Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Exploratieboring Lambertschaag
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0420.Lambertschaag-va01

Artikel 6 Recreatie

6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.gebouwen ten behoeve van recreatieve en sportieve voorzieningen;
met de c.q. het daarbij behorende:
b.bedrijfswoningen voor zover vermeld in de functietabel;
c.wegen en paden;
d.parkeervoorzieningen;
e.groenvoorzieningen;
f.speelvoorzieningen;
g.water;
h.tuinen, erven en terreinen;
i.bouwwerken geen gebouwen zijnde, waaronder kampeerterreinen volgens de volgende categorie-indeling:
Categorie Itoeristische plaatsen voor toercaravans, vouwwagens, campers, tenten en huifkarren en vaste plaatsen voor trekkershutten en tenthuisjes;
Categorie IIstacaravans en ook toegestaan als bij categorie I;
Categorie IIIchalets en ook toegestaan als bij de categorieën I en II;
Categorie IVals bij categorie I met uitzondering van trekkershutten en voorts maximaal 25 standplaatsen voor uitsluitend de periode van 15 maart t/m 31 oktober.
 
6.2 Bouwregels
a.De oppervlakte van gebouwen voor de dienstverlening op kampeerterreinen in de categorieën I t/m III mag niet meer bedragen dan 5% van de oppervlakte van het terrein en voorts dienen deze gebouwen te zijn voorzien van een dak, waarvan de dakhelling niet minder dan 15º en niet meer dan 35º mag bedragen. De goothoogte mag niet meer zijn dan 4,5 m en de nokhoogte niet meer dan 8 m;
b.De oppervlakte van gebouwen voor de dienstverlening op kampeerterreinen in de categorie IV mag niet meer bedragen dan 50 m² (goothoogte maximaal 3,25 m en voorzien van een zadeldak met dakhelling maximaal 35º), tenzij bestaande gebouwen als zodanig fungeren en de oppervlakte daarvan groter is;
c.De overige gebouwen dienen te worden gebouwd volgens de bestaande situering en de met gebouwen bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de in de functietabel vermelde oppervlakte;
d.De goothoogte en nokhoogte van de overige gebouwen mogen niet meer bedragen dan hetgeen is vermeld in de functietabel;
e.De overige gebouwen dienen van een zadeldak te worden voorzien waarvan de dakhelling niet minder dan 15º en niet meer dan 45º mag bedragen, mits de onder b of de in de functietabel vermelde bouwhoogte niet wordt overschreden;
f.De afstand van enig bouwwerk c.q. gebouw tot de erfgrens dient gelijk te zijn aan of groter dan de hoogte van dat bouwwerk of – bij een gebouw – van de hoogte van de gevel die naar die erfgrens is gericht, tenzij die afstand in de bestaande situatie kleiner is, in welk geval de bestaande afstand geldt.
 
6.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
a.lid 6.2 sub a voor een grotere oppervlakte aan gebouwen op kampeerterreinen in de categorieën I t/m III tot maximaal 10% van de terreinoppervlakte;
b.lid 6.2 sub f voor een kleinere afstand tot de erfgrens.
 
6.4 Gebruikregels
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken dat strijdig is met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
a.het gebruik van kampeerterreinen in de categorieën I t/m III voor het plaatsen van kampeermiddelen die de maten, vermeld in de hieronder weergegeven tabel, te boven gaan, dan wel niet beschikken over de kenmerken in de kolom “overig”:
Kampeermiddel Maximale
oppervlakteMaximale
hoogteBergingOverig
Stacaravan 45 m²3,8 m9 m2 en aangebouwdMoet als aanhanger te verplaatsen zijn
Chalet60 m²3,8 m bij één bouwlaagGemaakt van voornamelijk hout of kunststof, en zonder fundering
Trekkershut30 m²3,5 m
Tenthuisje30 m²3,5 mGemaakt van houten schotten en dat – net als bij een tent- gemakkelijk kan worden opgebouwd en afgebroken
b.het gebruik van kampeerterreinen voor het plaatsen van meer dan één bijzettent op standplaatsen en voor het plaatsen van chalets op minder dan 6 m afstand van elkaar en van andere kampeermiddelen;
c.het gebruik van kampeerterreinen die niet zijn voorzien van afschermende beplanting;
d.het gebruik van recreatiewoningen, chalets, stacaravans, trekkershutten, tenthuisjes en (andere) kampeermiddelen voor tijdelijke of permanente bewoning;
e.het bewonen van bedrijfswoningen door anderen dan de persoon of personen, al dan niet met gezinsleden, die als taak en functie hebben om toezicht te houden op de bijbehorende voorziening.
 
6.5 Afwijken van de gebruikregels
Burgemeester en wethouders kunnen met het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.4 sub c voor het voorzien van kampeerterreinen van afschermende beplanting.