direct naar inhoud van Artikel 7 Algemene gebruiksregels
Plan: Bangert 34
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.BPbangert34-ON01

Artikel 7 Algemene gebruiksregels

7.1 Algemeen verbod op strijdig gebruik ex artikel 2.1 Wabo

Ingevolge artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming.

7.2 Bijzonder gebruiksverbod
7.2.1

Onverminderd het bepaalde in lid 7.1 van dit artikel is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:

  • a. het storten of het lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
  • b. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, voer- en vaartuigen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • c. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.

7.2.2

Onverminderd het bepaalde in lid 7.1 is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor een seksinrichting en voor detailhandel, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de bestemmingsregels.

7.3 Uitzonderingen gebruiksverbod

7.3.1

Het bepaalde in lid 7.1 is niet van toepassing op het medegebruik van woningen en/of aangebouwde bijgebouwen als praktijkruimte voor beroepsmatige activiteiten, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de brutovloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 30% van de woning met een maximum van 75 m²;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;
  • d. er wordt voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein;
  • e. de beroepsmatige activiteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
  • f. er, behoudens een beperkte kleinschalige verkoop in direct verband met de beroepsmatige activiteiten, geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden.

7.3.2

Het bepaalde in lid 7.2.1 van dit artikel is niet van toepassing op:

  • a. het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden;
  • b. de opslag van goederen in het kader van de in het plan toegestane bedrijfsvoering;
  • c. het opslaan of storten van afval- en meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van de gronden en de watergangen.
7.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 1 voor het medegebruik van woningen en/of bijgebouwen ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 30% van de woning met een maximum van 75 m²;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • c. in de omgeving geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt;
  • d. de bedrijfsuitoefening geschiedt door degene die op het perceel woonachtig is;
  • e. er, behoudens een beperkte kleinschalige verkoop in direct verband met de bedrijfsmatige activiteiten, geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden;
  • f. er geen vergunningplichtige activiteiten op grond van de Wet milieubeheer mogen plaatsvinden.