Plan: | Kloosterstraat - Brabantstraat Volkel |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1991.KloosterstVolkel-ON01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
plan:
het bestemmingsplan 'Kloosterstraat - Brabantstraat Volkel' van de gemeente Maashorst.
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1991.KloosterstVolkel-ON01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aaneengebouwde woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen.
achtererfgebied:
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
afhankelijke woonruimte:
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waarbij in geval van paarden dat uitsluitend als nevenactiviteit plaatsvindt.
ambulante detailhandel:
detailhandel die niet plaatsvindt in een detailhandelsvestiging maar op of aan de openbare weg. Onder ambulante detailhandel wordt mede verstaan (week)markten en standplaatsen buiten de markten.
antennedrager:
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
antenne-installatie:
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Bebouwingscluster:
vlakvormige verzameling van bebouwing buiten bestaand stedelijk gebied;
bebouwingsconcentratie:
kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster;
bebouwingslint:
min of meer aaneengesloten lijnvormige reeks van bebouwing langs een weg buiten bestaand stedelijk gebied;
bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel c.q. bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met bijgebouwen en overkappingen; hierbij worden ondergrondse bouwwerken meegerekend.
bedrijfsmatige activiteiten in een woning:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend; hieronder dient niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel.
bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is.
beroepsmatige activiteiten in of bij een woning:
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebieden dat door zijn beperkte omvang in woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; hieronder dient niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel.
beperkingen veehouderij:
gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen zijn beperkt;
bestaande situatie:
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bijgebouw:
een gebouw dat qua afmeting en verschijningsvorm ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel staand hoofdgebouw.
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
bouwlaag:
een deel van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
bruto-vloeroppervlak:
de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen, met inbegrip van de daartoe behorende bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen en dergelijke, met uitzondering van ondergrondse parkeervoorzieningen.
calamiteitenverkeer:
verkeer ten behoeve van hulpdiensten ten behoeve van de hulpverlening, zoals politie, brandweer en ambulance.
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor verbruik ter plaatse.
dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
geluidgevoelige gebouwen:
geluidgevoelige gebouwen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
gemengd landelijk gebied:
multifunctionele gebruiksruimte, gelegen buiten bestaand stedelijk gebied, buiten het Natuur Netwerk Brabant en buiten de groenblauwe mantel;
geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.
geschakelde woning:
woning, waarvan het hoofdgebouw door middel van een bijgebouw verbonden is aan een ander hoofdgebouw en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens mag worden gebouwd.
grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf.
halfvrijstaande woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van maximaal twee aaneengebouwde woningen en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens mag worden gebouwd.
hoekperceel:
een bouwperceel dat zowel aan de zijde van de voorgevel als aan één zijdelingse zijde grenst aan de weg of het openbaar groen.
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn ligging, constructie en/of afmeting als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
horecabedrijf:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
hoveniersbedrijf:
een bedrijf dat gericht is op de aanleg en het onderhoud van tuinen, parken en plantsoenen.
Huishouden
Een persoon, of groep personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voert. Indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, betreft het een leefvorm of samenlevingsvorm met een continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid. Kenmerken van continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid zijn:
jongerenontmoetingsplaats:
een door het gemeentebestuur als zodanig aangewezen of ingerichte voor jongeren bedoelde openbare locatie, al dan niet met voorzieningen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
kernrandzone:
een overgangszone tussen de bebouwde kom en het buitengebied met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand van elkaar en met een ondergeschikte en/of afnemende agrarische functie;
maatschappelijke voorzieningen:
voorzieningen op het gebied van:
mantelzorg:
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, en niet zelfstandig in zijn algemene dagelijkse levensbehoeften kan voorzien, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
nevenactiviteit / nevenfunctie, ondergeschikte-
activiteit, die gezien de relationele aard en geringe omvang, slechts een aanvulling is op de hoofdactiviteit.
niet-publiek-gerichte dienstverlening:
een bedrijfsmatige activiteit uitsluitend of overwegend gericht op het verlenen van administratieve diensten en/of het uitvoeren van handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven zonder een rechtstreeks contact met het publiek.
ondergeschikt bouwdeel:
ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden:
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden.
overkapping:
een bouwwerk zonder eigen wanden, omsloten door maximaal twee wanden en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
parkeervoorzieningen:
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van voertuigen.
perceelsgrens:
grens van een bouwperceel.
perifere detailhandel:
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en goederen, auto's, boten en caravans, tuincentra, bouwmarkten, detailhandel in grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling.
productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen, die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
publiekgerichte dienstverlening:
een bedrijfsmatige activiteit uitsluitend of overwegend gericht op het verlenen van diensten aan consumenten met een rechtstreeks contact met het publiek, niet zijnde niet-publiekgerichte dienstverlening, detailhandel, horeca en/of seksuele dienstverlening.
recreatie-inrichting:
overdekte accommodatie waar de gelegenheid bestaat tot de beoefening van sport en spel dan wel recreatie, zoals een dansschool, biljartcentrum, kegelbaan, handboogschietbaan en hiermee vergelijkbare functies. Een seks- en/of pornobedrijf valt hier niet onder.
risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke ruimte, waaronder mede begrepen vaar- en voertuigen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet gecombineerd met elkaar.
seksuele dienstverlening:
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.
staat van bedrijfsactiviteiten:
de lijst van bedrijven bevattende basisinformatie voor milieuzonering zoals die lijst is opgenomen in de bijlage behorende bij deze regels.
tuincentrum:
een detailhandelsbedrijf waarbinnen bedrijfsmatig boomkwekerijproducten, planten, bloembollen, bloemen en attributen voor de aanleg, verfraaiing en het onderhoud van tuinen en daarbij noodzakelijke hulpmiddelen ter verkoop worden aangeboden.
voorgevel:
de gevel van een hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie, dan wel gelet op de uitstraling ervan, als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
voorgevelrooilijn:
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de begrenzing van het bestemmingsvlak.
voorzieningen van algemeen nut:
voorziening ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer.
vrijstaand bijgebouw:
een niet met het hoofdgebouw verbonden gebouw dat qua afmeting en verschijningsvorm ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel staand hoofdgebouw, zoals garages, hobbyruimten, schuurtjes, huishoudelijke berg- en werkruimten en tuinhuisjes.
vrijstaande woning:
een woning die hoogstens door middel van de bijgebouwen met een andere woning verbonden is en waarvan geen van beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan.
watergang:
een werk al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan.
weg:
een voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad, met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
woning:
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de zelfstandige huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Wonen:
Het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van kamers of het gehuisvest zijn in een huis/woning, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding, met dien verstande dat kamerhuur in een pand beperkt is en blijft tot een huishouden plus maximaal twee personen of maximaal vier personen die geen huishouden vormen.
zorginstelling:
bebouwing bestaande uit wooneenheden in combinatie met maatschappelijke zorg en algemene voorzieningen in hoofdzaak ten behoeve van de bewoners van deze wooneenheden, zoals voorzieningen in het kader van de gezondheidszorg, kleinschalige detailhandel, publiekverzorgend ambacht en dienstverlening.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelsgrens.
bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
dakhelling:
langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak.
goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
lengte, breedte en diepte bouwwerk:
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren).
ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
peil:
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt en de hoogte niet meer dan 3 m bedraagt. Dakkapellen, risalieten en vergelijkbare bouwdelen vallen hier niet onder.
Begrip risaliet:
Een vooruitspringende gevelpartij die over de gehele hoogte doorloopt.
Begrip bouwenvelop:
De kaders waarbinnen een gebouw mag worden gebouwd. De kaders worden gevormd door de maximale goothoogte, de bouwhoogte, de dakhelling en de bebouwingsdiepte.
Dakhelling
In bestemmingen vastleggen dat de dakhelling niet meer mag bedragen dan 55 graden. De goot- en bouwhoogte en de bebouwingsdiepte zijn al in de regels vastgelegd.
Afdekking van gebouwen
Afwijking ten aanzien van de afdekking van gebouwen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen het afwijken van de bebouwingsbepalingen binnen de bouwenvelop, ten aanzien van de maximale goothoogte en maximale dakhelling, en platte afdekkingen, dakvlakken met een helling van meer of minder dan 55 graden en rechtopstaande gevelconstructies toestaan, met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Buiten het bouwvlak
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en veldschuren buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
Soort bouwwerk | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Maximale oppervlakte danwel inhoud | Overige regels |
Erf- en terreinafscheiding | 2 m 1m1) |
1) Voor de voorgevel van de bedrijfswoning | ||
Kleine bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die noodzakelijk zijn uit een dagrecreatief medegebruik, zoals informatiepanelen, zitbanken en schuilgelegenheden | 2,5 m | 15m2 per bouwwerk | Veldschuren zijn buiten het bouwvlak toegestaan ter plaatse van de aanduiding 's specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' | |
Bestaande veldschuren | Bestaand | Bestaand | Bestaand | |
Veldschuren die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan nog niet aanwezig waren | 3 meter | Aanduidingsvlak | Veldschuren zijn buiten het bouwvlak toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' | |
Teeltondersteunden voorzieningen zijn niet toegestaan |
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Buiten het bouwvlak
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.1 onder a voor het gebruik van de gronden buiten het bouwvlak voor tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor zover deze geen bouwwerken zijn, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.1 onder c voor het gebruik van de gronden buiten het bouwvlak voor de teelt van (fruit)bomen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de bouw van veldschuren, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' of 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van landschaps- en/of natuurwaarden'.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, (m.u.v. overkappingen) gelden de volgende bepalingen:
Maatvoeringseisen | Eis |
maximale bouwhoogte speeltoestellen | 5 m |
maximale bouwhoogte geluidafschermende voorzieningen | 3 m |
maximale bouwhoogte overige bouwwerken | 1 m |
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Groen - landschappelijke inpassing' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Maatvoeringseisen | Eis |
maximale bouwhoogte erfafscheiding | 2,5 m |
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden staande hoofdgebouwen;
met daarbij behorende:
b. voorzieningen van algemeen nut;
c. wegen en paden;
d. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
e. groenvoorzieningen;
f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
a. Er zijn binnen deze bestemming geen gebouwen en overkappingen toegestaan
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de situerings- en maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | |
Situering | erf-afscheidingen | tuinmeubilair en speeltoestellen | vlaggenmasten en antennes | overige bouwwerken |
tussenperceel | ||||
voor de voorgevelrooilijn | 1 m | 1 m | 6 m | 1 m |
hoekperceel: | ||||
- voor de voorgevelrooilijn | 1 m | 1 m | 6 m | 1 m |
- aan de zijde van het zijerf dat direct grenst aan de openbare weg of openbaar groen: | ||||
< 1 m achter de voorgevelrooilijn | 1 m | 3 m | 6 m | 1 m |
> 1 m achter de voorgevelrooilijn | 2 m, waarvan 1 m gesloten mag zijn en boven die hoogte een voor 80 % open constructie | 3 m | 6 m | 1 m |
toegangspoort bij vrijstaande, halfvrijstaande en hoekwoningen | ||||
Bij vrijstaande, halfvrijstaande en hoekwoningen mag voor de voorgevelrooilijn een toegangshek of -poort worden geplaatst over een breedte van maximaal 5 meter met een hoogte van maximaal 1 meter mits sprake is van een 80 % open constructie of het gedeelte vanaf 1 meter boven het aansluitende terrein ten minste 80% open van constructie is. | ||||
erfafscheiding grote percelen | ||||
Als sprake is van een perceel met een minimale breedte langs de weg van 20 meter of meer dan mag een erfafscheiding voor de voorgevelrooilijn een maximale hoogte hebben van 2 meter mits sprake is van een voor 80 % open constructie of het gedeelte vanaf 1 meter boven het aansluitende terrein ten minste 80 % open van constructie is (als groendrager). |
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, die ten dienste staan van de bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, (m.u.v. overkappingen) gelden de volgende bepalingen:
Maatvoeringseisen | Eis |
maximale hoogte speeltoestellen | 5 m |
maximale hoogte overige bouwwerken | 10 m |
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Maatvoeringseisen | Vrijstaande woning | Halfvrijstaande woning | Geschakelde woning | Aaneengesloten woning |
maximale bouwdiepte | 15 m | 12 m | 12 m | 10 m |
maximale breedte | 15 m | 12 m | - | - |
Situeringseisen | ||||
Voorgevel in of op een maximale afstand tot voorgevelrooilijn | 2 m | 2 m | 2 m | 2 m |
minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens | 3 m aan beide zijden | 3 m aan één zijde | 3 m aan één zijde | - |
minimale afstand tot achterste perceelsgrens | 10 m | 10 m | 10 m | 10 m |
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Maatvoeringseisen | Eis |
maximale oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen op bouwpercelen tot en met 500 m2: | 75 m², waarvan maximaal 50 m² aan bijgebouwen, mits het deel van het bouwperceel achter de maximaal toegelaten bouwdiepte van hoofdgebouwen voor niet meer dan 50% is, dan wel wordt bebouwd. |
maximale oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen op bouwpercelen groter dan 500 m2: | 75 m², hiervan is maximaal 50 m² aan bijgebouwen toegestaan, waarbij 50 m² vermeerderd wordt met 10% van het oppervlakte van het bouwperceel boven de 500 m² tot een maximum van 100 m², mits het deel van het bouwperceel achter de maximaal toegelaten bouwdiepte van hoofdgebouwen voor niet meer dan 50% is, dan wel wordt bebouwd. |
maximale goothoogte | 3 m |
maximale bouwhoogte | 5 meter en verder begrensd door de formule: (afstand daknok tot de perceelsgrens (m) x 0.47) + 3 m |
situeringseisen | Eis |
Minimale afstand bijgebouw tot de voorgevelrooilijn | 5 m |
Minimale afstand tussen voorgevelrooilijn en voorzijde overkapping | 1 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. overkappingen), gelden de situerings- en maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | Maximale bouwhoogte | |
Situering | erf-afscheidingen | tuinmeubilair en speeltoestellen | vlaggenmasten en antennes | overige bouwwerken |
tussenperceel | ||||
- voor de voorgevelrooilijn : | 1 m | 1 m | 6 m | 1 m |
- achter de voorgevelrooilijn: | 2 m | 3 m | 6 m | 3 m |
Hoekperceel: | ||||
- voor de voorgevelrooilijn | 1 m | 1 m | 6 m | 1 m |
- aan de zijde van het zijerf dat direct grenst aan de openbare weg of openbaar groen: | ||||
< 1 m achter de voorgevelrooilijn | 1 m | 3 m | 6 m | 1 m |
> 1 m achter de voorgevelrooilijn | 2 m | 3 m | 6 m | 3 m |
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van beroepsmatige activiteiten aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.1 voor de uitoefening van nieuwe bedrijfsmatige activiteiten dan wel kapsalons in het hoofd- of bijgebouw , met dien verstande dat:
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken wordt tevens getoetst aan het algemene toetsingskader, zoals opgenomen in artikel 19, lid 19.1.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.3.3 onder b voor de uitoefening van beroepsmatige activiteiten in dat deel van het hoofd- of bijgebouw dat ondergronds is gelegen, met dien verstande dat:
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken wordt tevens getoetst aan het algemene toetsingskader, zoals opgenomen in artikel 19, lid 19.1.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen door een of meer van de in lid 9.1 sub e t/m i genoemde aanduidingen van de verbeelding te verwijderen indien de betreffende gronden gedurende 1 jaar niet zijn gebruikt voor de betreffende activiteiten.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Soort bouwwerk | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Minimale afstand tot de weg | Dakhelling bij afdekking met kap | Maximale oppervlakte dan wel inhoud | Minimale afstand tot zijdelingse en achterste perceelsgrenzen | Overige regels | |
min | max | |||||||
woning | 6 m | 10 m | 15 m bij lokale wegen; 20 m bij interlokale wegen | 12 | 55 | 600 m3, met dien verstande dat de oppervlakte van de kookstudie en het hostel niet meer bedraagt dan het aanduidingsvlak ter plaatse | 5 m | - nieuwbouw, met uitzondering van vervangende nieuwbouw, is niet toegestaan - bij vervangende nieuwbouw dient de woning voor minimaal 30% op het geheel van de plaats van de bestaande fundering te worden gesitueerd, met dien verstande dat de afstand tot de weg niet mag worden verkleind, tenzij is aangetoond dat de geluidsbelasting wegverkeerslawaai op de gevel van de nieuw te bouwen woning voldoet aan de voorkeursgrenswaarde Wet geluidhinder. - indien de bestaande inhoud al groter is dan 600 m3 geldt die grotere inhoud als maximum - indien de woning deel uitmaakt van een bestaande woonboerderij of bouwmassa met meerdere woningen waarvan de totale inhoud al meer bedraagt dan 600 m3 geldt die grotere inhoud als maximum |
3 m | 6 m | 100 m2 | 3 m | - bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn van de woning te worden gebouwd. - de afstand van vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot de woning mag niet meer bedragen dan 15 m. - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bijgebouw 2' is het bijgebouw zoals aanwezig ten tijde van vaststelling van dit bestemmingsplan toegestaan |
||||
vrijkomende agrarische bebouwing | bestaand | bestaand | bestaand | - vrijkomende agrarische bebouwing is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab'; - herbouw van vrijkomende agrarische bebouwing is niet toegestaan |
Voor het bouwen van veldschuren gelden de volgende regels:
Soort bouwwerk | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Maximale oppervlakte dan wel inhoud | Overige regels |
Bestaande veldschuren | bestaand | bestaand | bestaand | veldschuren zijn buiten het bouwvlak toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' |
Veldschuren die ten tijde van terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan nog niet aanwezig waren | 3 meter | Aanduidingsvlak | veldschuren zijn buiten het bouwvlak toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Soort bouwwerk | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Maximale oppervlakte dan wel inhoud | Overige regels |
erf- en terreinafscheidingen | 2 m | de bouwhoogte voor de voorgevel van de woning bedraagt maximaal 1 m | ||
reclamemasten | 6 m | |||
overige bouwwerken | 3 m | de bouwhoogte voor de voorgevel van de woning bedraagt maximaal 1 m |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Bed & breakfast is toegestaan bij woningen onder de volgende voorwaarden:
In een woning en/of een bijbehorend bouwwerk bij een woning is de uitoefening van beroepen aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Statische binnenopslag is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab' onder de volgende voorwaarden:
Huisvesting van seizoensarbeiders is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab' onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 10.5.1 onder b voor het uitoefenen van ondergeschikte nevenfuncties bij de woonfunctie, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de vestiging van niet-agrarische functies, anders dan wonen, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Het in 11.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door :
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische verwachtingswaarden van de gronden.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 12.2 sub a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 12.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergeschikte bouwdelen gelden de volgende bepalingen:
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden gelden, behoudens de in de regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens de elders in deze regeling opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
Waar in het plan een maximale goothoogte is aangegeven, dient een gebouw aan twee tegenover elkaar gelegen zijden vanaf die of een lagere hoogte te worden afgedekt met hellende dakvlakken, waarvan de helling niet meer mag bedragen dan 45 graden, met dien verstande dat:
In geval van nieuwe ontwikkelingen (nieuwbouw van gebouwen en/of een wijziging van het gebruik van de gebouwen en/of gronden) dient voldaan te worden aan de parkeernormen, zoals opgenomen in de bijlage 'Nota parkeernormen' en dat indien deze beleidsregels gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder lid 15.1, mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchtvaart 35 - 40 Ke' gelden, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, de volgende bepalingen met betrekking tot de bouw van geluidsgevoelige gebouwen:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchtvaart 40 - 45 Ke' gelden, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, de volgende bepalingen met betrekking tot de bouw van geluidsgevoelige gebouwen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen en de contouren van de geluidszones te wijzigen, indien hiertoe aanleiding bestaat op grond van gewijzigde wet- en regelgeving
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - funnel' mag de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone -radar' mag de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 49 m + NAP oplopend met 4,3 meter per kilometer vanaf de radarantenne. Indien de bouwhoogte van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan groter is dan 49 m + NAP, dan geldt deze bouwhoogte als de maximale bouwhoogte.
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels een omgevingsvergunning kan worden verleend voor het afwijken van het bestemmingsplan en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, is het bevoegd gezag bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen door:
Bij de toetsing van het verlenen van omgevingsvergunningen voor het afwijken en het wijzigen van het plan, dienen onderstaande criteria mede als toetsingskader te worden gebruikt:
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan 'Kloosterstraat - Brabantstraat Volkel'