt mogelijk gemaakt met bijhorende inrichting.

Onder de in de regels opgenomen begripsbepaling 'bestemmingsplan' wordt het voorliggend wijzigingsplan bedoeld.

Voor het overige kent dit plan geen noemenswaardige bijzonderheden.

Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.3 van het Bro.

Hoofdstuk 5 Procedure

5.1 Inspraak en overleg

Inspraak

Ten behoeve van dit plan is geen inspraak gehouden. De wettelijk vooraankondiging volgens artikel 1.3.1 van het Bro heeft wel plaatsgevonden. De omwonenden zijn reeds op de hoogte doordat in het geldende bestemmingsplan de mogelijkheid van het realiseren van twee woningen is opgenomen.

Overleg

Ten behoeve van dit plan is vooroverleg gevoerd in het kader van artikel 3.1.1. Bro. Hierbij hebben het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, de Provincie Utrecht en de gemeente Vlist een reactie ingediend. In de nota van beantwoording vooroverlegreacties, die als bijlage is toegevoegd, zijn de overlegreacties samengevat en beantwoord. De vooroverlegreacties hebben geen aanleiding gegeven het plan aan te passen.

Naast het vooroverleg ten behoeve van dit plan is reeds vooroverleg geweest in het kader van het vastgestelde bestemmingsplan van 'Naast Dorp 1 te Polsbroek. Voor de volledigheid is het verslag hiervan ook in de bijlage opgenomen.

5.2 Van ontwerp naar vaststelling

Op het ontwerp van dit wijzigingsplan kunnen zienswijzen worden ingediend. In het vaststellingsbesluit, wat na vaststelling door het college van Burgemeester en Wethouders bij dit wijzigingsplan wordt gevoegd, wordt verslag gedaan van de mogelijke zienswijzen als ook van de mogelijke wijzigingen die bij vaststelling worden doorgevoerd.

Hoofdstuk 6 Conclusie

In voorgaande hoofdstukken is een verantwoording gegeven van de gemaakte keuze voor het realiseren van de twee woningen. Hierbij is qua motivering van het plan aangesloten op het vastgestelde bestemmingsplan 'Naast Dorp 1 te Polsbroek'. In aanvulling van het vastgestelde bestemmingsplan is in Hoofdstuk 3 ingegaan op het gewijzigde geurbeleid. Met deze motivatie is het plan op alle uitvoerbaarheidsaspecten haalbaar geacht. In hoofdstuk 4 is ingegaan op de wijze van bestemmen zoals dat gevraagd wordt in artikel 3.1.3 van het Bro. In het hoofdstuk 5 is verslag gedaan van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro en de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties zijn betrokken bij de voorbereiding van dit plan.

Op basis van voorstaande alinea, opgezet volgens artikel 3.1.6 van het Bro, wordt geconcludeerd dat dit wijzigingsplan inpasbaar is in het beleid, voldoet aan een goede ruimtelijke ordening en uitvoerbaar is. Door uitvoering van dit wijzigingsplan wordt als afronding van de kern Polsbroek een tweetal woningen gebouwd.