direct naar inhoud van 6.10 Luchtkwaliteit
Plan: Wederiksingel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0335.BPWederiksingel-vg01

6.10 Luchtkwaliteit

Toetsingskader

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door Titel 5.2 van de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 6.3 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 6.3 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   60 µg/m³   2010 tot en met 2014  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10)1)   jaargemiddelde concentratie   48 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 75 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  
  • 1. Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wm behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).

Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) onder andere uitoefenen indien de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden, of de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen, uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens, tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Besluit niet in betekenende mate (nibm)

In dit Besluit en bijbehorende regeling is bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit is onder andere het geval wanneer een project heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde stikstofdioxide en fijn stof.

Onderzoek en conclusie

Het bestemmingsplan maakt het doortrekken van een reeds bestaande weg, namelijk de Wederiksingel, mogelijk. Dit project maakt onderdeel uit van de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk Hofland-Oost. De nieuwe weg zal ook worden gebruikt als ontsluiting voor deze nieuwbouwwijk. Om te bepalen of de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk tot overschrijdingen van de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof leidt, is een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 4. Uit dit onderzoek blijkt dat de gehele ontwikkeling van de nieuwbouwwijk niet leidt tot overschrijdingen van bovengenoemde grenswaarden. De nieuwe weg zal gebruikt worden als ontsluiting van deze wijk en maakt dus onderdeel uit van deze ontwikkeling. Daarom zal ook het doortrekken van de Wederiksingel niet tot overschrijding van deze grenswaarden leiden. Ter plaatse van het plangebied zal de luchtkwaliteit dan ook aanvaardbaar zijn. Er wordt daarom geconcludeerd dat het aspect luchtkwaliteit de vaststelling van dit bestemmingsplan niet in de weg staat.