direct naar inhoud van Artikel 15 Waterstaat - Waterstaatkundige functie
Plan: Uiterwaarden
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0331.09Uiterwaarden-ON01

Artikel 15 Waterstaat - Waterstaatkundige functie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor de instandhouding van de waterstaatsdoeleinden in de vorm van de waterhuishouding, het verkeer te water en de afvoer van hoog oppervlaktewater, ijs en sediment alsmede voor aanleg, onderhoud en verbetering van de hoofdwaterkering.

15.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van riviergebonden activiteiten, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de situering en uitvoering moeten zodanig plaatsvinden dat de waterstandverhoging en de belemmering voor toekomstige verlaging zo gering mogelijk zijn;
  • b. er moet een beschermingsniveau van ten minste 1:2.000 jaar voor potentiële schadegevallen worden gewaarborgd;
  • c. er moet sprake zijn van duurzame compensatie van resterende waterstandverhogende effecten.
15.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 voor het oprichten van gebouwen ten behoeve van de bestemming, waarmee de onderhavige bestemming samenvalt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er is sprake van een zwaarwegend maatschappelijk belang;
  • b. de bouwwerken kunnen redelijkerwijs niet buiten het winterbed worden gerealiseerd;
  • c. de bebouwing vormt op de locatie geen feitelijke belemmering om in de toekomst de afvoercapaciteit te vergroten;
  • d. de situering en uitvoering zijn zodanig, dat de waterstandverhoging en de belemmering voor de toekomstige verlaging, zo gering mogelijk zijn;
  • e. er wordt een beschermingsniveau van ten minste 1:2.000 jaar voor potentiële schadegevallen gewaarborgd;
  • f. er is sprake van duurzame compensatie van resterende waterstandverhogende effecten;

met dien verstande dat:

  • g. voor de verlening van de omgevingsvergunning door het bevoegd gezag advies is ingewonnen bij Rijkswaterstaat;
  • h. de regels van de betreffende andere bestemmingen van toepassing zijn.

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.4.1 Verbod

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het wijzigen van het profiel van de bodem en de dijken;
  • b. het aanleggen van leidingen en andere ondergrondse constructies;
  • c. het graven van sleuven;
  • d. het aanbrengen van houtopstanden.

15.4.2 Uitzondering

Het in lid 15.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:

  • a. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • b. betreffende het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  • c. waarvoor een onherroepelijke vergunning is verkregen op basis van de Waterwet.

15.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 15.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de situering en uitvoering van de werken en werkzaamheden zijn zodanig dat de waterstandverhoging en de belemmering voor de toekomstige verlaging, zo gering mogelijk zijn;
  • b. er wordt een beschermingsniveau van ten minste 1:1.200 jaar voor potentiële schadegevallen gewaarborgd;
  • c. er is sprake van duurzame compensatie;
  • d. om te bepalen of voldaan wordt aan het bepaalde in sub c wordt voor de verlening van de aanlegvergunning advies ingewonnen bij Rijkswaterstaat.