direct naar inhoud van Artikel 25: Leiding - Gas
Plan: Medemblik - Woongebieden
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.094108-VO01

Artikel 25: Leiding - Gas

25.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • een strook ten behoeve van een hoofdgastransportleiding en de daarbijbehorende veiligheidszone, alsmede het onderhoud en beheer daarvan.

25.2. Bouwregels
25.2.1. Algemeen

Op of in de tot 'Leiding - Gas' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • andere bouwwerken ten behoeve van het doelmatig en veilig functioneren van de gasleiding.

25.2.2. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere voorkomende bestemming(en), geen gebouwen worden gebouwd. Deze regeling is niet van toepassing op bestaande gebouwen.

25.2.3. Risicogevoelige bouwwerken

In afwijking van het bepaalde bij de andere voor deze gronden aangewezen bestemming(en) mogen binnen een afstand van 20 m gerekend vanuit het hart van de hoofdgastransportleiding, geen risicogevoelige bouwwerken als bedoeld in de circulaire Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen (1984) worden gebouwd.

25.2.4. Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken, geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van andere bouwwerken, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.

25.3. Afwijken van de bouwregels

Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 25.2.1 en 25.2.2 in die zin dat de in de andere voor deze gronden aangewezen bestemming(en) genoemde gebouwen of andere bouwwerken, worden gebouwd, mits:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de betreffende nutsleiding;
    • 2. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
  • b. het bepaalde in lid 25.2.1 en 25.2.3 in die zin dat de in de andere voor deze gronden aangewezen bestemming(en) genoemde risicogevoelige gebouwen worden gebouwd, mits:
    • 1. de veiligheid van personen en goederen in voldoende mate kan worden gewaarborgd.

25.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.4.1. Vergunningsplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemming(en) een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 0,30 m;
  • c. het in de grond drijven van voorwerpen dieper dan 0,30 m;
  • d. het aanleggen of verharden van andere oppervlakteverhardingen;
  • e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 0,30 m.

25.4.2. Uitzondering

Het bepaalde in lid 25.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

25.4.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de betreffende hoofdgastransportleiding. Voorafgaand aan de vergunningverlening zal hierover advies worden ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.