direct naar inhoud van 4.2 Rijksbeleid
Plan: Benschop-Oost
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.08benschopoost-OB01

4.2 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 vastgesteld en daarmee van kracht geworden. De SVIR vervangt de Nota Ruimte en de Structuurvisie Randstad 2040.
In de Structuurvisie gooit het Rijk het roer om. Het uitgangspunt is om meer over te laten aan provincies en gemeenten: minder nationaal belang en eenvoudigere regelgeving.

Zo laat het Rijk de verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal over aan provincies. Daarmee wordt bijvoorbeeld het aantal regimes in het landschaps- en natuurdomein fors ingeperkt. Daarnaast wordt (boven)lokale afstemming en uitvoering van verstedelijking overgelaten aan (samenwerkende) gemeenten binnen provinciale kaders. Afspraken over percentages voor binnenstedelijk bouwen, Rijksbufferzones en doelstellingen voor herstructurering laat het Rijk los. Alleen in de stedelijke regio's rondom de mainports (Amsterdam c.a. en Rotterdam c.a.) zal het Rijk afspraken maken met decentrale overheden over de programmering van de verstedelijking.

Zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen
Naast de drie hoofddoelen voor een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland is het Rijk verantwoordelijk voor een goed systeem van ruimtelijke ordening. Om een zorgvuldig gebruik van de schaarse ruimte te bevorderen, wordt een ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Dat betekent: eerst kijken of er vraag is naar een bepaalde nieuwe ontwikkeling, vervolgens kijken of het bestaande stedelijk gebied of bestaande bebouwing kan worden hergebruikt en mocht nieuwbouw echt nodig zijn, dan altijd zorgen voor een optimale inpassing en multimodale bereikbaarheid.

Nota Belvédère
De Lopikerwaard, waar het plangebied onderdeel van uitmaakt, behoort samen met de Krimpenerwaard, de Alblasserwaard en Vijfherenlanden tot de grootst aaneengesloten weidegebieden van Nederland. Zij vormt dan ook een grote eenheid van het Groene Hart en is in haar geheel als Belvedère benoemd.

Cultuurhistorie is sinds de nota Belvedère niet meer weg te denken uit de ruimtelijke ordening. De nota Belvedère stelt het erkennen en herkenbaar houden van cultuurhistorische identiteit ten doel in zowel het stedelijke als landelijke gebied, als kwaliteit en uitgangspunt voor verdere ontwikkelingen. Het beleid vanuit deze nota is daarin vooral stimulerend van aard. Hierbij worden cultuurhistorische kwaliteiten bewust, vroegtijdig en volwaardig in de ruimtelijke ontwikkeling betrokken. De Lopikerwaard is een belangrijk Belvedèregebied. Als strategie is voorgesteld de cultuurhistorische identiteit te ontwikkelen door aan te sluiten bij bestaande initiatieven, vooral Ontwikkelingsprogramma Groene Hart, waterbeheer, natuurontwikkeling en (agrarisch) natuurbeheer.
Belvedère geeft vooralsnog geen eigen (bindend) beleid aan, maar moet doorwerken op de andere beleidsvelden.
In het plangebied is uitdrukkelijk rekening gehouden met de cultuurhistorische kwaliteit ter plaatse. Er is expliciet gekozen voor het beperken van de wijzigingen in het bestaande bebouwingslint. Daar zal geen nieuwbouw plaatsvinden. Uitsluitend een weg ter ontsluiting van het gebied zal uitkomen op het historische bebouwingslint.
Om aan te sluiten bij de bestaande bebouwingskarakteristieken in de directe omgeving is gekozen voor het realiseren van traditionele woningbouw. Van een aantasting van de specifieke cultuurhistorische waarden ter plaatse zal dienovereenkomstig geen sprake zijn.

Conclusie Rijksbeleid
De beoogde woningbouwontwikkeling 'Benschop-Oost' ligt in lijn met de hoofdlijnen uit het Rijksbeleid om het platteland vitaal te houden en de cultuurhistorische identiteit ter plaatse te respecteren. In de planvorming van het gebied is uitdrukkelijk rekening gehouden met het faciliteren van de woningvraag van ouderen en starters. Conform de Nota's bestaan er (woningbouw)ontwikkelingsmogelijkheden voor meer landelijke gebieden waarbij van belang is dat geen specifieke (cultuurhistorische- of natuur) waarden op het spel worden gezet. Nadere concretisering van het bundelingbeleid en beleid uit Nota Belvedère is gedecentraliseerd en zal in de volgende paragrafen aan bod komen.