De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken.
Hoofdstuk I bevat de inleidende regels. Dit hoofdstuk geeft de begrippen weer.
Het begrip wonen/woondoeleinden was in de geldende bestemmingsplannen niet gedefinieerd. Volgens de nieuwe definitie moet er sprake zijn van (nagenoeg) zelfstandige bewoning door bewoner(s) die het adres voor een aaneengesloten periode van ten minste zes maanden als hoofdverblijf (zullen) hebben, blijkend uit inschrijving in de Basisregistratie Personen en/of de feitelijke omstandigheden. Bij de toetsing of er wordt voldaan aan de definitie zal primair worden gekeken naar de inschrijving in de Basisregistratie Personen. Indien de inschrijving - of het ontbreken daarvan - ruimte laat voor twijfel, kijkt het bevoegd gezag naar de overige feitelijke omstandigheden, zoals de inhoud van een (huur)overeenkomst. Als niet uit een (huur)overeenkomst blijkt dat verblijf gedurende een aaneengesloten periode van ten minste zes maanden is beoogd, is dit een aanwijzing dat er geen sprake is van wonen/woondoeleinden als bedoeld in dit paraplubestemmingsplan. Als volgens het geldende bestemmingsplan niet alleen sprake is van wonen/woondoeleinden, maar ook van de bestemming of functie als woning, geldt op grond van de begripsbepalingen de aanvullende eis dat daarin alleen door één huishouden mag worden gewoond.
Bij hospitaverhuur geldt een kortere minimumtermijn van vier weken, omdat hospitaverhuur een goede oplossing kan zijn voor een korte overbruggingsperiode.
Hoofdstuk II bevat de algemene regels. In artikel 2 is de anti-dubbeltelregel opgenomen. In artikel 3 wordt benoemd welke bestemmingsplannen herzien en/of aangevuld worden. Vervolgens bevat artikel 4 een algemene regeling voor logies en wonen.
Hospitaverhuur is onder voorwaarden (bij recht) toegestaan, zonder dat een omgevingsvergunning nodig is. In een deel van de binnenstad van Montfoort staan we geen hospitaverhuur toe; het gaat daarbij om gebouwen met gemengde bestemmingen (bestemmingen 'Gemengd', 'Centrum' en 'Maatschappelijk - Gezondheidszorg'). We sluiten hospitaverhuur in deze gebouwen uit, omdat we hier een risico zien van oneigenlijk gebruik waartegen (mede vanwege de gemengde bestemmingen) niet eenvoudig handhavend kan worden opgetreden.
Voor de afwijkingsbevoegdheden die in de planregels zijn opgenomen, geldt dat zowel een permanente als een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan denkbaar is. Het is in principe aan de aanvrager om een permanente dan wel een tijdelijke omgevingsvergunning aan te vragen. Het verlenen van een omgevingsvergunning op basis van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid betekent overigens niet dat een eigenaar verplicht is om dit gebruik voort te zetten. Een eigenaar behoudt het recht om het gebruik weer in overeenstemming te brengen met het geldend planologisch regime. Zo behoudt bijvoorbeeld een woningcorporatie/eigenaar het recht om de woning na beëindiging van het friends contract weer ter beschikking te stellen aan een huishouden.
Ten slotte regelt hoofdstuk III de overgangs- en slotbepalingen.