direct naar inhoud van 3.3 Planaspecten
Plan: Benschop-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.08benschopoost-BP01

3.3 Planaspecten

Verkeer
De nieuwe wijk wordt ontsloten vanaf het lint. De hoofdverkeersroute volgt de richting van het landschap. Wel worden asverdraaiingen ingezet om een lange rechtstand te voorkomen. Ruimtelijk leidt dit tot afwisselende zichten en een kleinschaliger indruk. Daarnaast werken zij verkeersremmend. Het hele gebied valt onder het 30 km-regime.
Haaks op de hoofdroute worden de buurtjes door kleinschalige dwarsstraatjes ontsloten. De auto is hier te gast en de inrichting vergelijkbaar met een woonerf. Bij het inslaan van de dwarsstraatjes presenteert het landschap zich. De dwarsstraatjes maken onderdeel uit van groene ruimten met zicht op het landschap.
Op twee plekken wordt in een verbinding voorzien met de bestaande wijk. Midden in de nieuwe wijk wordt één langzaam verkeersverbinding aangelegd. De bestaande wijk voorziet hier in een open einde, waardoor een logische route ontstaat. De nieuwe wijk en het omliggende landschap worden zo voor de huidige wijkbewoners beleefbaar gemaakt, evenals nieuwe (speel)voorzieningen.
De verbinding voor fietser en voetganger aan de zuidzijde van het plangebied, wordt zo ontworpen, dat de nooddiensten en de vuilnisophaaldienst hiervan gebruik kunnen maken. In paragraaf 6.1 wordt nader ingegaan op de mobiliteitstoets.

Water
Water is een belangrijke kwaliteit van het slagenlandschap. Deze wordt voor de woonomgeving benut door de bestaande sloten rondom de nieuwe wijk te verbreden en als ontwerpmiddel in te zetten. Tussen de onderscheiden sfeergebieden versterken dwars(water)verbindingen de herkenbaarheid van overgang. Ook wordt op deze manier de doorstroming verzekerd, waardoor een goede waterkwaliteit wordt gegarandeerd.
De waterlopen worden geflankeerd door opgaande beplanting in of aan de oevers. Zo wordt richting de bestaande kern voorzien in een plasberm waarin watervegetatie zoals riet (in combinatie met kleinschalige steigers voor de nieuwe bewoners) kan floreren. Op overige plaatsen zullen de oevers (deels) beplant worden met streekeigen beplanting. Het fraaie slagenlandschap en de woonomgeving grijpen in elkaar over.

De oevers zijn deels privaat en deels publiek eigendom. De publieke oevers zijn voor een ieder toegankelijk en maken het voor de bewoners van de nieuwe en de bestaande wijk mogelijk om het water en het landschap te ervaren. Ter hoogte van het carré wordt voorzien in een looproute langs het water.
Elk nieuwbouwproject dient te voorzien in voldoende waterbergingscapaciteit. Richtlijn van het hoogheemraadschap is dat 15% van de toename aan verhard oppervlak als waterberging gerealiseerd dient te worden. Dit bovenop het 100% vervangen van gedempte bestaande waterlopen (zie ook paragraaf 5.10).

Er wordt in dit plan uitgegaan van het feit dat overtollig water door kwel en neerslag via het oppervlaktewater uit het plangebied wordt afgevoerd. Hemelwater wordt bovengronds en zichtbaar afgevoerd. In de groene hoven zal gezocht worden naar extra waterberging door de waterafvoer richting omgeving te vertragen. Dit betekent dat hier soms plassen zullen ontstaan.
Een gescheiden rioolstelsel zorgt voor de overige waterafvoer.

Ruimtelijk
De onderverdeling in drie sferen vormt de basis voor de ruimtelijke verschijningsvorm van de bebouwing. In algemene zin wordt gekozen voor een kleine bebouwingskorrel in een informele setting. De kleine schaal past in het dorpse karakter van de nieuwe wijk.