direct naar inhoud van 4.10 Archeologie
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.114121-0001

4.10 Archeologie

4.10.1 Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

Aangezien de gemeente Medemblik nog geen gemeentelijk archeologiebeleid heeft vastgesteld, gelden rijks- en provinciaal beleid. In de Monumentenwet 1988 en de herziening ervan in 2007 (Wet op de Archeologische Monumentenzorg) wordt de omgang met eventueel aanwezige archeologisch waarden beschreven. De herziene Monumentenwet verplicht gemeenten om 'rekening te houden met aanwezige of te verwachten archeologische waarden'.

Het bestemmingsplan staat hierbij centraal. Hierin worden onder meer bouwregels en regels voor werken en werkzaamheden opgenomen. Indien belangrijke archeologische waarden als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen niet in de bodem behouden kunnen blijven, dient de informatie te worden veiliggesteld door middel van een opgraving. De Monumentenwet gaat hierbij uit van een algemene vrijstelling voor ingrepen tot 100 m2, maar biedt de gemeente ook de nodige beleidsruimte om haar eigen afweging te maken.

Binnen het grondgebied van de gemeente Medemblik is een aantal terreinen met een monumentale archeologische status aanwezig. Binnen het plangebied van voorliggend bestemmingsplan komen drie archeologisch rijksmonumenten voor (zie onderstaande tabel). Rijksmonumenten behoeven geen dubbelbestemming aangezien deze monumenten door de Monumentenwet worden beschermd en deze staat boven het bestemmingsplan. Bij alle bodemroering dient een vergunning te worden aangevraagd bij de Minister.

Monumentnummer
CMA-code  
Rijksmonumentnr.   toponiem   Complextype  
1855: 14H-007   513122   Oosterdijk, zeebad   15e eeuws wrak  
1422: 14H-011   340985   Oude Haven, Heerensteeg, Medemblik-Stad   Vroeg-middeleeuwse nederzetting  
13861: 14H-020   513123   Regattahaven   17e-eeuws waterschip  
11261: 14H-019   45825   Zwarte Pad, Opperdoes   IJzertijdnederzetting  
1292: 14H-05   46172   Boxweide, Eendenkooi, Zwaagdijk Oost   Grafheuvels uit de Bronstijd  
1293: 14H-04   46173   Boxweide, Eendenkooi, Zwaagdijk Oost   Grafheuvels uit de Bronstijd  

Tabel: Archeologische Rijksmonumenten binnen de gemeente Medemblik

Daarnaast is er onderscheid tussen:

  • gebieden met zeer hoge archeologische waarde (niet rijksbeschermd; zie onderstaande tabel), kerkterreinen en de Westfriese Omringdijk;
  • gebieden met hoge archeologische waarde zoals nederzettingsterreinen uit het Laat Neolithicum, de Bronstijd en de Middeleeuwen, maar ook losse huisplaatsen of molens en molengangen;
  • gebieden met hoge, middelhoge of lage verwachtingswaarden: hiervan is niet bekend dat de gebieden archeologische waarden bevatten, maar de verwachting is dat dit wel het geval is.

Monumentnummer   CMA-code   toponiem   Complextype  
1804:   14G-005   Hoogelanden, Vekenweg, Sijbekarspel   Nederzettingsterrein incl. begravingen uit de Enkelgrafcultuur  
4909:   19F-010   Oostenderweg, Wognum   Nederzetting uit het Laat Neolithicum  
4903:   19F-004   Noorderboekertweg   Nederzetting uit het Laat Neolithicum, Vroege Bronstijd en Midden-Late Bronstijd  
8348   19F-003   Westfrisiaweg   Nederzetting uit de late Bronstijd  
1854   14H-006   Boxweide, Eendenkooi, Zwaagdijk-Oost   Grafheuvels Bronstijd  
15931   14H-030   Boxweide, Eendenkooi, Zwaagdijk-Oost   Grafheuvel Bronstijd  

Tabel: Terreinen van zeer hoge archeologische waarde (niet rijksbeschermd)

Ter bescherming van de archeologische waarden kunnen burgemeesters en wethouders, als daar op basis van een archeologisch onderzoek aanleiding toe bestaat, voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen. Daarnaast is een omgevingsvergunning vereist voor werkzaamheden waarbij de grond wordt geroerd.

Op basis van bovenstaande kent dit bestemmingsplan Buitengebied de volgende dubbelbestemmingen:

  • Waarde - Archeologie 1 (gebied van zeer hoge archeologische waarde; niet rijksbeschermd, de kerkterreinen en de Westfriese Omringdijk): voorwaarden aan de omgevingsvergunning en omgevingsvergunningenstelsel bij elke bodemroering die dieper dan 40 cm;
  • Waarde - Archeologie 2 (gebied met hoge archeologische waarde): voorwaarden aan de omgevingsvergunning en omgevingsvergunningenstelsel voor gebouwen en werken dieper dan 40 cm en groter dan 100 m2.

Per dubbelbestemming gelden andere ondergrenzen voor wat betreft de oppervlakte en diepte van de verstoring. Voor verstoringen met een beperkt oppervlak of een beperkte verstoringsdiepte is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. In geval van overschrijding van de ondergrens is het aan te bevelen om eerst een archeologische quickscan te laten vervaardigen door Archeologie West-Friesland. Een Quickscan is een kort document waarin de aanwezige of te verwachten archeologische waarden worden afgezet tegen de huidige situatie en de geplande ingrepen. Het advies is richtinggevend voor het soort onderzoek dat plaats dient te vinden. Het kan ook betekenen dat er geen archeologisch onderzoek hoeft plaats te vinden.

Voor de kerkterreinen geldt uiteraard dat normaal gebruik (indien de begraafplaats is meebegrensd) is toegestaan. Voor ingrepen in en nabij de Westfriese Omringdijk dient een vergunning te worden aangevraagd bij de provincie Noord-Holland.

De gebieden met hoge, middelhoge of lage verwachtingswaarden zullen in de loop van 2013 nader beschouwd worden. Hierdoor is nog niet duidelijk welke bescherming deze gebieden moeten krijgen en daarom is in dit bestemmingsplan geen regeling opgenomen voor deze gebieden. Het risico dat er eventuele archeologische waarden in deze gebieden verloren gaan, is klein. Het gaat in principe om gebieden die als agrarisch cultuugrond in gebruik zijn waarbij waarschijnlijk pas bij ingrepen groter dan 500 m2 een omgevingsvergunning nodig is om de archeologische waarden te beschermen. Deze ingrepen worden in dit bestemmingsplan bijna niet toegestaan. Op de agrarische bedrijfskavels kan dit het geval zijn. De verwachting is echter dat op deze kavels geen archeologische waarden aanwezig zijn.

4.10.2 Normstelling en beleid

Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is op 1 september 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Deze nieuwe wet maakt deel uit van de (gewijzigde) Monumentenwet. De kern van Wamz is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De Wamz verplicht gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden.

Naast het inventariseren van de te verwachten archeologische waarden, zal het bestemmingsplan uiteindelijk, indien nodig (en mogelijk), een bescherming moeten bieden voor waardevolle gebieden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een omgevingsvergunningenstelsel.