direct naar inhoud van 8.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Benschop-Oost
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.08benschopoost-OB01

8.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Om een zo breed mogelijk draagvlak voor de plannen te creëren zijn de bewoners van Benschop al in een pril stadium interactief betrokken bij de planvorming. In september 2007 is een participatietraject gestart met een informatieavond waarbij een zeer grote opkomst was. Door een digitale nieuwsbrief en via andere media zijn de geïnteresseerden geïnformeerd en is gemeld dat de gemeente en ontwikkelaar in overleg zijn met de provincie ten aanzien van het aantal te bouwen woningen.

Na de informatieavond in 2007 is een ateliergroep met belanghebbenden geformeerd waarbij is gestreefd naar een zo divers mogelijke groep. Tijdens de bijeenkomsten van de ateliergroep is gesproken over de woningbouw in Benschop-Oost en de gewenste stedenbouwkundige uitstraling. De leden spraken de wens uit dat de woningbouw een dorps karakter zou krijgen passend in het landschap en de directe omgeving.

De stedenbouwkundige en de ontwikkelaar hebben de wensen van de ateliergroep vertaald in een eerste stedenbouwkundige schets, die op 16 september 2008 aan de ateliergroep is gepresenteerd. De reacties waren positief. Het stedenbouwkundig plan is vervolgens op 23 oktober 2008 als definitief schetsontwerp voorgelegd aan de bewoners van Benschop tijdens een tweede informatieavond.

Het plan is echter door de andere economische tijden en het failliet gaan van de ontwikkelaar licht gewijzigd. Voor de herbezinning en om het plan weer vlot te trekken is tot 2011 de tijd genomen.

Inspraak
Het voorontwerpbestemmingsplan Benschop-Oost heeft van 15 februari 2012 tot en met 27 maart 2012 (6 weken) ter inzage gelegen.
Binnen deze termijn heeft bovendien op 28 februari 2012 een informatie-/bijpraatavond plaatsgevonden waar belangstellenden kennis hebben kunnen nemen van de beoogde bouw- en inrichtingsplannen in Benschop-Oost.
In totaal zijn 9 inspraakreacties ontvangen.
De samengevatte reacties en de beantwoording van de gemeente daarop zijn in de 'Nota van Inspraak en Overleg behorend bij het bestemmingsplan Benschop-Oost' opgenomen. Deze nota is als bijlage 9 bij dit bestemmingsplan gevoegd.

Vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro
Op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het voorontwerpbestemmingsplan 'Benschop-Oost' aan diverse instanties voorgelegd. Deze wettelijke overlegpartners zijn in de gelegenheid gesteld een reactie op het plan te geven. In totaal hebben 2 overleginstanties gereageerd.
De samengevatte reacties en de beantwoording van de gemeente daarop zijn in de 'Nota van Inspraak en Overleg behorend bij het bestemmingsplan Benschop-Oost' opgenomen. Deze nota is als bijlage 9 bij dit bestemmingsplan gevoegd.

Vervolg van de procedure
Na het verwerken van de inspraak- en overlegreacties wordt de formele bestemmingsplan-procedure in gang gezet.
Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening dient de kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12 van de Awb in de Staatscourant en een huis-aan-huis blad te worden geplaatst en via elektronische weg te geschieden. Tevens dient de kennisgeving te worden toegezonden aan de wettelijke overlegpartners.
Het ontwerpbestemmingsplan wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd. In deze termijn wordt een ieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan in te dienen. In beginsel betekent dit ook dat de gegevens met de kennisgeving aan de eerder genoemde diensten en instanties moeten worden toegezonden (artikel 3:13 Awb).
Binnen twaalf weken na de termijn van ter inzage legging moet de gemeenteraad een beslissing nemen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. Het vastgestelde bestemmingsplan behoeft op grond van de Wro geen goedkeuring meer van Gedeputeerde Staten. Tegen het besluit tot vaststelling staat direct beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Direct na de beroepstermijn treedt het plan in werking, tenzij binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt ingediend. In dat laatste geval wordt de werking van het vaststellingsbesluit opgeschort totdat op het verzoek is beslist.