Plan: | Breestraat ong. te Volkel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1991.BPBU0299BREEONG-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Breestraat ong. te Volkel'.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1991.BPBU0299BREEONG-VA01 met de bijbehorende regels.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een toevoeging van een ruimte, van één grondgebonden bouwlaag, aan een woning die door zijn verschijningsvorm in bouwkundig, architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (constructie, ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan en een geheel vormt met (het hoofdgebouw van) de woning en daarmee in verbinding staat.
een toevoeging van een afzonderlijke ruimte, van één grondgebonden bouwlaag, aan een woning welke door zijn verschijningsvorm in bouwkundig, architectonisch en/of ruimtelijk opzicht (constructie, ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan en/of een geheel vormt met (het hoofdgebouw van) de woning.
een beroep of beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en/of bijbehorende aan- en/of bouwwerken met behoud van de hoofdfunctie wonen, kan worden uitgeoefend.
een vrijstaand bouwwerk bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waar een gedeelte van de huishouding, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
ondersteunende voorzieningen voor plantaardige teelten, die op of nabij de grond worden aangebracht, voor zogenaamde containerteelt.
recreatieve doeleinden die plaats vinden in de openlucht en/of in gebouwen, anders dan een woning, en zonder dat sprake is van verblijfsrecreatie of horeca zoals routegebonden recreatie, waterrecreatie, cultuurtoerisme, natuurtoerisme en indooractiviteiten.
extensieve vormen van dagrecreatie die in de openlucht plaatsvinden in gebieden waar de hoofdfunctie een andere is zoals wandelen, fietsen, paardrijden of kanoën.
iedere bovenbeïndiging van een gebouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
visueel afschermende, maskerende en/of het landschapbeeld versterkende en overwegend opgaande (rand)beplanting binnen of direct aansluitend op het bestemmingsvlak of bouwperceel van een bedrijf, een woning of een terrein met een andere functie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan dan wel enig ander onderkomen, voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, en die geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht of (kunnen) worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
het geheel van waraden in verband met bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object, in de zin van karakteristieke verschijningsvorm, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit, dat bestaat uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
waarden in verband met de aanwezigheid van bijzondere planten, dieren en leefgemeenschappen in onderlinge samenhang en in samenhang met hun leefomgeving (biotoop) en welke verband houden met zaken als verscheidenheid/zeldzaamheid, natuurlijkheid/ongestoordheid en kenmerkendheid voor het gebied.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m¹ boven peil is gelegen.
beneden het peil.
een dakconstructie waarvan maximaal drie zijdelingse begrenzingen worden gevormd door de gevels van belendende gebouwen, dan wel wordt gedragen door vrijstaande ondersteuningen, en die niet wordt aangemerkt als een gebouw, zoals een carport of een ander soort afdak op vrijstaande ondersteuningen.
een grens van een bouwperceel.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden zoals een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
de vergroting van een bestaande ruimte in/aan een woning.
de (denkbeeldige) lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die bij het ontbreken van een bebouwingsgrens gelijk is aan de in de regels voorgeschreven minimum afstand van gebouwen tot de naar de weg gekeerd begrenzing van de perceelgrens of de grens van het besluitvlak.
een van het (hoofd)gebouw van een woning - met bijbehorende aanbouwen, aangebouwde bouwwerken en/of uitbouwen - vrijstaan gebouw dat in bouwtechnisch (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) en/of in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw.
een (gedeelte van een) gebouw dat bedoeld is voor zelfstandige huisvesting voor één afzonderlijke huishouding.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de grens van het besluitvlak.
horizontaal tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenzijde van de gevels of het hart van de scheidsmuren, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van deze bestemming, met in acht name van de volgende bepalingen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Maatvoering eisen | Eis |
Maximale bouwhoogte bouwwerken | 1,20 m |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 3.2 en toestaan dat zonnepanelen op het terrein geplaatst worden, mits:
Binnen deze bestemming is een omgevingsvergunning vereist om de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in 3.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het groen, de landschapselementen en de bijbehorende groeiplaats.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
De gronden ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van wonen - landschapswaarden' dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.
Er zijn binnen deze bestemming geen gebouwen en overkappingen toegestaan, met uitzondering van erkers aan de voor- en zijgevel van de hoofdgebouwen, met dien verstande dat:
Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | |
Situering | erfafscheidingen | tuinmeubilair en speeltoestellen | vlaggenmasten en antennes (maximaal 1 vlaggenmast per bouwperceel) | overige bouwwerken |
Voor de voorgevelrooilijn | 1 m | 1 m | 6 m | 1 m |
< 1 m achter de voorgevelrooilijn | 1 m | 3 m | 6 m | 1 m |
> 1 m achter de voorgevelrooilijn | 2 m, waarvan 1 m gesloten mag zijn en boven die hoogte een voor 80% open constructie | 3 m | 5 m | 1 m |
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van deze bestemming, met in acht name van de volgende bepalingen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Maatvoering eisen | Eis |
Maximale hoogte speeltoestellen | 5 m |
Maximale hoogte afvalcontainers | 2 m |
Maximale oppervlakte bovengrondse afvalcontainers | 4 m2 |
Maximale hoogte overige bouwwerken | 1 m |
De gronden die zijn aangewezen voor 'Wonen' zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
De gronden ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van wonen - landschapswaarden' dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Maatvoeringseisen | Vrijstaande woning | Aaneengebouwde woning |
maximale bouwdiepte | 15 m | 12 m |
maximale breedte | 15 m | - |
Situeringseisen | Vrijstaande woning | Aaneengebouwde woning |
minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens | 5 m aan beide zijden | 5 m aan één zijde, tenzij de woning twee woningscheidende gevels bevat |
minimale afstand tot achterste perceelsgrens | 8 m | 8 m |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. overkappingen), gelden de situerings- en maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | |
Situering | erf- afscheidingen | tuinmeubilair en speeltoestellen | vlaggenmasten en antennes | overige bouwwerken |
Tussenperceel: | ||||
- voor de voorgevelrooilijn | 1 m | 1 m | 6 m | 1 m |
- achter de voorgevelrooilijn | 2 m | 3 m | 6 m | 3 m |
Hoekperceel: | ||||
- voor de voorgevelrooilijn | 1 m | 1 m | 6 m | 1 m |
- aan de zijde van het zijerf dat direct grenst aan de openbare weg of openbaar groen | ||||
< 1 m achter de voorgevelrooilijn | 1 m | 3 m | 6 m | 1 m |
> 1 m achter de voorgevelrooilijn | 2 m | 3 m | 6 m | 3 m |
Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van aan huis verbonden beroepen of dienstverlening toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens de elders in deze regeling opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
In geval van nieuwe ontwikkelingen (nieuwbouw van gebouwen en/of een wijziging van het gebruik van de gebouwen en/of gronden) dient voldaan te worden aan de parkeernormen, zoals opgenomen in bijlage 1 Nota parkeernormen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder lid 9.1.1, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen door de in bijlage 1 opgenomen Nota parkeernormen te wijzigen, indien een gewijzigde gemeentelijke Nota parkeernormen is vastgesteld.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform bijlage 2 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - landschapswaarden' binnen 1 jaar na eerste ingebruikname van het hoofdgebouw.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken zonder de aanleg en instandhouding van waterbergende voorzieningen. De capaciteit van de waterberging dient te voldoen aan de eisen conform algemene rekenregel van het waterschap Aa en Maas.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - ke zone' gelden in aanvulling op Hoofdstuk 2 de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bouwgrenzen, scheidingslijnen en overige aanduidingen in het horizontale vlak die noodzakelijk is, ofwel ter aanpassing aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, dan wel indien dit uit het oogpunt van doelmatig gebruik van de grond en bebouwing gewenst is en er geen dringende redenen zijn die zich hiertegen verzetten en mits die afwijking ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 10 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de in deze regels voorgeschreven hoogte van gebouwen, hoogtescheidingslijnen, hoogte van andere bouwwerken, afstand tot perceelsgrenzen en overige aanwijzingen, maten en afstanden, eventueel met een overschrijding van de bebouwingsgrens, mits deze afwijkingen niet meer bedragen dan 10% van de in het plan voorgeschreven maten, afstanden, oppervlakten en percentages.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels van het plan voor het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.1 tot en met 11.3 kan slechts worden verleend indien zich daartegen geen dringende redenen verzetten en indien het beoogde stedenbouwkundige beeld niet onevenredig wordt aangetast.
Bij de toetsing van het verlenen van omgevingsvergunningen voor het afwijken en het wijzigen van het plan, dienen onderstaande criteria mede als toetsingskader te worden gebruikt:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Breestraat ong. te Volkel'.