direct naar inhoud van Artikel 37 Algemene gebruiksregels
Plan: Buitengebied 2012
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0335.BPBuitengebied2012-vo01

Artikel 37 Algemene gebruiksregels

37.1 Recreatiewoningen

De permanente bewoning van recreatiewoningen is niet toegestaan.

37.2 Inrichtingen

Inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de wet geluidhinder, jo. Artikel 2.4. van het inrichtingen- en Vergunningenbesluit milieubeheer van 5 januari 1993 (stbl.1993.no 50) evenals Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;

37.3 Bijgebouwen

Wonen in een bijgebouw is niet toegestaan.

37.4 Neven- en vervolgfuncties
37.4.1 tabel 1: nevenfuncties

In relatie tot de bestemmingen en bouwmogelijkheden is in de navolgende tabel aangegeven

welke (bedrijfsmatige) nevenfuncties op bouwvlakken passend/toelaatbaar zijn, met inachtneming

van de daarbij behorende regels.

Tabel 1

Aard van de nevenfunctie
 
Ter plaatse van agrarische bouwvlakken   Ter plaatse van bouwvlakken met de bestemmingen Wonen   Ter plaatse van bouwvlakken
met de
bestemming Bedrijf Detailhandel  
Ter plaatse bouwvlakken met de bestemming Horeca   Ter plaatse van overige bouwvlakken   Maximaal oppervlak voor gebruik  
Aan landbouw verwante functies/bedrijvigheid              
Verkoop agrarische streekeigen producten   O   N   N   N   N   100 m2  
Loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
 
A   N   A   N   N   500 m2  
Veehandelsbedrijven (met veetransport)   A   N   N   N   N   200 m2  
Africhtingsbedrijven voor paarden   O   N   N   N   N   1.000 m2  
Mestvergisting/co-vergisting   O   N   N   N   n   600 m2  
Niet-agrarische bedrijfsactiviteiten              
Hoveniersbedrijf   O   N   N   N   N   200 m2  
Tuincentra   N   N   N   N   N    
Opslag/stalling van niet agrarische goederen in bestaande bebouwing niet zijnde kansen   O   N   O   O   o   500 m2  
Overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   A   N   A   N   N   200 m2  
Recreatie              
Kinderboerderij   A   A   N   N   N   1.500 m2  
Manege   N   N   N   N   N    
Paardenstalling/-houderij   A   A   A   N   N   1.000 m2  
Kano- roeiboot- of fietsenverhuur   O   O   O   O     100 m2  
Boerengolf   O   O   O   N   N   2 ha  
Poldersport   O   O   N   N   N   2 ha  
Deltavliegen/
paragliden  
O   N   N   N   N   2 ha  
Kleinschalige verblijfsrecreatie              
Kleinschalig kamperen   O   O   O   O   N   3.000 m2  
Bed & breakfast   O   O   O   O   N   200 m2  
Recreatie nachtverblijf   O   O   O   O   N   300 m2  
kampeerboerderij   O   O   N   N   N   200 m2  
Overige dienstverlening              
Kleinschalige horecagelegenheid   O   N   N   O   N   100 m2  
Aan-huis-gebonden beroep   O   O   O   O   O   50 m2  
Dierenpension: hondenfokkerij   A   N   A   N   N   200 m2  
Tentoonstellingsruimte: museum   O   O   N   N   N   500 m2  
Zorgboerderij   A   N   N   N   N   200 m2  
kinderdagverblijf   O   O   O   O   O   150 m2  

O: toelaatbaar bij wijze van medebestemming

N: niet toelaatbaar

A: toelaatbaar na afwijking

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van de categorieën nevenfuncties

zoals genoemd in tabel 1 teneinde nevenfuncties toe te laten die naar aard, omvang

en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de nevenfuncties uit tabel 1 met inachtneming

van de voorwaarden zoals hieronder opgenomen in de voorschriften 1 tot en met 14.

37.4.2 regels bij tabel 1

Algemeen

Voor de hier bedoelde functies (aanduiding A in tabel) kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning ter afwijking verlenen, waarbij de volgende zaken in de belangenafweging worden betrokken:

- de belangen van landschap, natuur en cultuurhistorie, waarbij uitdrukkelijk rekening wordt

gehouden met de mate van kwetsbaarheid van het betrokken gebied en de ligging van het

betrokken perceel, mede ten opzichte van zowel natuurgebied als bebouwde kom;

- de wenselijkheid van de betrokken nevenfunctie, ook ter versterking van het economisch

draagvlak in het plangebied;

- de aard en omvang van de nevenfunctie;

- de milieutechnische inpasbaarheid van de nevenfunctie, mede in relatie tot de mogelijke

beperkingen voor (agrarische) bedrijven en de gevolgen voor omliggende woningen;

- indien de vrijstellingsbevoegdheid wordt toegepast voor nevenfuncties bij de bestemming

Wonen mag ten behoeve van de nevenfunctie het oppervlak aan bebouwing niet

worden vergroot, behalve ingevolge de bouwmogelijkheden zoals opgenomen in artikel 23.

Wonen

Met betrekking tot wonen geldt het volgende:

Aantal woningen: algemeen

a. Er mogen slechts woningen tot stand komen op bouwvlakken waar ingevolge elders gegeven

voorschriften woningen zijn toegestaan. Het aantal woningen, zoals toegestaan ingevolge

elders gegeven voorschriften, mag niet worden uitgebreid. Van aanwezige woningen

mag geen ander gebruik dan gebruik in combinatie met wonen worden gemaakt.

Aantal woningen: extra woning in hoofdgebouwen

b. Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van voorschrift 2 onder a

ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning in rijks- en gemeentelijke monumenten

en MIP-panden, indien hierdoor daadwerkelijk wordt bijgedragen aan herstel en/of

behoud van deze panden.

Vergroting van een inpandige woning

c. Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van de maximale inhoudsmaat

van woningen, indien het een woning betreft die onderdeel uitmaakt van een

veel groter hoofdgebouw en de afmetingen van dit hoofdgebouw in geen enkel opzicht

worden uitgebreid.

Bedrijven

Met betrekking tot bedrijven geldt het volgende:

Staat van Bedrijfsactiviteiten

  • a. Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van de categorieën ingevolge de Staat van Bedrijfsactiviteiten, teneinde:

- bedrijven toe te laten in maximaal één categorie hoger, voor zover het betrokken bedrijf

naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze en getoetst aan de

in de Staat van Bedrijfsactiviteiten aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht

kan worden te behoren tot de ingevolge tabel 1 algemeen toelaatbare categorieën

van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

- bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, indien

en voor zover het betrokken bedrijf geen inrichting is als bedoeld in artikel 41 van de

Wet geluidhinder en naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze)

geacht kan worden te behoren tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Bedrijfsactiviteiten in die zin te wijzigen dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, voor zover wijziging van de milieubelasting van het desbetreffende bedrijfstype daartoe aanleiding geeft.

Combinatie met agrarische bedrijfsvoering

De hier bedoelde functies zijn alleen toegestaan bij wijze van neventak bij een hoofdtak anderszins.

Africhtingsbedrijven voor paarden en paardenstalling

Een binnenrijbaan is in geen geval toegestaan, óók niet binnen de bouwvlakken.

Kleinschalige kamperen

Het plaatsen van kampeermiddelen is toegestaan met inachtneming van het volgende:

  • a. kampeermiddelen mogen uitsluitend worden geplaatst in de periode 1 maart tot 1 november;
  • b. per kleinschalig kampeerterrein zijn maximaal 15 kampeermiddelen toegestaan, met dien verstande dat stacaravans niet zijn toegestaan en binnen het toegestane aantal kampeermiddelen maximaal 3 trekkershutten aanwezig mogen zijn met een maximale oppervlakte van 25 m² per trekkershut;
  • c. ten behoeve van kleinschalig kamperen mogen op het bouwvlak sanitaire voorzieningen worden gebouwd;
  • d. voor landschappelijke inpassing wordt verwezen naar de Beschrijving in hoofdlijnen (artikel

Voorzieningen

Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor reclameborden en/of neonreclame

is niet toegestaan. Hetzelfde geldt voor lichtmasten en lichtbakken.

Buitenopslag

Voor de hier bedoelde functies is buitenopslag in geen geval toegestaan.

Parkeergelegenheid

Er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

Kinderboerderij

De nevenfunctie kinderboerderij is uitsluitend toegestaan binnen een afstand van 500 m van

de bebouwde kom van Montfoort en Linschoten vanaf de plangrens van de bestemmingsplannen

voor deze kernen met het bestemmingsplan Buitengebied 2012.

Aan-huis-gebonden beroep

In een woning en/of de bijbehorende bijgebouwen zijn een aan-huis-verbonden beroep en

kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin dat de woonfunctie de primaire functie dient te blijven; dit betekent dat niet meer dan 50 m² van het vloeroppervlak van de woning of het bijgebouw ten behoeve van de activiteiten mag worden gebruikt;
  • b. de activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie;
  • c. de activiteiten mogen zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
  • d. de activiteiten mogen geen detailhandel en/of horeca betreffen, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • e. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk in het openbaar gebied veroorzaken;
  • f. er mag geen bedrijfsmatige opslag in de openlucht plaatsvinden.

Maximaal oppervlak bebouwing per nevenfunctie

Ten behoeve van de nevenfunctie mag van het oppervlak, zoals opgenomen in tabel 1,

maximaal 100 m² aan gebouwen binnen het bouwvlak worden gebouwd.

Gebruik gronden buiten bouwvlak voor nevenfuncties

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning ter afwijking verlenen om gronden buiten, maar

aansluitend aan het bouwvlak te laten gebruiken ten behoeve van de hier genoemde nevenfuncties,

met dien verstande dat:

  • a. op deze gronden niet mag worden gebouwd;
  • b. overschrijding van de bouwvlakken in geen geval is toegestaan ter plaatse van:

- de bestemming Natuur;

- waardevolle natuur- en landschapselementen;

- de bestemmingen Waarde - Archeologie-1 en Waarde - Archeologie-3;

- fiets- en wandelpaden;

- de bestemming Water.

Recreatief nachtverblijf

uitsluitend toegestaan in de periodes 1 maart tot 1 november en

15 december tot 1 maart.

Afwijking maximaal oppervlak bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van de maximaal toelaatbare

oppervlakte van bed & breakfast tot een oppervlakte van maximaal 300 m² indien de voorziening

wordt gerealiseerd in een monument of beeldbepalend pand, sprake is van een gebouw

dat een bouwkundige eenheid vormt en de te realiseren voorziening mede dient tot instandhouding

van het gebouw.

37.4.3 tabel 2: vervolgfuncties

In relatie tot de bestemmingen en bouwmogelijkheden is in de navolgende tabel aangegeven

welke vervolgfuncties op bouwvlakken passend/toelaatbaar zijn, met inachtneming van de

daarbij behorende regels. De (bouw)regels, die gelden voor vervolgfuncties bij

wijze van medebestemming (aanduiding O in tabel), zijn ook van toepassing op bestaande functies, die worden gecontinueerd.

Tabel 2

Aard van vervolgfunctie   Ter plaatse van bouwvlakken met de bestemming agrarische doeleinden (A) en (AR)   Ter plaatse van bouwvlakken met de bestemmingen Woondoeleinden (W)   Ter plaatse van bouwvlakken
met de
bestemming Bedrijfsdoeleinden (B)
of Detailhandelsdoeleinden (D)  
Ter plaatse bouwvlakken met de bestemming Horecadoeleinden (H)   Ter plaatse van overige bouwvlakken  
Wonen/hobbyboeren   W   O   W   W   W  
Agrarische bedrijf bij wijze van deeltijd   W   W   N   N   N  
Aan de landbouw verwante functie/
bedrijvigheid  
         
Agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat en Bedrijfsactiviteiten   W   N   W   N   N  
Veehandelsbedrijven (met veetransport)   W   N   N   N   N  
Africhtingsbedrijven voor paarden   W   N   N   N   N  
Niet-agrarische bedrijfsactiviteiten            
Hoveniersbedrijf   W   N   N   N   N  
Tuincentra   N   N   N   N   N  
Opslag/stalling van niet-agrarische goederen in bestaande bebouwing, niet zijnde kassen   W   N   O   N   N  
Bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   W   N   O   N   N  
Recreatie            
kinderboerderij   W   N   N   N   N  
Maneges   W   N   N   N   N  
Paardenstalling   W   N   N   N   N  
Verblijfsrecreatie            
Kampeerterrein   W   N   N   N   N  
Kampeerboerderij   W   N   N   N   N  
Overige dienstverlening            
Hotel: restaurant   W   N   W   O   N  
Dierenpension: hondenfokkerij   W   N   N   N   N  
Tentoonstellingsruimte: museum   W   N   N   N   N  
Zorgboerderij   W   W   N   N   N  
kinderdagverblijf   W   W   N   N   N  

O: toelaatbaar bij wijze van medebestemming

N: niet toelaatbaar

W: toelaatbaar na wijziging

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van de categorieën vervolgfuncties

zoals genoemd in tabel 2, teneinde vervolgfuncties toe te laten die naar aard en invloed

op de omgeving vergelijkbaar zijn met de vervolgfuncties uit tabel 2 met inachtneming

van de voorwaarden zoals hieronder opgenomen in de voorschriften 1 tot en met 10.

37.4.4 regels bij tabel 2

Algemeen

Voor de hier bedoelde functies (aanduiding w in tabel) kunnen burgemeester en wethouders

het plan wijzigen, waarbij de volgende zaken in de belangenafweging worden betrokken:

- de belangen van landschap, natuur en cultuurhistorie, waarbij uitdrukkelijk rekening

wordt gehouden met de mate van kwetsbaarheid van het betrokken gebied en de ligging

van het betrokken perceel, mede ten opzichte van zowel natuurgebied als bebouwde

kom;

- het belang van de waterhuishouding;

- de wenselijkheid van zinvol gebruik van gebouwen en onbebouwde gronden, ook ter

versterking van het economisch draagvlak in het plangebied;

- de belangen van omliggende (agrarische) bedrijven; de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden

van deze bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;

- de aard en omvang van de nieuwe functie, mede in relatie tot de omvang en de situering

van de aanwezige bebouwing;

- de behoefte de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied zoveel mogelijk te versterken, met

name in relatie tot nieuwe niet-agrarische functies ter plaatse van agrarische bouwvlakken,

onder meer door landschapsbouw en landschappelijke inpassing, sanering van

voormalige agrarische bedrijfsbebouwing en stimulering van herstel/behoud van rijksen

gemeentelijke monumenten en MIP-panden en streekeigen karakteristieken.

Registratie: geen uitbreiding van bebouwing

Indien voor een vervolgfunctie een wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast, geldt het volgende:

- in het wijzigingsplan wordt bij wijze van bouwregel bepaald dat de gebouwen in

geen enkel opzicht mogen worden uitgebreid, behoudens voor zover daarvoor ingevolge

de navolgende regels van kan worden afgeweken;

- ter zake wordt een overeenkomst gesloten, voordat planwijziging wordt toegepast;

- in het wijzigingsplan wordt door middel van een specifieke aanduiding aangegeven dat het een vervolgfunctie betreft op een voormalig agrarisch bouwvlak.

Bouwmogelijkheden: algemeen

Met betrekking tot de bouwmogelijkheden geldt het volgende:

Alleen bestaande bebouwing

Ter plaatse van bouwvlakken mogen voor de in tabel 2 bedoelde functies - ongeacht of

deze zonder meer toelaatbaar zijn dan wel na planwijziging - geen nieuwe gebouwen

worden gebouwd. Evenmin mogen de gebouwen, zoals aanwezig op het tijdstip waarop

het in tabel 2 bedoelde gebruik een aanvang neemt, qua oppervlakte en hoogte worden

uitgebreid.

Nieuwbouw ingeval van sanering bestaande bebouwing

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning ter afwijking verlenen ten behoeve van nieuwbouw in ruil voor afbraak van aanwezige gebouwen die noch solitair, noch in samenhang met andere bebouwing cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen, met inachtneming van het volgende:

- indien er sprake is van totale sloop van deze bijgebouwen en deze hebben een geringere oppervlakte dan 200 m², mag 100% van de gesaneerde oppervlakte aan bijgebouwen

worden teruggebouwd;

- indien bij totale sanering meer dan 200 m² wordt gesloopt, mag naast de 200 m² 50%

van het meerdere dat wordt gesloopt eveneens worden teruggebouwd tot een maximum

van 500 m²;

- indien de bestaande bijgebouwen slechts gedeeltelijk worden gesloopt, mag slechts

50% van het te slopen oppervlak worden teruggebouwd, tenzij op het perceel minder

dan 200 m² aan bijgebouwen aanwezig is; in dat geval mag 100% van de gesaneerde

oppervlakte worden teruggebouwd;

- de herbouw dient te passen in een (her)inrichtingsplan voor het betreffende bouwvlak,

waarbij erfbeplanting wordt aangebracht en waarbij doorzichten naar de achterliggende

polders indien mogelijk worden hersteld; er dient zekerheid te zijn verkregen dat het

(her)inrichtingsplan daadwerkelijk zal worden uitgevoerd, met inachtneming van hetgeen

hierover in de Beschrijving in hoofdlijnen is bepaald.

Extra woningen na sanering bebouwing

Ter plaatse van bouwvlakken, niet zijnde bouwvlakken met de bestemming Agrarisch en bouwvlakken met de bestemming Agrarisch - Rivierzone, kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning ter afwijking verlenen ten behoeve van één extra woning, in ruil voor afbraak van ten minste 1.000 m² van de op het bouwvlak aanwezige bedrijfsgebouwen, die noch solitair noch in samenhang met andere bebouwing cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen, met inachtneming van

het volgende:

- er dient zekerheid te zijn verkregen dat afbraak werkelijk zal plaatsvinden;

- de nieuw te bouwen woning dient te passen in een (her)inrichtingsplan voor het betreffende

bouwvlak, waarbij erfbeplanting wordt aangebracht en waarbij doorzichten naar

de achterliggende polders zo mogelijk worden hersteld; er dient zekerheid te zijn verkregen

dat het (her)inrichtingsplan daadwerkelijk zal worden uitgevoerd, met inachtneming

van hetgeen hierover in de Beschrijving in hoofdlijnen is bepaald;

- de inhoud van de extra woning mag niet meer bedragen dan 600 m³;

- na afbraak van de hiervoor bedoelde bebouwing mag ten behoeve van de extra woning

ten hoogste één bijgebouw worden gebouwd met een oppervlakte van 50 m² en een

maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 en 6 m;

- voor het overige is het bepaalde in artikel 23 van overeenkomstige toepassing.

Wonen

Met betrekking tot wonen geldt het volgende:

Aantal woningen: algemeen

Er mogen slechts woningen tot stand komen op bouwvlakken waar ingevolge elders gegeven regels woningen zijn toegestaan. Het aantal woningen, zoals ingevolge elders

gegeven regels toegestaan, mag niet worden uitgebreid. Van aanwezige woningen

mag geen ander gebruik dan gebruik in combinatie met wonen worden gemaakt.

Aantal woningen: extra woning in hoofdgebouwen

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning ter afwijking verlenen ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning in rijks- en gemeentelijke monumenten en MIP-panden indien hierdoor daadwerkelijk wordt bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden.

Vergroting van een inpandige woning

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning ter afwijking verlenen van de maximale inhoudsmaat

van woningen, indien het een woning betreft die onderdeel uitmaakt van een veel groter hoofdgebouw en de afmetingen van dit hoofdgebouw in geen enkel opzicht worden uitgebreid.

Bedrijven

Met betrekking tot bedrijven geldt het volgende:

Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van de categorieën ingevolge de Staat van Bedrijfsactiviteiten, teneinde:

- bedrijven toe te laten in maximaal één categorie hoger, voor zover het betrokken bedrijf

naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze en getoetst aan de

in de Staat van Bedrijfsactiviteiten aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht

kan worden te behoren tot de ingevolge tabel 4.2 algemeen toelaatbare categorieën

van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

- bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, indien

en voor zover het betrokken bedrijf geen inrichting is als bedoeld in artikel 41 van de

Wet geluidhinder en naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze)

geacht kan worden te behoren tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Bedrijfsactiviteiten in die zin te wijzigen dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, voor zover wijziging van de milieubelasting van het desbetreffende bedrijfstype daartoe aanleiding geeft.

Africhtingsbedrijven voor paarden en paardenstalling

Een binnenrijbaan is in geen geval toegestaan, óók niet binnen de bouwvlakken.

Kampeerterrein

  • a. planwijziging ten behoeve van een kampeerterrein mag uitsluitend strekken ten behoeve van een kampeerterrein met niet-permanente standplaatsen.
  • b. bij de planwijziging kunnen ook gronden buiten het betreffende bouwvlak worden betrokken, waarbij deze gronden uitsluitend gebruikt mogen worden ten behoeve van niet-permanente standplaatsen; deze gronden dienen in beginsel direct aansluitend aan het bestaande bouwvlak gesitueerd te worden.
  • c. de oppervlakte van een kampeerterrein mag in totaal maximaal 2 ha bedragen.

Voorzieningen

Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor reclameborden en/of neonreclame

is niet toegestaan. Hetzelfde geldt voor lichtmasten en lichtbakken.

Buitenopslag

Voor de hier bedoelde functies is buitenopslag in geen geval toegestaan.

Kinderboerderij/kinderdagverblijf

De vervolgfunctie kinderboerderij is uitsluitend toegestaan binnen een afstand van 500 m van

de kernen Montfoort en Linschoten, gemeten vanaf de plangrens van de bestemmingsplannen

voor de kernen met het bestemmingsplan Buitengebied 2012.

Parkeergelegenheid

Er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

Agrarisch bedrijf bij wijze van deeltijd

De oppervlakte van bedrijfsgebouwen ten dienste van het agrarisch bedrijf bij wijze van

deeltijd mag ten hoogste 450 m² bedragen.