direct naar inhoud van Artikel 13 Bedrijf - Grasdrogerij
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.114121-0001

Artikel 13 Bedrijf - Grasdrogerij

Zie voor de uitleg van de bestemming paragraaf 5.12 Bedrijf - Grasdrogerij in de toelichting.

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Grasdrogerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsgebouwen, overkappingen en installaties ten behoeve van een grasdrogerij in combinatie met een museum, een kantoor, productiegebonden detailhandel en een kleinschalige palingrokerij;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • c. wegen en paden;
  • d. water;

met de daarbijbehorende:

  • e. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep en/of mantelzorg;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. andere bouwwerken.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in lid 13.1 onder a en e bedoelde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van het ter plaatse gevestigde grasdrogerijbedrijf worden gebouwd;
  • b. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per bestemmingsvlak bedragen;
  • c. de afstand van een bedrijfswoning ten opzichte van de weg zal ten minste de bestaande afstand bedragen;
  • d. de maatvoering van een gebouw of een overkapping zal voorts voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw   Maximale oppervlakte   Goothoog-te in m   Dakhelling in °   Bouwhoogte in m  
  per gebouw   gezamenlijk   max.   min.   max.   max.  
Bedrijfsgebouwen en overkappingen in de vorm van opslagloodsen   -   11.000 m²   10,00   -   60   14,00  
Bedrijfsgebouwen en overkappingen in de vorm van productiegebouw-en     5.000 m²   10,00   -   60   20,00*  
Bedrijfsgebouwen en overkappingen in vorm van kantoorruimte     200 m²   3,50   -   60   7,50  
Bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van de palingrokerij     15 m²   -   -   -   2,60  
Bedrijfswoning   150 m²   -   7,00   30   60   -  
Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning   -   75 m²   4,00   -   60   8,00  

* waarop twee schoorstenen met een bouwhoogte van 40,00 m

13.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. er zullen geen paardrijbakken en bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of de bedrijfsgebouw(en) ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Paardrijbakken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2.2. onder a in die zin dat paardrijbakken worden toegestaan, mits:

  • tevens de in lid 13.5.3 bedoelde omgevingsvergunning wordt verleend.
13.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor andere bedrijvigheid dan bedoeld in lid 13.1 onder a;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel ten behoeve waarvan de bruto verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, met een maximum van 50 m², mag bedragen;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden en verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  • d. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  • e. het gebruik van bedrijfswoningen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep zodanig dat de beroepsvloeroppervlakte:
    • 1. meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw, inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    • 2. meer bedraagt dan 50 m²;
  • f. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning of de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep;
  • g. het gebruik van de palingrokerij voor commerciële doeleinden;
  • h. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijbak.
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
13.5.1 Logiesverstrekking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.4 onder c in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen worden gebruikt voor logiesverstrekking ten behoeve van recreatieve bewoning, mits:

  • a. de gezamenlijke logiesvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de begane grond van de bedrijfswoning, inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak, met een maximum van 50 m²;
  • b. de ruimtes voor logiesverstrekking in de bedrijfswoning worden ondergebracht;
  • c. de logiesverstrekking gekoppeld is aan het gebruik van een bedrijfswoning en daaraan ondergeschikt is;
  • d. er voldoende gelegenheid is voor het parkeren;
  • e. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
13.5.2 Mantelzorg

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.4 onder f in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt gebruikt voor bewoning, mits:

  • a. de bewoning van een bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 80 m².
13.5.3 Paardrijbakken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.4 onder h in die zin dat gronden, voorzover gelegen binnen het bestemmingsvlak, worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijbak, mits:

  • a. de paardrijbak zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg wordt gesitueerd en goed landschappelijk wordt ingepast;
  • b. de oppervlakte van een paardrijbak ten hoogste 1.200 m² bedraagt;
  • c. er vanwege de paardrijbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) wordt veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden;
  • d. de afstand van de paardrijbak ten minste 50 m tot de nabijgelegen woning van derden bedraagt.