direct naar inhoud van Artikel 5 Gemengd - 1
Plan: Postzegels Medemblik - Binnenstad
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.BPKMEDPOSTZBIN-VO01

Artikel 5 Gemengd - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. detailhandel;
    • 2. ambachtelijke bedrijven;
    • 3. horecabedrijven van categorie A, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie A';
    • 4. horecabedrijven tot en met categorie C, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie C';
    • 5. horecabedrijven tot en met categorie D, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie D;
    • 6. woningen;

met de daarbijbehorende:

  • b. wegen, straten en paden;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. waterlopen en waterpartijen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. tuinen, erven en terreinen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van de in lid 5.1 sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwklasse 1g', zal de goothoogte ten minste 2,5 m bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwklasse 1g', zal de goothoogte ten hoogste 4,00 m bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwklasse 1g', zal de bouwhoogte ten hoogste 9,00 m bedragen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwklasse 2g', zal de goothoogte ten minste 3,5 m bedragen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwklasse 2g', zal de goothoogte ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwklasse 2g', zal de bouwhoogte ten hoogste 9,00 m bedragen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwklasse 3g', zal de goothoogte ten minste 4,50 m bedragen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwklasse 3g', zal de goothoogte ten hoogste 7,00 m bedragen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwklasse 3g', zal de bouwhoogte ten hoogste 12,00 m bedragen.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid, een goede milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. de bouwregels ten aanzien van de minimale goothoogte van gebouwen, mits:
    • 1. het gaat om gebouwen waarvan de goot niet naar de weg is gekeerd en welke goot niet direct zichtbaar is vanaf de weg.
5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, voorzover de verkoopvloeroppervlakte per winkel meer bedraagt dan 600 m²;
  • b. het gebruik van bouwwerken ten behoeve van de in lid 5.1 sub a onder 1 t/m 5 genoemde functies, voorzover het de tweede en/of hogere bouwlaag betreft;
  • c. het gebruik van de eerste bouwlaag van gebouwen ten behoeve van woningen;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecabedrijven, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van een horeca-aanduiding;
  • f. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.5 sub a in die zin dat de verkoopvloeroppervlakte van een winkel wordt vergroot tot ten hoogste 1500 m²;
  • b. het bepaalde in lid 5.5 sub b in die zin dat de tweede en/of hogere bouwlaag van de gebouwen wordt gebruikt ten behoeve van de in lid 5.1 sub a onder 1 t/m 5 genoemde functies;
  • c. het bepaalde in lid 5.5 sub c in die zin dat de eerste bouwlaag van de gebouwen wordt gebruikt ten behoeve van woningen;
  • d. het bepaalde in lid 5.5 sub d in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
  • e. het bepaalde in lid 5.5 sub e in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven categorie A;
  • f. het bepaalde in lid 5.5 sub f in die zin dat bijgebouwen bij een woning worden gebruikt voor mantelzorg, mits:
    • 1. eerst alle mogelijkheden van de aan- of uitbouw optimaal benut worden om middels inwoning een oplossing te bieden aan tijdelijke huisvesting ten behoeve van mantelzorg;
    • 2. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
    • 3. de mantelzorg geboden wordt in de bestaande bebouwing;
    • 4. de oppervlakte van de afhankelijke beperkt blijft tot 60 m²;
    • 5. het bijgebouw ten behoeve van de mantelzorg een ruimtelijke eenheid vormt met de op hetzelfde perceel gesitueerde woning, waarbij de maximale afstand van de woning tot het bijgebouw 20,00 m mag bedragen;
    • 6. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belang van derden waaronder die van omwonenden en bedrijven;
    • 7. de parkeerdruk door het bieden van mantelzorg niet toeneemt.

5.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding 'horeca van categorie A', 'horeca tot en met horecacategorie C' of 'horeca t/m categorie D' wordt verwijderd;
  • b. de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie B' of 'horeca tot en met horecacategorie C' wordt aangebracht.