direct naar inhoud van 6.3 Waterparagraaf
Plan: Spechtenlaan fase II, Odiliapeel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.T09210094A-0401

6.3 Waterparagraaf

De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van de watertoets is dat de waterbelangen evenwichtig worden meegewogen bij de totstandkoming van een plan.
De waterparagraaf betreft een beschrijving van de waterhuishoudkundige situatie (oppervlaktewater, grondwater, hemelwater en afvalwater) in de huidige en toekomstige situatie.

6.3.1 Beleid

Onderhavig plangebied ligt binnen het beheergebied van Waterschap Aa en Maas. Met het waterschap is overleg gevoerd. De opmerkingen van het waterschap zijn in dit bestemmingsplan verwerkt.

6.3.2 Watersysteem

6.3.2.1 Bodem

Er heeft geen specifiek onderzoek plaatsgevonden naar de infiltratiecapaciteit van de bodem. Uit het uitgevoerde bodemonderzoek (zie paragraaf 6.1.1) blijkt dat ter plaatse sprake is van een zandbodem (grinthoudend). De waterdoorlatendheid is redelijk tot goed. In het vervolg van deze paragraaf wordt uitgegaan van een gemiddeld goede waterdoorlatendheid (k-waarde=1).

6.3.2.2 Oppervlaktewater

Binnen het plangebied en in de directe omgeving is geen oppervlaktewater aanwezig.

6.3.2.3 Grondwater

De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) binnen het plangebied bedraagt 0,4 tot 0,8 m -mv (bron: Bodemkaart).

6.3.3 Huidige en toekomstige situatie

6.3.3.1 Verhard oppervlak

Binnen het plangebied is thans geen bebouwing of verharding aanwezig.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van het bebouwd oppervlak (dakoppervlak in het horizontale vlak) en verhard oppervlak (bestrating) van het plan weer.

type oppervlak   oppervlakte  
bebouwd en verhard oppervlak woonpercelen   13.000 m²  
verhard oppervlak openbare ruimte   5.000 m²  
totaal   18.000 m²  

6.3.3.2 Afvalwater

Uitgangspunt is dat het vuile afvalwater en het schone hemelwater worden gescheiden. Het afvalwater wordt aangesloten op het rioolsysteem in Odiliapeel.

6.3.3.3 Hemelwater

Voor de afvoer van hemelwater geldt het uitgangspunt ‘hydrologisch neutraal ontwikkelen’. Dit houdt in dat het hemelwater dat op daken en verhardingen valt, niet versneld mag worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Voor behandeling van dit water geldt de waterkwantiteitstrits:

  • 1. Hergebruik - Hergebruik van het hemelwater ter plaatse is alleen aan de orde in geval van bedrijfsmatig hergebruik van het hemelwater.
  • 2. Vasthouden / infiltreren - De tweede stap in de afweging is het afkoppelen en vasthouden of infiltreren van het hemelwater binnen het plangebied. Dit is mede afhankelijk van de infiltratiecapaciteit van de bodem, de GHG en de oppervlakte van het plangebied.
  • 3. Bergen - Bij ‘bergen’ kan worden gedacht aan een vijver of buffersloot met een geknepen afvoer naar een watergang.
  • 4. Afvoeren naar oppervlaktewater

ad 1.   Onderhavig plan betreft een woningbouwlocatie. Er is geen sprake van structureel hergebruik van het hemelwater. Incidenteel hergebruik van hemelwater wordt niet uitgesloten.  
ad 2.   Uitgangspunt is dat voor de woningen het vasthouden en infiltreren op de eigen percelen plaatsvindt. Reden is dat de woningen op basis van zelfbouw worden gerealiseerd. Bij het ontwerp van een woning moet de wijze van vasthouden en infiltreren (al of niet ondergronds) worden meeontworpen.
Binnen het plangebied worden vijf klassen woningen gerealiseerd. Gemiddeld betreft het bebouwde en verharde oppervlak per woning 250 m².
Met behulp van de 'HNO-tool' is berekend hoeveel hemelwater bij bepaalde typen buien op de bebouwde en verharden oppervlakken valt (bufferopgave). In geval van een bui die eens in de 10 jaar valt (T=10) bedraagt de bufferopgave 11 m³. In geval van T=100 bedraagt de bufferopgave 14 m³.
Uitgaande van een GHG van 40 cm - mv (worst case) bedraagt de oppervlakte per infiltratievoorziening ca 27,5 m². De percelen bieden voldoende ruimte om in deze oppervlakte te voorzien.

Het schone hemelwater vanaf de rijbaan van de straten en vanaf de openbare parkeerplaatsen wordt vastgehouden en geïnfiltreerd door middel van wadi's in de groenstroken. De gezamenlijke oppervlakte van de openbare verhardingen bedraagt 5000 m².
Opnieuw is met behulp van de 'HNO-tool' berekend wat de bufferopgave is bij verschillende typen buien. In geval van T=10 bedraagt de bufferopgave 212 m³ en in geval van T=100 272 m³.
De oppervlakte van de gezamenlijke wadi's bedraagt 530 m² uitgaande van een GHG van 40 cm -mv.

Gezien de gemiddeld goede waterdoorlatendheid van de bodem zullen alle infiltratievoorzieningen binnen 48 uur weer beschikbaar zijn.  
ad 3 en 4.   Deze opties zijn niet aan de orde.  

6.3.4 Waterkwaliteit

Er zijn geen bijzondere maatregelen genomen om vervuiling van het oppervlaktewater te voorkomen. Overeenkomstig de eis van het waterschap worden in principe geen uitlogende materialen toegepast.

6.3.5 Conclusie

Aan de beleidsuitgangspunten van het waterschap wordt voldaan:

  • 1. Het vuile water wordt op het gemeentelijke rioolstelsel geloosd.
  • 2. Het hemelwater wordt na buffering op het terrein geïnfiltreerd.
  • 3. Er worden geen uitlogende materialen toegepast.