Plan: | Parapluplan Hogere Waarden Geluidzone Volkel |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1991.Parapluhwvolkel-ON01 |
Luchtvaartterrein Volkel heeft sinds 1993 van rechtswege een geluidszone krachtens artikel 59 van de Wet geluidhinder. Deze geluidszone voor industriegeluid is een gevolg van het feit dat op het luchtvaartterrein inrichtingen, aangewezen in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (S tb. 1997, 74) aanwezig zijn.
In 1997 is de geluidszone gesaneerd, waarna er geen woningen meer lagen binnen de saneringscontour van 55 dB(A). Na 1997 is er echter binnen de geluidszone in de gemeente Maashorst (toen nog gemeente Uden en gemeente Landerd) een aantal geluidgevoelige bestemmingen gerealiseerd. Deze woningen voldoen niet aan de op grond van de Wet Geluidhinder geldende voorkeursgrenswaarde. Het college van B&W heeft geen hogere grenswaarden vastgesteld voor deze woningen. Deze geluidgevoelige objecten zijn daarom in strijd met de vigerende bestemmingsplannen en het vigerende beleid van de gemeente Maashorst.
Doel van het parapluplan is een partiële herziening van meerdere bestemmingsplannen in de gemeente Maashorst voor het aspect grondgebonden geluid. Het parapluplan is het planologische kader voor het besluit hogere grenswaarde van een aantal woningen. Het parapluplan herstelt deze omissie en biedt de woningen in combinatie met het besluit hogere grenswaarde het juist wettelijke beschermingsniveau conform de Wet geluidhinder. Het brengt de feitelijke situatie weer in overeenstemming met de planologische situatie. Daarnaast biedt het plan rechtsgelijkheid ten opzichte van geluidsgevoelige objecten waarvoor wel een hogere grenswaarde is vastgesteld.
Het karakter van een parapluherziening is dat het bestemmingsplan waarvan wordt afgeweken in stand blijft. Ten aanzien van ligging van de geluidszone, de regels en/of de verbeelding vinden geen wijzigingen plaats.
Voor verschillende geluidgevoelige objecten binnen de gemeente Maashorst is geen besluit hogere grenswaarde genomen. Om dit te herstellen is voorliggende paraplubestemmingsplan vastgesteld. Bij dit plan behoord ook een besluit hogere grenswaarden. Voor de volgende adressen is geen besluit hogere grenswaarden vastgesteld. Om deze reden omvat het werkingsgebied van dit paraplubestemmingsplan de volgende adressen:
Achter-Oventje | 29a | Zeeland |
Achter-Oventje | 2a | Zeeland |
Achter-Oventje | 2d | Zeeland |
Achter-Oventje | 2e | Zeeland |
Beukenlaan | 1 | Odiliapeel |
Beukenlaan | 3 | Odiliapeel |
Beukenlaan | 49 | Odiliapeel |
Beukenlaan | 54 | Odiliapeel |
Beukenlaan | 57 | Odiliapeel |
Beukenlaan | 1a | Odiliapeel |
Beukenlaan | 1b | Odiliapeel |
Beukenlaan | 1c | Odiliapeel |
Beukenlaan | 1d | Odiliapeel |
Beukenlaan | 3a | Odiliapeel |
Beukenlaan | 3b | Odiliapeel |
Beukenlaan | 3c | Odiliapeel |
Beukenlaan | 3d | Odiliapeel |
Beukenlaan | 42b | Odiliapeel |
Beukenlaan | 44a | Odiliapeel |
Beukenlaan | 49b | Odiliapeel |
Boterbloemstraat | 12 | Odiliapeel |
Boterbloemstraat | 12a | Odiliapeel |
Koolmeesstraat | 22 | Odiliapeel |
Korenbloemstraat | 24 | Odiliapeel |
Korenbloemstraat | 26 | Odiliapeel |
Korenbloemstraat | 28 | Odiliapeel |
Korenbloemstraat | 24a | Odiliapeel |
Korenbloemstraat | 24b | Odiliapeel |
Nieuwedijk | 8 | Odiliapeel |
Oudedijk | 54 | Odiliapeel |
Oudedijk | 60 | Odiliapeel |
Oudedijk | 76 | Odiliapeel |
Papaverstraat | 9 | Odiliapeel |
Peelweg | 28a | Odiliapeel |
Pionier | 3 | Odiliapeel |
Pionier | 15 | Odiliapeel |
Rechtestraat | 3 | Odiliapeel |
Rechtestraat | 7a | Odiliapeel |
Rogstraat | 1 | Odiliapeel |
Vogelstraat | 2 | Odiliapeel |
Het betreft hiebij de volgende bestemmingsplannen:
BP Beukenlaan 49a, Odiliapeel | NL.IMRO.0856.HerzOdiliapeel-VA01 | |
Buitengebied 2014 | NL.IMRO.0856.BPBuitengebied2014-VA01 | |
Partiele herziening buitengebied 2017 | NL.IMRO.0856.HerzBuitengebied-VA01 | |
Odiliapeel 2012 | NL.IMRO.0856.BPOdiliapeel2012-VA03 | |
Buitengebied 2006 |
In 3.2. is op afbeelding 1. de 50 dB(A) contour van het industielawaai van vliegbasis Volkel weergegeven. Tevens is op deze kaart de positie van de hierboven beschreven woningen in verhouding tot deze contourlijn inzichtelijk gemaakt.
Voorliggend plan herstelt een omissie in de eerder doorlopen ruimtelijke procedures zonder dat dit een verandering in de fysieke leefomgeving teweeg brengt. Provinciaal- en Rijksbeleid zijn hierbij niet relevant. Deze toelichting gaat derhalve niet in op het beleid van deze hogere overheden.
Een industrieterrein is een begrensde locatie binnen een gemeente, die in het kader van ruimtelijke ordening is aangemerkt als vestigingsgebied voor grote bedrijven en industrie. Indien sprake is van een industrieterrein volgens de Wet geluidhinder dan betekent dat dat op het betreffende industrieterrein grondgebonden activiteiten zijn toegestaan die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
Artikel 40 van de Wet geluidhinder bepaalt dat als bij de vaststelling van een bestemmingsplan aan gronden een zodanige bestemming wordt gegeven dat daardoor een industrieterrein ontstaat, daarbij tevens een rond het betrokken terrein gelegen zone vastgesteld wordt.
De (geluid)zonering wordt beoogd rechtszekerheid te bieden aan zowel de gebruiker van het industrieterrein als aan bewoners/gebruikers van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. De zonering zorgt er aan de ene kant voor dat het industrieterrein de geluid producerende activiteiten niet onbeperkt kan uitbreiden ter bescherming van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen (en buiten) de zone. Aan de andere kant zorgt de zonering ervoor dat de akoestische ruimte van het industrieterrein wordt beschermd. Er wordt namelijk voorkomen dat woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen in de nabijheid van het industrieterrein worden gerealiseerd waardoor de bedrijfsvoering wordt belemmerd.
Samengevat betekent dat dat buiten deze zone rond het industrieterrein de gecumuleerde geluidbelasting van alle daarop gevestigde bedrijven niet hoger mag zijn dan 50 dB(A). Binnen deze zone is het toelaten van geluidsgevoelige objecten enkel onder voorwaarden mogelijk. Zo kunnen binnen de zone van 50 dB(A) nieuwe geluidgevoelige functies (objecten en terreinen) worden toegestaan als er een hogere grenswaarde is vastgesteld. Voor nieuwe situaties bedraagt de hogere grenswaarden maximaal 55 dB(A). Voor bestaande situaties geldt de maximale grenswaarde van 60 dB(A).
Luchtvaartterrein Volkel heeft sinds 1993 van rechtswege een geluidszone krachtens artikel 59 van de Wet geluidhinder. Deze geluidszone voor industriegeluid is een gevolg van het feit dat op het luchtvaartterrein inrichtingen, aangewezen in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (S tb. 1997, 74) aanwezig zijn. De geluidszone berust op geluidsberekeningen door TNO (1992) en is gebaseerd op de volgende bronnen: proefdraaien van jachtvliegtuigen en helikopters in en buiten shelters, mobiele werktuigen, de hondenkennel, apparaten zoals aggregaten, afzuiging en ventilatoren en voertuigbewegingen. Het taxiën van vliegtuigen van en naar de start- en landingsbaan als ook het draaien van de motor voorafgaand aan een vlucht valt onder de Wet luchtvaart en dus niet onder de Wet geluidhinder. De geluidszone van 50 dB(A) heeft dus geen betrekking op luchtgebonden geluid afkomstig van vliegbewegingen. Op onderstaande afbeelding staat de geluidscontour industrielawaai weergegeven.
Afbeelding 1: Ligging geluidscontour industrielawaai 50 dB(A) (groene lijn) met situering woningen waarvoor besluit hogere grenswaarden wordt genomen (rode stippen).
In 1997 is de geluidszone gesaneerd, waarna er geen woningen meer lagen binnen de saneringscontour van 55 dB(A). Na 1997 is er echter binnen de geluidszone in de gemeente Maashorst (toen nog gemeente Uden en gemeente Landerd) een aantal geluidgevoelige bestemmingen gerealiseerd. Deze woningen voldoen niet aan de op grond van de Wet Geluidhinder geldende voorkeursgrenswaarde. Het college van B&W heeft geen hogere grenswaarden vastgesteld voor deze woningen. Deze geluidgevoelige objecten zijn daarom in strijd met de vigerende bestemmingsplannen en het vigerende beleid van de gemeente Maashorst.
Onderhavig parapluplan maakt het nemen van een besluit hogere grenswaarde mogelijk. Het vormt als het ware de kapstok voor het nemen van het benodigde besluit. Het besluit tot het toestaan van een hogere geluidswaarde volgt op de vaststelling van het bestemmingsplan.
Een besluit hogere grenswaarde betreft overigens niet de verplichting tot het zo nodig treffen van maatregelen aan de gevel, zoals vastgelegd in de artikelen 111b en 112 Wet geluidhinder. De vraag of de verplichting hiertoe bestaat, staat los van de rechtmatigheid van een besluit tot vaststelling van hogere grenswaarden (zie bijvoorbeeld AbRvS 23 maart 2016, ECLI:NL:RVS:2016:785, Uitspraak 201502953/1/R3 - Raad van State).
Op basis van artikel 3.2 van het Bouwbesluit geldt een minimale geluidwering van 20 dB(A) voor de uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied. Bij een besluit hogere grenswaarden tot 55 dB(A) worden de binnenwaarden van 35 d(A) niet overschreden. De verplichting tot bouwkundige maatregelen aan de gevel van de betreffende woningen is niet aan de orde.
Het voorliggende plan is een parapluherzieningsplan. Dit houdt in dat het paraplubestemmingsplan de in het plan genoemde bestemmingsplannen op een specifieke punt wijzigt. In voorliggend plan houdt dit in dat er een algemene regel wordt toegevoegd aan de genoemde bestemmingsplannen.
Met de toevoeging van deze algemene regel wordt beoogd dat de omissie van de voor deze locaties niet genomen besluiten hogere grenswaarde wordt hersteld. Het nemen van een besluit hogere grenswaarde voor geluidgevoelige objecten binnen de 55 dB(A) zone valt binnen de standaard werkwijze van de gemeente Maashorst.
In lid 1.2 tot en met lid 1.6 van de planregels worden de bestemmingsplannen waarop deze parapluherziening ziet gedefineerd.
De relatie tussen de in lid 1.2 tot en met lid 1.6 genoemde bestemmingsplannen en de parapluherziening wordt beschreven in artikel 2 Relatie onderliggende ruimtelijke plannen- parapluherziening.
In Artikel 3 Aanpassing onderliggende bestemmingsplannen wordt een nieuwe planregel toegevoegd aan de genoemde bestemmingsplannen. Het gaat hier om de volgende regel:
"Aan de bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 1 lid 1.7 wordt de volgende algemene gebruiksregel toegevoegd: a. voor de locaties ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - woningen hogere waarde' geldt voor de woonfunctie dat aan de voorwaarden van het besluit hogere grenswaarden moet worden voldaan en uitsluitend mag worden gebouwd of verbouwd, indien de voorwaarden die gesteld zijn in het Besluit hogere grenswaarde in acht worden genomen." |
Middels deze regel wordt bereikt dat voor de genoemde locaties een besluit hogere grenswaarde genomen moet worden. Op deze wijze is het mogelijk om de omissie van de in het verleden niet genomen besuiten hogere grenswaarde te herstellen.
Hoofdstuk 3 Algemene regels en Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels bevatten de algemene, overgangs- en slotregels van dit bestemmingsplan.
In de voorbereidende fase van dit bestemmingsplan zijn belanghebbenden per brief geïnformeerd. Kort voor de terinzagelegging van het ontwerp zal tevens voor belanghebbenden een inloopavond worden gehouden
Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende zes weken als ontwerp ter inzage gelegd. Tijdens deze periode is eenieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Hiervan Wel/geen.
Daarnaast zijn alle eigenaren van de betreffende percelen op de hoogte gebracht van het voornemen om een besluit hogere grenswaarde te nemen.
Het parapluherzieningsplan is vervolgens op [datum] vastgesteld. Het besluit tot vaststelling wordt gepubliceerd en het bestemmingsplan ligt zes weken ter inzage. Tijdens deze periode is het mogelijk beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.