direct naar inhoud van 7.3 Regels
Plan: Benschop-Oost
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.08benschopoost-OB01

7.3 Regels

De regels bevatten bepalingen omtrent het gebruik van de gronden, omtrent de toegelaten bebouwing en bepalingen betreffende het gebruik van op te richten bouwwerken. De regels worden, conform de SVBP 2008, onderverdeeld in vier hoofdstukken, te weten:

  • Hoofdstuk 1 Inleidende regels
  • Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
  • Hoofdstuk 3 Algemene regels
  • Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Hieronder worden de hoofdstukken en onderliggende artikelen nader toegelicht.

Inleidende regels
In het hoofdstuk “Inleidende regels” wordt een aantal begrippen verklaard en wordt aangegeven hoe, bij toepassing van de regels, dient te worden gemeten. Dit om zoveel mogelijk uit te sluiten dat de regels verkeerd worden geïnterpreteerd.

Bestemmingsregels
Het hoofdstuk “Bestemmingsregels” bevat de regels waarin de materiële inhoud van de gegeven bestemmingen is opgenomen, waaronder het gebruik van de opstallen en de gronden en de toegestane maatvoering. Binnen de bestemmingsvlakken en bouwvlakken mag bebouwing ten dienste van de bestemming worden opgericht met een maximale hoogte zoals aangegeven op de verbeelding. Buiten het bouwvlak is de bouw van hoofdgebouwen niet toegestaan. In een aantal bestemmingen wordt aangegeven dat 'gebouwen niet zijn toegestaan', zoals in de verkeers(en verblijf)bestemming en in de groen- en waterbestemming.

Hierbij dient te worden opgemerkt dat er op basis van het Besluit omgevingsrecht (Bor), naast het bestemmingsplan, wel het een en ander vergunningsvrij mag worden gebouwd. Dit wordt in het bestemmingsplan niet expliciet benoemd.

Hieronder wordt per bestemming een korte toelichting gegeven.

Groen
De belangrijkste groenstructuren binnen het gebied hebben een groenbestemming gekregen. Dit geldt dus niet voor elk klein hoekje snippergroen of bijvoorbeeld bermen langs wegen.
Binnen de groenbestemming zijn voet- en fietspaden alsmede ontsluitingswegen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen toegestaan. Ook mogen er parkeerplaatsen worden gerealiseerd en speelvoorzieningen worden opgericht. Binnen de groenbestemming is de functie 'water' ook toegestaan.

Tuin
De gronden achter het bestaande perceel aan Dorp 119 hebben de bestemming “Tuin” gekregen. Er zijn alleen bouwwerken toegestaan, met uitzondering van 1 bijgebouw ten behoeve van de aangrenzende perceel van Dorp 119 met een oppervlakte van maximaal 15m2 en een goothoogte van maximaal 3 meter.

Verkeer
Het eerste deel van de hoofdtoegangsweg van het plangebied heeft de bestemming “Verkeer” gekregen. De hoofdfunctie is hier de ontsluiting van het nieuwe plan. Het accent ligt op doorgaand verkeer.

Verkeer - Verblijfsgebied
Voor de weg binnen het bestemmingsplangebied, terreinen en parkeervoorzieningen is de bestemming “Verkeer - Verblijfsgebied” opgenomen. Gebouwen zijn hier niet toegestaan. Daar waar de ontsluitingsweg water kruist is dit op de verbeelding aangegeven met de aanduiding 'brug'.

Water
De belangrijkste watergangen in het gebied hebben de bestemming “Water” gekregen. Bijbehorende groenvoorzieningen (zoals oevers) zijn eveneens toegestaan. Ter plaatste van de aanduiding 'brug' zijn bruggen voor langzaamverkeer (fietsers en voetgangers) en calamiteitenverkeer alsmede voor onderhoud en reinigingsdiensten toegestaan.
Ter plaatste van de aanduiding 'groen' is het verplicht gesteld opgaand groen te realiseren en in stand te houden. Dit in verband met de gewenste rietzones ter bescherming van de privacy van de bestaande woningen aan de overzijde van de watergang. Per perceel is wel 1 steiger toegestaan met een maximale breedte van 2 meter gemeten evenwijdig aan de oeverlijn.
Dat kleinere waterpartijen niet als “Water” bestemd zijn, wil niet zeggen dat ze niet mogelijk zijn: in vrijwel alle andere bestemmingen is de functie water namelijk wel toegestaan.

Wonen
De woningen binnen het plan hebben de bestemming “Wonen” gekregen. Binnen deze woonbestemming is op de meeste plaatsen uitgegaan van een bouwvlak waarbinnen het hoofdgebouw mag worden gerealiseerd. Dit bouwvlak geeft voor de woningen op die plaats daarmee een maximale diepte. Er zijn verschillende vormen van wonen mogelijk gemaakt: vrijstaand, twee- onder-één kap, geschakeld en gestapeld. De op de verbeelding aangegeven bouwregels (goot- en bouwhoogte en bebouwingspercentage) bepalen de maximale bouwmogelijkheden in de bestemming Wonen. Het bebouwingspercentage geldt per perceel. Het maximum aantal woningen in het plangebied bedraagt 100.

De extra uitbreidingsruimte die vanuit het voornoemde in sommige situaties wordt gegeven, bevindt zich altijd aan de achterzijde van een hoofdgebouw; de zijde die niet is gelegen in het zicht vanaf openbaar toegankelijk gebied.
Buiten het bouwvlak zijn daarnaast, op het zij- en achtererf, in beperkte mate aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogelijk. Binnen de bouwvlakken mag bebouwing ten dienste van de bestemming worden opgericht met een maximale hoogte zoals aangegeven. Buiten het bouwvlak is de bouw van hoofdgebouwen niet toegestaan.
Via een specifieke gebruiksregeling is geregeld onder welke voorwaarden beroepen en bedrijven aan huis zijn toegestaan.

Dubbelbestemmingen
Waarde - Archeologie
Waterstaat – Waterkering

De dubbelbestemmingen in het plan waarborgen primair, dus bovenop de onderliggende bestemming(en), belangen van respectievelijk de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden en de waterkerende functie van de aanwezige waterkering.

Algemene regels
In het hoofdstuk “Algemene regels” wordt in de artikelen 'Antidubbeltelregel', 'Algemene bouwregels', 'Algemene afwijkingsregels' en 'Algemene wijzigingsregels' een aantal algemene bepalingen verwoord die onder meer de flexibiliteit van het plan vergroten.
De 'Antidubbeltelregel' bepaalt dat gronden die eenmaal in aanmerking zijn genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing blijft. In de 'Algemene bouwregels' worden regels vermeld omtrent ondergronds bouwen. In de 'Algemene afwijkingsregels' en de 'Algemene wijzigingsregels' worden enkele afwijkings- respectievelijk wijzigingsbevoegdheden aan burgemeester en wethouders toegekend die geringe afwijkingen mogelijk maken van hetgeen in het bestemmingsplan is bepaald. Het gaat bijvoorbeeld om het in geringe mate afwijken van het plan.

Overgangs- en slotregels
In hoofdstuk 4 tot slot worden de overgangs- en slotregels geformuleerd. In het artikel 'Overgangsrecht' worden regels bepaald omtrent bouwwerken, die in de bestaande situatie aanwezig zijn of mogen worden gebouwd. In de 'Slotregel' tenslotte wordt aangegeven onder welke naam de regels kunnen worden aangehaald.

Tenslotte is bij de regels een bijlage gevoegd. Hierin zijn de toegelaten bedrijfscategorieën aangegeven die in het plangebied toegelaten worden in de regeling van beroep en bedrijf aan huis.