Plan: | Nieuwstraat 31 Volkel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1991.BPNieuwstraat31-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan 'Nieuwstraat 31 Volkel' van de gemeente Maashorst.
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1991 .BpNieuwstraat31-VA01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De bouwlaag van een gebouw, welke rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend; hieronder dient niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel.
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebieden dat door zijn beperkte omvang in woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; hieronder dient niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een gebouw dat qua afmeting en verschijningsvorm ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel staand hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor verbruik ter plaatse.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn ligging, constructie en/of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Een persoon, of groep personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voert. Indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, betreft het een leefvorm of samenlevingsvorm met een continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid.
Kenmerken van continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid zijn:
Bedrijfsmatige kamerverhuur valt niet onder het begrip 'huishouden'.
Werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden.
Een bouwwerk zonder eigen wanden, omsloten door maximaal twee wanden en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
Elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van voertuigen.
Een voor het publiek toegankelijke ruimte, waaronder mede begrepen vaar- en voertuigen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet gecombineerd met elkaar.
Een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.
De gevel van een hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie, dan wel gelet op de uitstraling ervan als voorgevel kan worden aangemerkt.
Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de begrenzing van het bestemmingsvlak.
Voorziening ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer.
Een niet met het hoofdgebouw verbonden gebouw dat qua afmeting en verschijningsvorm ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel staand hoofdgebouw, zoals garages, hobbyruimten, schuurtjes, huishoudelijke berg- en werkruimten en tuinhuisjes.
Voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, gemalen, inlaten etc.
Een voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad, met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de zelfstandige huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
De kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelsgrens.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
Langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren).
Vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als schoorstenen, antennes, overstekken tot ten hoogste 1 meter en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwdelen buiten beschouwing gelaten.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden zijn geen gebouwen toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' waar de ten tijde van vaststelling van het plan aanwezige bebouwing mag blijven gehandhaafd, worden vernieuwd en/of veranderd mits deze naar aard en omvang niet wordt vergroot.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 3.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 3.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de visueel afschermende functie van het groen en/of de waterbergende capaciteit.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.
Het bouwen van gebouwen, overkappingen en erfafscheidingen is niet toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' waar de ten tijde van vaststelling van het plan aanwezige bebouwing mag blijven gehandhaafd, worden vernieuwd en/of veranderd mits deze naar aard en omvang niet wordt vergroot.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (met uitzondering van overkappingen), gelden de situerings- en maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Maximale bouwhoogte | |||
Situering | Tuinmeubilair en speeltoestellen | Vlaggenmasten en antennes (maximaal 1 vlaggenmast per bouwperceel) | Overige bouwwerken |
Voor de voorgevelrooilijn | 1 m | 6 m | 1 m |
> 6 m achter de voorgevelrooilijn en/of tot de aan het erf gelegen zijgevel | 3 m | 6 m | - |
Zijdelingse en achterste perceelsgrens | - | - | - |
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van deze bestemming, met in acht name van de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Maatvoeringseisen | Eis |
Maximale hoogte speeltoestellen | 5 m |
Maximale hoogte afvalcontainers | 2 m |
Maximale oppervlakte bovengrondse afvalcontainers | 4 m2 |
Maximale hoogte overige bouwwerken | 1 m |
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Maximale bouwhoogte | ||||
Situering | Erfafscheidingen | Tuinmeubilair en speeltoestellen | Vlaggenmasten en antennes | Overige bouwwerken |
Tussen percelen: Voor de voorgevelrooilijn < 6 m achter de voorgevelrooilijn en/of tot de aan het erf gelegen zijgevel > 6 m achter de voorgevelrooilijn en/of tot de aan het erf gelegen zijgevel |
1 m 1 m 2 m |
1 m 1 m 3 m |
6 m 6 m 6 m |
1 m 1 m 3 m |
Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van beroepsmatige activiteiten aan huis togestaan als ondergeschikte activiteit, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.1 voor de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten dan wel kapsalons en daarmee vergelijkbare economische activiteiten in het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.3.1 onder b voor de uitoefening van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in dat deel van het hoofdgebouw dat ondergronds is gelegen, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische verwachtingswaarden van de gronden.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 7.2 onder a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld naar het oordeel van het bevoegd gezag.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 7.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en/of bouwhoogtes mogen worden overschreden door ondergeschikte bouwdelen tot maximaal 1,5 m alsmede door liftkokers, trappenhuizen en galerijen.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden gelden, behoudens de in de regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens de elders in deze regeling opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
In geval van nieuwe ontwikkelingen (nieuwbouw van gebouwen en/of een wijziging van het gebruik van de gebouwen en/of gronden) dient parkeren geheel op eigen terrein te worden opgelost.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder lid 10.1.1, mits:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing' binnen 1 jaar na eerste ingebruikname conform het in bijlage 1 weergegeven Erfinrichtingsplan teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken zonder de aanleg en instandhouding van waterbergende voorzieningen. De capaciteit van de waterberging mag niet minder bedragen dan 87 m³ en dient ook na realisatie in stand te worden gehouden.
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone – IHCS' mag de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 64 m + NAP.
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels een omgevingsvergunning kan worden verleend voor het afwijken van het bestemmingsplan en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, is het bevoegd gezag bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
met dien verstande dat het bepaalde in lid 11.1 en 11.2 in acht moet worden genomen;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen door:
Bij de toetsing van het verlenen van omgevingsvergunningen voor het afwijken en het wijzigen van het plan, dienen onderstaande criteria mede als toetsingskader te worden gebruikt:
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Nieuwstraat 31 Volkel'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
………………………
De voorzitter, De griffier,
………. ………