direct naar inhoud van Artikel 18 Leiding - Riool
Plan: Dorpskernen II
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.BPDorpskernenII-ON01

Artikel 18 Leiding - Riool

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een rioolpersleiding.

18.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 18.1 Bestemmingsomschrijving genoemde bestemming uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter.
  • b. Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag- met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels- uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

18.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 18.2 Bouwregels voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de rioolpersleiding dient te zijn gewaarborgd.
  • b. het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in bij de betreffende leidingbeheerder.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden op de gronden met de bestemming ‘Leiding - Riool’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het aanleggen de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. Het aanleggen van wegen of paden en/of andere oppervlakteverhardingen.
  • b. Het uitvoeren van graafwerkzaamheden.
  • c. Diepploegen.
  • d. Het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem.
  • e. Het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen.
  • f. Het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.

18.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 18.4.1 Werken en werkzaamheden vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
18.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 18.4.1 Werken en werkzaamheden bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.

18.4.4 Advisering over de omgevingsvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 18.4.1 Werken en werkzaamheden wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder.