10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Vergroten oppervlakte bedrijfsgebouwen en overkappingen
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder c in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen per bestemmingsvlak wordt vergroot, mits:
-
a. deze afwijkingsbevoegdheid niet wordt toegepast bij bedrijven die zich gedurende de planperiode hebben gevestigd in vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen;
-
b. de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen ten hoogste 110% van de bestaande gezamenlijke oppervlakte zal bedragen;
-
c. de vergroting noodzakelijk is voor een goede uitoefening van de bedrijfsactiviteiten;
-
d. deze afwijkingsbevoegdheid niet wordt toegepast op percelen waar na het beëindigen van de agrarische bedrijvigheid binnen de planperiode de bestemming van de gronden is omgezet naar 'Bedrijf'. In die gevallen moeten de bedrijfsactiviteiten plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing op het moment van wijziging en mag er geen nieuwe bebouwing worden opgericht;
-
e. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, het bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.3.2 Afwijken maatvoeringen stolpen
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder f in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen en gevelindeling, mits:
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de hoofdvorm van de stolp.
10.3.3 Paardrijbakken
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2.2. onder a in die zin dat paardrijbakken worden toegestaan, mits:
- tevens de in lid 10.5.4 bedoelde omgevingsvergunning wordt verleend.
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
10.5.1 Gelijkwaardige bedrijvigheid
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.4 onder a in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor bedrijven welke naar de aard en de invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de genoemde bedrijven, mits:
-
a. het niet betreft detailhandelsbedrijven, geluidzoneringsplichtige, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
-
b. zwaar verkeer of veel verkeer aantrekkende bedrijvigheid uitsluitend aan wegen die daarop zijn berekend, gevestigd wordt;
-
c. de aanwezige woonfunctie bij het bedrijf wordt gehandhaafd;
-
d. de bedrijfsvestiging plaatsvindt binnen de bestaande oppervlakte aan gebouwen;
-
e. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.5.2 Logiesverstrekking
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.4 onder d in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen worden gebruikt voor logiesverstrekking ten behoeve van recreatieve bewoning, mits:
-
a. de gezamenlijke logiesvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw, inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak, met een maximum van 50 m²;
-
b. de ruimtes voor logiesverstrekking in het hoofdgebouw worden ondergebracht;
-
c. de logiesverstrekking gekoppeld is aan het gebruik van een hoofdgebouw en daaraan ondergeschikt is;
-
d. er voldoende gelegenheid is voor het parkeren;
-
e. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
-
f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.5.3 Mantelzorg
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.4 onder g in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt gebruikt voor bewoning, mits:
-
a. de bewoning van een bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg;
-
b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
-
c. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 80 m²;
-
d. een dokterverklaring of een zorgindicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) wordt overgelegd.
10.5.4 Paardrijbakken
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.4 onder h in die zin dat gronden, voorzover gelegen binnen het bestemmingsvlak, worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijbak, mits:
-
a. de paardrijbak zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg wordt gesitueerd en goed landschappelijk wordt ingepast;
-
b. de oppervlakte van een paardrijbak ten hoogste 1.200 m² bedraagt;
-
c. er vanwege de paardrijbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) wordt veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden;
-
d. de afstand van de paardrijbak ten minste 50 m tot de nabijgelegen woning van derden bedraagt.
10.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.6.1 Vergunningplicht
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
- het (gedeeltelijk) verwijderen van een stolp ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolp".
10.6.2 Uitzondering
Het bepaalde in 10.6.1. is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
-
a. het normale onderhoud betreffen;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
10.6.3 Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend mits:
-
a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheid niet mogelijk is;
-
b. het delen van een stolp betreft die op zichzelf niet karakteristiek zijn en waarbij door verwijdering daarvan de karakteristieke hoofdvorm van de stolp niet onevenredig wordt aangetast;
-
c. de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Medemblik om advies is gevraagd.
10.7 Wijzigingsbevoegdheid
10.7.1 Wijziging tabel bijlage 2
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de tabel in Bijlage 2 wordt gewijzigd, indien wijzigingen in de standaard-bedrijfsindeling of ontwikkelingen in bepaalde bedrijfsvoeringen (waardoor bedrijven van categorie veranderen of waardoor de omschrijving van de bedrijvigheid wijzigt) daartoe aanleiding geven, mits:
-
a. er geen sprake is van verzwaring van de bedrijfsvoering waardoor een hogere categorie van toepassing wordt;
-
b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.7.2 Afwijkende bouwvorm stolp
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen en gevelindeling van de stolp en een andere bouwvorm wordt teruggebouwd, waarbij de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolp" wordt verwijderd, mits:
-
a. de stolp teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijke staat redelijkerwijs niet verlangd kan worden;
-
b. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels voor bedrijfswoningen van toepassing zijn;
-
c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.7.3 Wijziging naar agrarisch bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch', waarbij een agrarische bedrijfskavel met de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - bedrijfskavel agrarisch grondgebonden bedrijf" met inbegrip van een daarbinnen gelegen bouwvlak, wordt aangebracht, mits:
-
a. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 3 van overeenkomstige toepassing zijn;
-
b. de omvang van het te vestigen bedrijf zodanig is dat het werk en inkomen biedt aan tenminste één arbeidskracht, dan wel er een redelijke zekerheid bestaat dat het bedrijf binnen een redelijke termijn tot een volwaardige omvang zal uitgroeien, waarbij de volwaardigheid zal worden beoordeeld voor de Agrarische Beoordelingscommissie;
-
c. de aanvrager in hoofdberoep aan het bedrijf is verbonden;
-
d. er een zodanige bedrijfsopzet is dat het bedrijf ook op langere termijn perspectief biedt als zelfstandig bedrijf;
-
e. de omvang van het bouwvlak ten hoogste 2,0 hectare zal bedragen;
-
f. de mest- en milieuwetgeving het nieuwe bedrijf mogelijk maken;
-
g. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
h. de waterbeheerder om advies is gevraagd in verband met de waterhuishoudkundige situatie en de maximaal te hanteren afvoernorm.
10.7.4 Wijziging naar wonen ten behoeve van compensatie
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van compensatie, mits:
-
a. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de bepalingen van artikel 37 van overeenkomstige toepassing zijn;
-
b. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
-
c. voldaan wordt aan de criteria van de 'Uitvoeringsregeling Ruimte voor Ruimte Noord Holland', zoals opgenomen in bijlage 4 bij de toelichting;
-
d. er middels een beeldkwaliteitsplan sprake is van een verbetering van de ruimtelijke, landschappelijke en milieukwaliteit;
-
e. het nieuwe woonhuis aan de wegzijde wordt gesitueerd;
-
f. de geluidsbelasting niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere waarde;
-
g. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, de geomorfologische, cultuurhistorische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.7.5 Wijziging naar wonen ten behoeve van functieverandering
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen', mits:
-
a. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 37 van overeenkomstige toepassing zijn;
-
b. deze wijziging niet wordt toegepast, ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten";
-
c. de bedrijfsactiviteiten ter plaatse zijn beëindigd;
-
d. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
-
e. de woonfunctie ondergebracht wordt in de voormalige bedrijfswoning, dan wel een aanwezig voormalig boerderijpand;
-
f. een aanwezig voormalig boerderijpand of andere beeldbepalende bouwvorm als landschappelijk waardevolle verschijningsvorm worden gehandhaafd;
-
g. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.