direct naar inhoud van 2.1 Historie
Plan: Benschop-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.08benschopoost-BP01

2.1 Historie

Het agrarisch cultuurlandschap van de Utrechtse Waarden is grootscheeps ontgonnen in de middeleeuwen. De ontginningen van de woeste, maar vruchtbare, veengronden vonden vooral tussen 1050 en 1300 plaats. De bezitters van de wildernis waren de Bisschop van Utrecht en de Graaf van Holland. In de tweede helft van de 10e eeuw kreeg de stad Utrecht een tekort aan granen en gaf de Bisschop opdracht tot ontginning van het „Wilde Westen". De ontginningen gebeurden volgens vooropgezet plan, volgens een uniform systeem en werden uitgevoerd door derden. De uitgangen van plaatsnamen cop, kop en koop, die nog veel terug komen in deze omgeving, zijn afkomstig van cope en dat is weer afgeleid van de coper, de koper van het betreffende stuk grond binnen de ontginning. Het is een oud voorbeeld van een term die een steeds bredere betekenis heeft gekregen, want oorspronkelijk stond het begrip cope alleen voor de kavel, maar uiteindelijk is het synoniem geworden met de vorm en het systeem van ontginning in het Utrechts-Hollandse veenweidegebied. Het zijn de polders die naar de oude rechthebbenden op de ontginning heten onder wie Benno van Aemstel. Hieraan ontleent ook Benschop haar naam. Benschop is een afgeleide van Benno's Cope.

afbeelding "i_NL.IMRO.0331.08benschopoost-BP01_0004.jpg"

Figuur 4: Ligging plangebied 'Benschop-Oost' in historische kaart (1900)

De ontginning van Benschop is iets later begonnen dan in Lopik. In oude oorkonden wordt Polsbroek genoemd in 1155, Benschop moet dan ook al in exploitatie zijn geweest. De eerste bewoning van het gebied vond op de hoger gelegen oeverwallen plaats. Het oeverwallenlandschap is relatief besloten en kleinschalig van aard. Naast melkveehouderijen zijn hier van oudsher ook fruitteeltbedrijven gevestigd.
Van oorsprong bestond de bebouwing in de linten voornamelijk uit agrarische bedrijven. De laatste decennia hebben vele agrarische complexen hun functie verloren en hebben andere functies, met name wonen en niet-agrarische bedrijven, hier een plek gevonden.

Het samenspel tussen natuurlijke elementen in het landschap (veenstroom, oeverwallen) en de rationele verkaveling (stelsel van diepe kavels, kaarsrechte weteringen en bijbehorende lintbebouwing) is nog duidelijk in het landschap van de gemeente Lopik herkenbaar. Dit beeld geeft, samen met de openheid van het weidegebied en de vele monumentale boerderijen in het lint, een landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische betekenis aan het plangebied van Benschop-Oost.