direct naar inhoud van 5.2 Archeologie
Plan: Begraafplaats "De Stuivenberg"
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0335.BPBegraafplaats-vg01

5.2 Archeologie

In het plangebied is een archeologisch onderzoek verricht1, dat als bijlage 3 bij deze toelichting is opgenomen. Dit onderzoek heeft bestaan uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen waarbij een verkennend en een aanvullend karterend onderzoek zijn uitgevoerd. In het plangebied zal een herontwikkeling plaatsvinden van landbouwgrond naar begraafplaats. Op het terrein worden in de toekomst graven, paden, een parkeervoorziening en gebouw gerealiseerd. Het terrein wordt voor de nieuwe inrichting tevens opgehoogd. Vooralsnog wordt daarbij van uitgegaan dat het voor de aanleg van de begraafplaats noodzakelijk zal zijn om de bovengrond te ontgraven tot minimaal 0,40 m -NAP en maximaal 1 m -NAP, afhankelijk van het definitieve ontwerp.

Uit het bureauonderzoek is gebleken dat binnen het plangebied een (middel)hoge kans bestaat op het aantreffen van archeologische waarden vanaf de prehistorie tot de Nieuwe Tijd. Deze verwachting is gebaseerd op de geologische, geomorfologische en bodemkundige gesteldheid van het gebied. Het plangebied ligt binnen de Stuivenbergse stroomgordel. Door middel van de booronderzoeken is een gedetailleerd beeld verkregen van de geologische en bodemkundige opbouw in het plangebied. In totaal zijn 61 boringen uitgevoerd. Deze opbouw stemt in grote lijnen overeen met de bevindingen van het bureauonderzoek.

In het plangebied komen oever- en beddingafzettingen voor van de Stuivenbergse stroomgordel. De oeverafzettingen bestaan uit lichte zavel tot matig zware klei. De gelaagde beddingafzettingen, bestaande uit matig fijn tot zeer grof zand, werden aangetroffen op een diepte van gemiddeld 1,3 m -NAP. In het noord(west)elijke deel liggen de beddingafzettingen wat hoger op maximaal 1 m -NAP. Dwars door het plangebied loopt een zone waarbij in de boringen tot 2 m -mv geen (grof) beddingzand is aangetroffen. Deze zone is geïnterpreteerd als een kronkelwaardgeul. In de zuidwest hoek van het plangebied ligt een gedeelte van de restgeul van de Stuivenbergse stroomgordel waar het beddingzand relatief diep ligt op circa 2,5 tot 4 m -NAP.

Tijdens de booronderzoeken zijn geen directe aanwijzingen naar voren gekomen, die duiden op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen in het plangebied. Er zijn geen cultuurlagen of anderszins antropogeen materiaal aangetroffen. De bovenlaag (bouwvoor) is verstoord geraakt tot een diepte van variërend 30 - 85 cm -mv, maar de bodemopbouw daaronder is nog intact. Vanwege het ontbreken van archeologische indicatoren of niveaus in de ondergrond wordt geadviseerd geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Dit advies is voorgelegd aan het bevoegd gezag, de gemeente Montfoort die het heeft laten beoordelen door de gemeente archeoloog van de gemeente Woerden. Op de conceptrapportage zijn geen opmerkingen gekomen en het advies is overgenomen waarna de rapportage definitief is gemaakt en is goedgekeurd door het bevoegd gezag.