direct naar inhoud van 5.11 Water
Plan: Begraafplaats "De Stuivenberg"
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0335.BPBegraafplaats-vg01

5.11 Water

Ten behoeve van de planontwikkeling is een watertoets verricht4 . Deze watertoets maakt integraal onderdeel uit van voorliggend bestemmingsplan en is opgenomen als bijlage 6 bij deze toelichting. Hieronder volgt een beknopte samenvatting van de toekomstige situatie.

Bodem en grondwater

Ter plaatse van de locatie bevindt zich het grondwater op gemiddeld ca. NAP -1,27 m. In nattere perioden kan het grondwater op deze locatie stijgen tot ca. NAP -0,35 m. Bij dit grondwaterniveau wordt bij het begraven in één of meerdere lagen niet voldaan aan de huidige normen gebaseerd op de bepalingen in de Wet op de lijkbezorging. De locatie wordt opgehoogd om aan de ontwateringscriteria te kunnen voldoen.

Het bodemprofiel ter plaatse is vrij homogeen en bestaat tot ca. 1,50 à 2,00 m -mv uit siltige en zandige kleilagen. Deze grond is gezien de gestelde eisen niet geschikt om in te begraven. Om dit profiel geschikt te maken zal een grondverbetering nodig zijn. Om een vrije afwatering te realiseren dienen de drains boven het open waterpeil te worden aangebracht.

Het bodemprofiel is binnen het plangebied als homogeen en weinig zettingsgevoelig beoordeeld. Om met een gesloten grondbalans te werken dient de begraafplaats op NAP +1,75 m te worden aangelegd.

Ontwatering

Gezien de binnen de locaties voorkomende grondwaterstanden, dient een drainage te worden toegepast om het grondwaterniveau te kunnen beheersen. Om een vrije afwatering mogelijk te maken, dienen de drainagestrengen boven het (maximale) waterpeil te worden aangebracht.

Wanneer lozing op het oppervlaktewater niet gewenst is, dienen de drains middels controleputten (voorzien van doorspuitmogelijkheid), te worden aangesloten op een verzamelleiding die dient te worden aangesloten op de riolering.

Oppervlaktewaterpeil en -berging

Uitgangspunt is dat de waterpeilen niet worden aangepast. Uitgangpunt vormen derhalve de huidige waterpeilen, waarbij rekening is gehouden met een maximale fluctuatie van 0,30 m bij neerslag. In het huidige plan wordt voldoende open water aangelegd.

Beheer en waterkwaliteit

Het beheer en onderhoud zal vanaf de kant worden uitgevoerd.

Voor het schoon houden van het water is het van belang dat uitlogende materialen als zink, lood, koper en bitumen zonder KOMO-keurmerk niet worden toegepast daar waar deze materialen in aanraking komen met het hemelwater.

Voor het graven of dempen van water, dient een Keurvergunning bij het waterschap aangevraagd te worden voordat de werkzaamheden uitgevoerd worden.

Tot slot wordter bij het verbreden van de watergang naar gestreefd om de oevers natuurvriendelijk aan te leggen. Dit verhoogt de belevingswaarde en versterkt de ecologische waarden, terwijl de kosten niet hoger zijn dan de aanleg van beschoeide oevers. Een natuurvriendelijke inrichting van het watersysteem biedt goede leefomstandigheden voor (waterafhankelijke) flora en fauna.

Overleg met waterbeheerder

De watertoets is voorgelegd aan de waterbeheerder. In reactie geeft het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden een positief wateradvies. In paragraaf 8.1 wordt nader ingegaan op deze reactie. Bij de verdere planuitwerking zal het Hoogheemraadschap nadrukkelijk worden betrokken.