direct naar inhoud van Artikel 30 Water - Waterbuffer
Plan: Dorpskernen III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.BPDorpskernenIII-VA01

Artikel 30 Water - Waterbuffer

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Waterbuffer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterlopen, waterpartijen en waterberging;
  • b. oevers;
  • c. een gebouw ten behoeve van een kantine of berging, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van sport - ijs- en skeelerbaan";
  • d. een skeelerbaan, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van sport - ijs- en skeelerbaan" ;
  • e. een ijsbaan, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van sport - ijs- en skeelerbaan";
  • f. een jeu de boulesbaan, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van sport - ijs- en skeelerbaan";

met daaraan ondergeschikt:

  • g. speelvoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. beplanting en bebossing;
  • j. paden en verhardingen;

met de daarbijbehorende:

  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • l. andere bouwwerken, waaronder bruggen, duikers en/of dammen.
30.2 Bouwregels
30.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. er zal uitsluitend een gebouw ten behoeve van een kantine of berging worden gebouwd;
  • b. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. er zal ten hoogste één gebouw worden gebouwd;
  • d. de oppervlakte van het gebouw zal ten hoogste 150 m2 bedragen;
  • e. de bouwhoogte van het gebouw zal hoogste 4,00 m bedragen.
30.2.2 andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 10,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
30.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

30.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden als ligplaats.