direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Centrumplan hoek Promenade Uden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.BPcppromenade-VA01

Artikel 3 Centrum

3.1 bestemmingsomschrijving
3.1.1 algemeen

De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, uitsluitend op de begane grond en de eerste verdieping, met dien verstande dat:
    • 1. detailhandel op de eerste verdieping uitsluitend is toegestaan voor zover de detailhandel, zowel feitelijk als organisatorisch, onderdeel uitmaakt van de detailhandelsvestiging op de begane grond;
    • 2. detailhandel in de vorm van een supermarkt niet is toegestaan;
  • b. dienstverlening;
  • c. horecabedrijven categorie 1;
  • d. wonen in maximaal 70 woningen, daaronder begrepen aan huis verbonden beroepen;
  • e. nutsvoorzieningen;

met bijbehorende gebouwen bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, (ondergrondse) parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

3.1.2 beperkingen detailhandel, dienstverlening en horeca bedrijven

Voor de in artikel 3.1.1 genoemde detailhandel, dienstverlening en horeca gelden de volgende beperkingen:

  • a. detailhandel, dienstverlening en horecabedrijven zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond en op de eerste verdieping;
  • b. het brutovloeroppervlak voor detailhandel bedraagt maximaal 7.100 m2;
  • c. het brutovloeroppervlak voor dienstverlening bedraagt maximaal 300 m2;
  • d. het brutovloeroppervlak voor horecabedrijven bedraagt maximaal 500 m2.
3.1.3

Voor aan huis verbonden beroepen zoals bedoeld in artikel 3.1.1, onder e geldt dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning met een maximum van 50 m2.

3.2 bouwregels
3.2.1 gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogten bedragen maximaal de ter plaatse van de aanduiding maximale goot- en bouwhoogte aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte.
3.2.2

In afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.1 geldt voor gebouwen ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen dat:

  • a. het bepaalde in artikel 3.2.1, onder b niet van toepassing is;
  • b. de verticale bouwdiepte maximaal 9 meter mag bedragen.
3.2.3 bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:

  • a. bedrijfsinstallaties en lichtmasten 5 m;
  • b. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 3 m.

3.2.4 bouwwerken geen gebouwen zijnde op gebouwen

In afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.1 mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde tevens worden gebouwd op of aan gebouwen, waarbij de bouwhoogte van het gebouw waar op of -aangebouwd is met ten hoogste:

  • a. 5 m voor bouwwerken zoals bedoeld in artikel 3.2.3, onder a;
  • b. 3 m voor bouwwerken zoals bedoeld in artikel 3.2.3, onder b;

mag worden overschreden.

3.3 afwijken van de gebruiksregels
3.3.1 afwijkingen locatie functies

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1.1 voor het toestaan van kantoren, mits dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de functionele structuur van het centrumgebied;

3.3.2 afwijking oppervlakte functies

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1.2 voor het afwijken van de maximaal toegestane oppervlakten met maximaal 10%, met dien verstande dat het gezamenlijk brutovloeroppervlak van alle in artikel 3.1.2 bedoelde functies niet meer dan 7.900 m2 mag bedragen.

3.3.3 voorwaarden omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in de artikelen 3.3.1 tot en met 3.3.2 kan uitsluitend worden verleend indien:

  • a. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.
3.3.4 afwijking aan huis verbonden bedrijf

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1.1, onder d voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:

  • a. de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 50 m2;
  • b. er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
  • c. het geen bedrijfsactiviteiten betreft die normaliter in een winkelcentrum of een winkelstraat worden uitgeoefend;
  • d. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • e. er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de parkeersituatie;
  • f. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.