Plan: | Begraafplaats "De Stuivenberg" |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0335.BPBegraafplaats-vg01 |
De Wet Luchtkwaliteit maakt onderscheid tussen kleine en grote ruimtelijke projecten. Onder kleine projecten worden projecten verstaan die de luchtkwaliteit 'niet in betekenende mate' verslechteren. Deze projecten worden niet meer beoordeeld op luchtkwaliteit. Ze zijn namelijk zo klein dat ze geen wezenlijke invloed hebben op de luchtkwaliteit. Draagt een klein project niet of nauwelijks bij aan luchtverontreiniging, dan is er geen belemmering voor. Het ministerie van VROM heeft de definitie van 'in betekenende mate' vastgelegd in het Besluit NIBM. Projecten die de concentratie CO2 of fijn stof met meer dan 3% van de grenswaarde verhogen, dragen in betekenende mate bij aan de luchtvervuiling.
Deze 3%-grens is voor een aantal categorieën projecten in de regeling NIBM omgezet in getalsmatige grenzen, bijvoorbeeld:
De 3%-grens geldt sinds 1 augustus 2009: de datum waarop het Kabinetsbesluit Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) van kracht is geworden. De ontwikkeling van de begraafplaats kent een beperkte verkeersaantrekkende werking. Volgens de NIBM regeling dragen ook veel grotere ontwikkelingen voor minder dan 3 % bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. De hoeveelheid extra verkeer als gevolg van deze ontwikkeling is een fractie van het verkeer dat bijvoorbeeld een woonwijk met 1.500 woningen genereert. Derhalve kan gesteld worden dat de ontwikkeling van de begraafplaats ruimschoots binnen de 3%-grens valt en dat om die reden een onderzoek naar luchtkwaliteit niet noodzakelijk is.