direct naar inhoud van Regels
Plan: Nistelrodeseweg ong.
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.WPNistelrodesQ1638-ON01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

Het wijzigingsplan Nistelrodeseweg ong. met identificatienummer NL.IMRO.0856.WPNistelrodesQ1638-ON01 van de gemeente Uden.

1.2 Wijzigingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten overeenkomstig de wijze van meten, zoals vervat in artikel 2 van het bestemmingsplan 'Omgeving Nistelrodeseweg' (NL.IMRO.0856.BPNistelrodeseweg-VA01).

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wijziging

3.1 Van toepassingverklaring
  • a. Op onderhavig wijzigingsplan 'Nistelrodeseweg ong.' zijn de regels van het bestemmingsplan 'Omgeving Nistelrodeseweg', zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Uden bij besluit van 24 oktober 2019 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0856.BPNistelrodeseweg-VA01 van overeenkomstige toepassing op dit wijzigingsplan, met dien verstande dat artikel 9.2.1 en 9.2.2 als volgt komen te luiden:

9.2.1 Hoofdgebouwen

  • a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
    • 1. het hoofdgebouw is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
    • 2. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 9 m;
    • 3. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 200 m2;
    • 4. het hoofdgebouw dient afgedekt te worden met kap waarbij de dakhelling niet minder bedragen dan 12 graden en niet meer bedragen dan 55 graden;
    • 5. de volgens de NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied mag aantoonbaar niet kleiner zijn dan het verschil tussen de hoogst berekende cumulatieve geluidsbelasting uit het geluidrapport “Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Nistelrodeseweg naast 25, Uden Realiseren van 2 nieuwe woningen”, met kenmerk 20190795.v01, opgesteld door De Roever Omgevingsadvies op 20 juni 2019 en 33 dB, zoals opgenomen in bijlage 2 van de toelichting;
    • 6. de uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsruimte heeft volgens de NEN 5077 een bepaalde karakteristieke geluidwering die maximaal 2 dB lager is dan karakteristiek geluidwering bedoeld in sub a1;

9.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen geldt de volgende bepaling:

  • a. de oppervlakte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 100 m2;
  • b. bijgebouwen zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan, mits deze 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw zijn gesitueerd;
  • c. de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen mogen niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m;

b. aan artikel 9.4 de volgende leden worden toegevoegd:

  • Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing

Het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken is niet toegestaan zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in Bijlage 1  weergegeven inrichtingsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.

  • Voorwaardelijke verplichting waterberging

Het gebruik conform de bestemmingen 'Wonen' is alleen toegestaan indien conform gemeentelijk beleid en het waterbeheerplan van het waterschap compenserende waterberging wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden.

c. onderstaande artikel wordt toegevoegd:

Artikel Groen - Landschapselement

Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen - Landschapselement’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het groen, de landschapselementen, natuurwaarden en de bijbehorende groeiplaats
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke waarden en natuurwaarden, zoals brede landschappelijke structuren, zoals bedoeld in Bijlage 1 opgenomen inrichtingsplan;
  • c. behoud van paden, wegen en parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. extensief recreatief medegebruik;
  • f. nutsvoorzieningen.



Bouwregels

  • a. Op de voor ‘Groen – Landschapselement’ aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, die ten dienste staan van de bestemming.
  • b. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
    • 1. eenvoudige, kleinschalige voorzieningen in de vorm van bouwwerken ten behoeve van het beheer en/of extensief recreatief medegebruik, waarbij de volgende regels gelden:
      • de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
      • de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m²;
    • 2. hekwerken, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.


Nadere eisen

  • a. Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde indien dit noodzakelijk is ten behoeve van het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de bodemkwaliteit, waterhuishouding, cultuurhistorische, ecologische, aardkundige en/of landschappelijke waarden, mits de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
  • b. De onder a genoemde nadere eisen mogen slechts worden gesteld indien zulks noodzakelijk is ten behoeve van zorgvuldig ruimtegebruik en/of ruimtelijke kwaliteit en mits de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.

Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van bepaalde in bouwregels onder b voor het realiseren van eenvoudige voorzieningen voor extensief recreatief medegebruik, in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot 8 m, waarbij de in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden niet onevenredig mogen worden aangetast.

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Verboden werkzaamheden
Binnen deze bestemming is een omge vingsvergunning vereist om de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. Het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m² wordt gewijzigd of het maaiveld zelf met meer dan 0,20 m wordt gewijzigd.
  • b. Het diepploegen, diepwoelen of uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen, allen dieper dan 0,5 m onder maaiveld, alsmede de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage.
  • c. Het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie.
  • d. Het verwijderen van onverharde wegen of paden.
  • e. Het aanleggen en/of verharde van wegen of paden, dan wel het aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m².


Uitzonderingen
Het in verboden werkzaamheden vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.
  • b. Reeds in uitvoering zijn krachtens een verleende omgevingsvergunning, dan wel krachtens een verleende vergunning mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
  • c. werkzaamheden en maatregelen zoals bedoeld in in Bijlage 1 weergegeven inrichtingsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.
     

Toelaatbaarheid
De vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het groen, de landschapselementen en de bijbehorende groeiplaats, landschappelijke waarden en natuurwaarden, zoals brede landschappelijke structuren.

3.2 Verbeelding

De verbeelding is gewijzigd zoals vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0856.WPNistelrodesQ1638-ON01 en behorende bij dit wijzigingsplan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

De algemene regels, zoals vervat in hoofdstuk 3 van de regels van het bestemmingsplan 'Omgeving Nistelrodeseweg' (NL.IMRO.0856.BPNistelrodeseweg-VA01) zijn overeenkomstig van toepassing op dit wijzigingsplan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  • c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het wijzigingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan 'Nistelrodeseweg ong.'.