Plan: | Wederiksingel |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0335.BPWederiksingel-on01 |
Toetsingskader
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriƫntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriƫntatiewaarde overschrijdt.
Voor bedrijven geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Grenswaarden moeten in acht worden genomen, van richtwaarden kan om gewichtige reden worden afgeweken. Zowel de grenswaarde als de richtwaarde liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan de grenswaarde worden voldaan en de richtwaarde in acht genomen worden, ongeacht of het een bestaande of een nieuwe situatie betreft.
Voor transportassen geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde.
Onderzoek en conclusie
Het project betreft het doortrekken van de Wederiksingel, een bestaande weg. Een weg is noch een kwetsbaar noch een beperkt kwetsbaar object. De ligging van de beoogde ontsluiting binnen een PR 10-6-risicocontour vormt dus geen belemmering voor de uitvoering van dit plan. Tevens heeft de aanleg van een ontsluitingsweg niet tot gevolg dat op deze weg meer mensen zullen verblijven. De ontsluitingsweg leidt immers tot een betere doorstroming van het verkeer. De aanleg van de ontsluiting kan dan ook geen invloed op de hoogte van het GR hebben. Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt overigens dat in de omgeving van het plangebied geen risicovolle inrichtingen liggen. Ook worden hier in de huidige situatie geen gevaarlijke stoffen vervoerd. De Wederiksingel zal ook na de realisatie van dit bestemmingsplan niet voor dergelijk vervoer worden gebruikt. Het aspect externe veiligheid staat de vaststelling van dit bestemmingsplan dan ook niet in de weg.