direct naar inhoud van Artikel 16 Bedrijf - Rioolwaterzuivering
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.114121-0001

Artikel 16 Bedrijf - Rioolwaterzuivering

Zie voor de uitleg van de bestemming paragraaf 5.15 Bedrijf - Rioolwaterzuivering in de toelichting.

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Rioolwaterzuivering' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een rioolwaterzuiveringsinstallatie, niet zijnde een risicovolle inrichting en/of een vuurwerkbedrijf;

waarbij een goede inpassing in het omringende landschap wordt nagestreefd;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  • c. terreinen;
  • d. wegen en paden;
  • e. andere bouwwerken.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. er mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van het ter plaatse gevestigde rioolwaterzuiveringsbedrijf worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen zal ten hoogste 5% van het bestemmingsvlak bedragen;
  • c. de afstand van een gebouw of een overkapping ten opzichte van de bestemmingsgrens zal ten minste 5,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
16.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van de andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. er zullen geen bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken zal ten hoogste 12,00 m bedragen.
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.3.1 Vergroten bebouwingspercentage

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder b in die zin dat het ten hoogste 10% van het bestemmingsvlak mag worden bebouwd, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie in het omringende gebied, het bebouwingsbeeld, de landschappelijke inpassing en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
16.3.2 Afstand gebouwen tot bestemmingsgrens

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder c in die zin dat de afstand van de gebouwen en overkappingen tot de bestemmingsgrens wordt verkleind of dat gebouwen en overkappingen tot op de bestemmingsgrens worden gebouwd, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie in het omringende gebied, het bebouwingsbeeld, de landschappelijke inpassing en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
16.3.3 Vergroten bouwhoogte andere bouwwerken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.2.2 onder c in die zin dat de bouwhoogte van andere bouwwerken wordt vergroot tot ten hoogste 20,00 m.

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden
16.4.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • het planten en/of rooien van beplanting en houtgewas.
16.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 16.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
16.4.3 Toetsingscriteria

De in lid 16.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke inpassing in de omgeving.