direct naar inhoud van 5.49 Afwijkingen
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.114121-0001

5.49 Afwijkingen

Binnen verschillende bestemmingen is met een afwijking van het bestemmingsplan een aantal functies en andere afwijkingen mogelijk gemaakt. In deze paragrafen is per functie een omschrijving van de functie met de daarbij gehanteerde uitgangspunten gegeven.

5.49.1 Productiegebonden detailhandel

Met productiegebonden detailhandel wordt de verkoop van goederen en producten bedoeld, die ter plaatse vervaardig en/of gerepareerd worden. Met een afwijking kan deze vorm van detailhandel toegestaan worden. Uitgangspunt is dat deze functie ondergeschikt aan de hoofdfunctie moet blijven. Daarom is in de regels een maximale oppervlakte opgenomen van 10% van de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, met een maximum oppervlakte van 50 m2.

5.49.2 Mantelzorg

Met mantelzorg wordt het niet beroepsmatig verlenen van zorg aan een naaste bedoeld. Binnen verschillende bestemmingen is mantelzorg in de (bedrijfs)woning of bijbehorende bouwwerken altijd toegestaan. Uitgangspunt daarbij is dat er sprake is van een afhankelijke woonruimte. Het is niet toegestaan een complete afzonderlijke woning met alle voorzieningen te realiseren.

Met een afwijking van het bestemmingsplan kan ook mantelzorg in een vrijstaand bijbehorende bouwwerken worden toegestaan. De maximale oppervlakte van de afhankelijke woonruimte is 80 m2.

5.49.3 Verhuur voormalige afhankelijke woonvoorziening

Kenmerk van mantelzorg is dat de zorgbehoefte, en daarmee de behoefte aan afhankelijke woonruimte, in veel gevallen tijdelijk is. De inrichting van een ruimte of een gebouw voor afhankelijke woonruimte heeft veelal een permanent karakter. Om het verplicht ontmantelen van de ruimte te voorkomen en hergebruik van de voormalige afhankelijke woonruimte mogelijk te maken, is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om deze te verhuren voor recreatieve bewoning.

5.49.4 Paardrijbakken

Paardrijbakken zijn een veel voorkomend verschijnsel in het landelijk gebied. Deze zijn bij verschillende functies toegestaan, indien deze landschappelijk goed worden ingepast. Paardrijbakken moeten zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden geplaatst. Er mag geen hinder veroorzaakt worden op naastgelegen woonpercelen. Daarom moet minimaal 50 meter afstand van de paardrijbak tot de bestemmingsgrens van naastgelegen woonpercelen aangehouden worden.

5.49.5 Vergroten goothoogte bedrijfswoningen

Het kan voorkomen dat een hogere goothoogte voor bedrijfswoningen gewenst is. Daarom is in verschillende bestemmingen waar bedrijfswoningen in toegestaan zijn, een afwijking opgenomen de maximale goothoogte te verruimen. Als maximale goothoogte voor de afwijking wordt 7 meter gehanteerd.

5.49.6 Logiesverstrekking

Met een afwijking kan logiesverstrekking binnen (bedrijfs)woningen worden toegestaan. Uitgangspunt is dat deze vorm van recreatie ondergeschikt aan de hoofdfunctie blijft en gekoppeld is aan het gebruik van het hoofdgebouw. Daarom zijn in de voorwaarden een aantal criteria opgenomen. Zo mag maximaal 30% van de vloeroppervlak van de begane grond bedragen, tot een maximum van 50 m2. De logiesverstrekking mag geen onevenredige invloed hebben op de omgeving en mag (agrarische) bedrijvigheid niet in de ontwikkelingsmogelijkheden beperken. Parkeren moet op het eigen erf geregeld worden of er moeten in de omgeving voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn.

5.49.7 Toestaan huisvesten buitenlandse werknemers

De laatste jaren is het aantal buitenlandse werknemers binnen de regio West-Friesland sterk gestegen. Het aantal buitenlandse werknemers wordt geschat op 12.000. Hiervan is ongeveer de helft in de agrarische sector werkzaam. Voor de huisvesting van deze personen zijn in eerste instantie de werkgevers verantwoordelijk. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om er op toe te zien dat de huisvesting op een deugdelijke wijze zal plaatsvinden. Er dient een beleidskader te komen, waarin wordt aangegeven waarbinnen huisvesting geboden kan worden.

Nieuwbouw

Voor agrarische bedrijven geldt dat semipermanente bebouwing voor de huisvesting toegestaan is onder de volgende voorwaarden:

  • per agrarisch bedrijf en/of agrarisch handelsbedrijf mogen maximaal 30 personen in bestaande gebouwen worden gehuisvest, indien het gaat om eigen personeel. Voor huisvesting in nieuw op te richten chalets geldt een maximum van 20 personen, maximaal 8 maanden per jaar ;
  • de nieuwbouw voor de tijdelijke huisvesting moet binnen het bouwvlak worden gerealiseerd;
  • de maximum oppervlakte is 300 m2;
  • de huisvesting is alleen bedoeld voor de huisvesting van de op het bedrijf werkzame werknemers. Huisvesting van werknemers van andere bedrijven is niet toegestaan;
  • bij bedrijfsbeëindiging dient ook de huisvesting van werknemers te worden beëindigd.

Bestaande bedrijfsgebouwen en/of bedrijfsgebouwen

Naast nieuwbouw voor de huisvesting, is het met een afwijkingsmogelijkheid toegestaan om in bestaande bedrijfsgebouwen of bedrijfswoningen huisvesting toe te staan. Voor bestaande bouw gelden dezelfde voorwaarden als nieuwbouw. Daarnaast geldt voor het toestaan van huisvesting in een bedrijfswoning de volgende criteria:

  • Niet meer dan 2 werknemers per slaapkamer;
  • Niet meer dan 8 werknemers per bedrijfswoning.

Veiligheid

De veiligheid van de huisvesting zelf kan niet in het bestemmingsplan worden geregeld. De ruimtelijke indelingen van de terreinen kan wel geregeld worden. Daarom is in de regels de minimale afstand tussen de gebouwen opgenomen en voorwaarden aan de ontsluiting om ervoor te zorgen dat brandweervoertuigen de huisvesting goed kunnen bereiken bij een calamiteit. De bereikbaarheid van het gebied en de aanwezigheid en bereikbaarheid van blusvoorzieningen dient bekeken te worden bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid.

5.49.8 Kleinschalig kamperen

Met een afwijking kan kleinschalig kamperen bij verschillende functies worden toegestaan. Aanvullend op het gemeentelijk beleid worden hier regels aan gekoppeld om een duidelijk onderscheid te hanteren tussen reguliere campings en het kleinschalige kamperen:

  • er mogen niet meer dan 25 kampeermiddelen worden geplaatst;
  • het kleinschalig kamperen alleen wordt toegestaan bij een perceel met een minimale omvang van 0,5 hectare;
  • het kleinschalig kamperen is uitsluitend toegestaan binnen de grenzen van het perceel waar door de beheerder van het kampeerterrein gewoond wordt, dan wel op een perceel direct aansluitend op dat perceel, waarbij een goede randbeplanting noodzakelijk is;
  • er wordt per perceel waar gewoond wordt ten hoogste één kampeerterrein toegestaan.

Deze afwijkingsbevoegdheid mag niet worden toegepast als er op een kleinere afstand dan 50 meter van het perceel een woning of (agrarisch) bedrijf bevindt. Een kampeerterrein op kortere afstand kan de ontwikkelingsmogelijkheden of leefklimaat negatief beïnvloeden.

Om een te grote hoeveelheid (dicht op elkaar gelegen) kleinschalige kampeerterreinen te voorkomen, is in de afwijkingsbevoegdheid een zonering opgenomen. De bevoegdheid mag niet wordt toegepast indien het perceel grenst aan een ander kampeerterrein of als op een afstand van minder dan 1000 meter al een ander kampeerterrein is gelegen.

Als er geen sprake meer is van een (agrarisch) bedrijf en het perceel wordt gewijzigd naar een andere bestemming, dan dient het kampeerterrein ter plekke beëindigd te worden.