Het aspect milieuzonering gaat in op de invloed die bedrijven kunnen hebben op hun omgeving. Deze invloed is afhankelijk van de afstand tussen een gevoelige bestemming en de bedrijvigheid. Milieugevoelige bestemmingen zijn gebouwen en terreinen die naar hun aard bestemd zijn voor het verblijf van personen gedurende de dag of nacht of een gedeelte daarvan (bijvoorbeeld woningen). Daarnaast kunnen ook landelijke gebieden en/of andere landschappen belangrijk zijn bij een zonering tot andere, minder gevoelige, functies zoals bedrijven.
Bij een ruimtelijke ontwikkeling kan sprake zijn van reeds aanwezige bedrijvigheid en van nieuwe bedrijvigheid. Milieuzonering zorgt er voor dat nieuwe bedrijven een juiste plek in de nabijheid van de gevoelige functie krijgen en dat de (nieuwe) gevoelige functie op een verantwoorde afstand van bedrijven komen te staan. Doel hiervan is het waarborgen van de veiligheid en het garanderen van de continuïteit van de bedrijven alsmede een goed klimaat voor de gevoelige functies.
Milieuzonering beperkt zich tot milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie zoals: geluid, geur, gevaar en stof. De mate waarin de milieuaspecten gelden en waaraan de milieucontour wordt vastgesteld, is voor elk type bedrijvigheid verschillend. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) geeft sinds 1986 de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' uit. In deze publicatie (editie 2009) is een lijst opgenomen, met daarin de minimale richtafstanden tussen een gevoelige bestemming en bedrijven. Indien van deze richtafstanden afgeweken wordt, dient een nadere motivatie gegeven te worden waarom dat wordt gedaan.
Het belang van milieuzonering wordt steeds groter aangezien functiemenging steeds vaker voorkomt. Hierbij is het motto: 'scheiden waar het moet, mengen waar het kan'. Het scheiden van milieubelastende en milieugevoelige bestemmingen dient twee doelen:
- het reeds in het ruimtelijk spoor voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij gevoelige bestemmingen;
- het bieden van voldoende zekerheid aan de milieubelastende activiteiten (bijvoorbeeld bedrijven) zodat zij de activiteiten duurzaam, en binnen aanvaardbare voorwaarden, kunnen uitoefenen.
In de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (editie 2009) wordt onderscheid gemaakt in niet-bindende richtafstanden voor de omgevingstypen 'gemengd gebied' en 'rustige woonwijk/ rustig buitengebied'. Het plangebied is gelegen aan een bebouwingslint waar (agrarische) bedrijven en woningen voorkomen waardoor de omgeving aangemerkt kan worden als gemengd gebied. Dit betekent dat de richtafstanden met één afstandsstap verminderd kunnen worden, met uitzondering van het aspect gevaar.
Planspecifiek
Met dit bestemmingplan wordt het realiseren van een woning mogelijk gemaakt. Een woning wordt in het kader van bedrijven en milieuzonering gezien als een gevoelige bestemming. Hierdoor moet worden bepaald of de beoogde ontwikkeling omliggende bedrijven niet belemmert in de uitvoering van haar bedrijfsactiviteiten. Indien de nieuwe woning binnen de milieucontour van een bestaand bedrijf ligt, zal dit het betreffende bedrijf kunnen hinderen in zijn bedrijfsvoering.
Het plangebied kan volgens de VNG publicatie aangemerkt worden als een 'rustige woonwijk'. Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven) voor. Langs de randen (in de overgang naar een mogelijke bedrijfsfunctie) is weinig verstoring door verkeer.
In de omgeving van het plangebied zijn de bedrijven uit de volgende tabel aanwezig. De meest nabij gelegen bedrijven die voor belemmeringen zouden kunnen zorgen, zijn in de tabel opgenomen.
Bedrijfstype | SBI | Milieucategorie | Richtafstand | Feitelijke afstand |
Specifieke vorm van detailhandel - dierenspeciaalzaak | 47A | 1 | 10 m | 55 m |
Opslag ondergeschikt aan detailhandel | 52109 B | 1 | 10 m | 55 m |
Caravanstalling ondergeschikt aan detailhandel | 52109 B | 1 | 10 m | 55 m |
Bedrijf, Heeswijk 41 | n.v.t | 3.1 | 50 m | 150 m |
Agrarische gronden- boomgaard | 011, 012, 013 | 3.1 | 50 m | 66 m |
Heeswijk 27
Ten zuidoosten van het plangebied staat een dierenspeciaalzaak. Voor de gronden van de dierenspeciaalzaak gelden de specifieke functieaanduidingen van 'Opslag', 'Caravanstalling' en ‘Specifieke vorm van detailhandel - Dierenspeciaalzaak'. Voor dergelijke bedrijven geldt milieucategorie 1 en een richtafstand van 10 m. Gezien de feitelijke afstand van meer dan 50 meter vormt dit bedrijf geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling.
Heeswijk 41
Op Heeswijk 41 bevindt zich een bedrijf met de functieaanduiding van 'bedrijf tot en met categorie 3.1'. Derhalve geldt voor dit bedrijf een richtafstand van 50 meter. De feitelijke afstand van het bedrijf tot het plangebied bedraagt 150 meter, waarmee het plangebied buiten de richtafstand van het bedrijf ligt.
Boomgaard met fruitbomen
Ten oosten van het plangebied bevinden zich agrarische gronden die mede worden gebruikt als boomgaard. Bij het bespuiten van fruitbomen wordt in de bestemmingsplanpraktijk een vuistregel gehanteerd om een afstand van 50 meter aan te houden tussen een fruitboomgaard en een gevoelige bestemming. De feitelijke afstand van het plangebied tot de eerste bomenrij bedraagt 66 meter. Gezien deze afstand wordt de boombaard niet als belemmering gezien.
Conclusie
Voor alle bedrijven in de omgeving van het plangebied geldt dat de beoogde woning zich buiten de richtafstanden volgens de millieuzonering bevindt. Gezien het voorgaande kan geconcludeerd worden dat er geen belemmeringen zijn vanuit het aspect milieuzonering voor de uitvoerbaarheid van het beoogde plan.