direct naar inhoud van Artikel 25 Natuur
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.114121-0001

Artikel 25 Natuur

Zie voor de uitleg van de bestemming paragraaf 5.24 Natuur in de toelichting.

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en de landschappelijke waarden van de natuurgebieden;
  • b. sloten, vaarten, poelen, meren, en daarmee gelijk te stellen waterlopen en -partijen, mede bestemd voor waterberging, met dien verstande dat bij wateroverlast de vervulling van de waterbergende functie voorrang heeft boven de andere functies, evenals bij het daarvoor noodzakelijke onderhoud;
  • c. een botenhelling, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - botenhelling";
  • d. een baggerspeciedepot, ter plaatse van de aanduiding "baggerspeciedepot";
  • e. een antennemast, ter plaatse van de aanduiding "antennemast";

met daaraan ondergeschikt:

  • f. agrarisch medegebruik;
  • g. extensief dagrecreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • h. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • i. wegen en paden;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • l. gebouwen en overkappingen ten behoeve van natuurbeheer;
  • m. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een recreatiepark;
  • n. een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep en/of mantelzorg;
  • o. andere bouwwerken.
25.2 Bouwregels
25.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in lid 25.1 onder l, m en n bedoelde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen en overkappingen, waaronder bedrijfswoningen, zullen uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - bouwwerken ten behoeve van het natuurbeheer" of "specifieke bouwaanduiding - bouwwerken ten behoeve van recreatiepark";
  • b. het aantal gebouwen of overkappingen zal ten hoogste twee bedragen;
  • c. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één bedragen;
  • d. de maatvoering van een gebouw of een overkapping zal voorts voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw   Maximale oppervlakte   Goothoogte in m   Dakhelling in °   Bouwhoogte in m  
  per gebouw   gezamenlijk   max.   min.   max.   max.  
Gebouw of overkapping tbv een recreatiepark   90 m²   -   2,50   -   -   4,00  
Bedrijfswoning   150 m²   -   7,00   30   80   -  
Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning   -   75 m²   4,00   -   60   8,00  

25.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. er zullen geen bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie worden gebouwd;
  • b. een antennemast zal uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding "antennemast;
  • c. de bouwhoogte van een antennemast zal ten hoogste 40,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
25.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • c. het omzetten van gras- en/of schraalland ten behoeve van een permanent ander agrarisch gebruik;
  • d. het aanleggen van nieuwe verharde wegen en paden;
  • e. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  • f. het gebruik van bedrijfswoningen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep zodanig dat de beroepsvloeroppervlakte:
    • 1. meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw, inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    • 2. meer bedraagt dan 50 m²;
  • g. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning dan wel de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden
25.4.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ontgronden, af- en/of vergraven, egaliseren, diepploegen en/of ophogen van gronden;
  • b. het aanplanten en/of verwijderen van bomen en/of houtgewas, alsmede de verwijdering van bodem- en oevervegetaties;
  • c. het graven en/of dempen, verdiepen en/of verbreden van sloten, vaarten, poelen, en daarmee gelijk te stellen waterlopen en/of -partijen;
  • d. het verharden en/of het verbreden van bestaande wegen en/of paden en/of het aanbrengen van oppervlakteverhardingen anders dan ten behoeve van het verharden en/of het verbreden van wegen en/of paden;
  • e. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het extensief dagrecreatief medegebruik en/of het educatief medegebruik;
  • f. het aanleggen en/of aanbrengen van oeverbeschoeiingen en/of aanlegplaatsen;
  • g. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
25.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 25.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of het normale natuurbeheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
25.4.3 Toetsingscriteria

De in lid 25.4.1 genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en de natuurlijke waarden. Voor de in 25.4.1 onder a tot en met c genoemde activiteiten zullen uitsluitend vergunningen worden verleend als de activiteiten worden uitgevoerd in het kader van natuurbeheer.