direct naar inhoud van 2.4 Juridische aspecten
Plan: Montfoort, De Plaats 5
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0335.PBDeplaats5-vg01

2.4 Juridische aspecten

Bestemming Woningen (WO) en Horecabedrijven (HO)

In het vigerende bestemmingsplan Binnenstad hebben de percelen aan de Plaats 5 en de Mannenhuisstraat 2 respectievelijk de bestemming 'Horecabedrijven' en bestemming 'Woningen'. De gronden achter de hoofdbebouwing (buiten het bouwvlak) op beide percelen zijn bestemd als 'Erf'. Op de plankaart is voorzien in een afzonderlijk bouwvlak horecabedrijven en een afzonderlijk bouwvlak woningen waarbinnen hoofdgebouwen ten dienste van de bestemming zijn toegestaan. In werkelijkheid is op de percelen de Plaats 5 en Mannenhuisstraat 2 echter maar één bedrijfsvoering aanwezig welke bestaat uit een horeca-inrichting met een daarbij behorende woning.

Binnen de bouwvlakken Woningen (WO) en Horecabedrijven (HO) zijn hoofdgebouwen toegestaan waarvan de goothoogte niet minder en niet meer bedraagt dan de minimale en maximale maat zoals aangegeven op de bij het bestemmingsplan behorende kappenkaart, de voor-, zij- en achtergevels geplaatst dienen te worden in de op de bestemmingsplankaart aangegeven bebouwingsgrenzen, de nokrichting en/of kapvorm - voor zover op de kappenkaart een aanduiding 'nokrichting' en/of 'kapvorm' is aangegeven - daarmee zal overeenstemmen en de hoofdgebouwen dienen afgedekt te worden door een kap met een dakhelling van ten minste 45º en ten hoogste 60º.

Op grond van artikel 3, lid II, sub 3 van het geldende bestemmingsplan zijn burgemeester en wethouders bevoegd om vrijstelling te verlenen voor het samenvoegen van bouwpercelen, mits de totale breedte niet meer dan 20 m zal bedragen en de afzonderlijke gebouwen qua verschijningsvorm gehandhaafd blijven.

Bestemming 'Erf' (E)

Op de gronden met de bestemming 'Erf' mag uitsluitend bebouwing ten dienste van de hoofdgebouwen (horecabedrijven en woningen) worden opgericht, waarbij het op de bestemmingsplankaart aangegeven bebouwingspercentage niet zal worden overschreden en de goothoogte van de bijgebouwen niet meer dan 3 m zal bedragen. Burgemeester en wethouders zijn daarnaast bevoegd om vrijstelling te verlenen ten behoeve van het verhogen met maximaal 10% van het bebouwingspercentage en het verhogen van de goothoogte tot een goothoogte welke gelijk mag zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw voor zover het aangebouwde bijgebouwen betreft.

De bij de percelen behorende gronden met de bestemming 'Erf', grenzen aan de zijde van de Mannenhuisstraat en aan de achterzijden aan gronden met de bestemming weg, voetpad of plein, parkeerstrook. De als Erf aangewezen gronden zijn bestemd voor straten, voetpaden, pleinen, parkeergelegenheden en andere verkeersvoorzieningen.

Opgemerkt wordt dat het bestemmingsplan en de bijbehorende kappenkaart niet voorziet in een voorgeschreven 'nokrichting' en/of 'kapvorm' voor bebouwing op de gronden met de bestemming 'Erf'. Eveneens voorziet het geldende bestemmingsplan niet in een maximale bouwhoogte voor bebouwing op de gronden met de bestemming 'Erf'. De gemeentelijke Bouwverordening heeft hier en voor dit onderdeel daarom een aanvullende werking.

Gemeentelijke bouwverordening

Op grond van artikel 2.5.24 van de Bouwverordening mag de grootste toegelaten hoogte van een bouwvergunningplichtig bouwwerk niet meer bedragen dan 15 m. Indien het bouwwerk aan meer dan een weg grenst en deze wegen op verschillende hoogte liggen, geldt de hoogte ten opzichte van de laagst gelegen weg. Op grond van artikel 2.5.25 lid 1 van de Bouwverordening mag de hoogte van een bouwwerk op een niet aan een weg grenzend terrein, niet meer bedragen dan 2,7 m met dien verstande dat - uitgaande van een goothoogte van genoemde maat - daarboven een zadeldak met hellingen van ten hoogste 45º toegelaten is. De maximale goothoogte voor bebouwing op de gronden met de bestemming 'Erf' is echter in het vigerende bestemmingsplan bepaald zodat voor dat onderdeel de Bouwverordening geen aanvullende werking toekomt. Op grond van artikel 2.5.25 tweede lid van de Bouwverordening kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 2.5.25 eerste lid, indien de aard en de ligging van de omringende bebouwing hiervoor geen beletsel vormen. Nu ook het geldende bestemmingsplan, met betrekking tot een grotere goothoogte, in een vrijstellingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders voorziet, heeft ook de Bouwverordening op dit onderdeel geen aanvullende werking.

Gerelateerd aan de methodiek van de gemeentelijke Bouwverordening liggen de gronden met de bestemming 'Erf' tevens geheel tussen de, op grond van die Bouwverordening bepaalde, voor- en achtergevelrooilijn langs de Mannenhuisstraat. Op grond van het bepaalde in artikel 2.5.23 lid 1a van de Bouwverordening, is de maximaal toegelaten goothoogte gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag (circa 3,6 m) van de hoofdbebouwing op de percelen de Plaats 5 en Mannenhuisstraat 2. De daar bovenop geplaatste kap heeft een helling van ten hoogste 45º. Uitgaande van een gemiddelde perceelsbreedte van het achterterrein van 10,5 m, bedraagt de op grond van het bestemmingsplan en de Bouwverordening bepaalde maximale bouwhoogte voor de bebouwing op de gronden met de bestemming 'Erf' daarom 3,6 m goothoogte + 5,25 m (45º kap 10,5/2) = 8,85 m.

Werking projectbesluit

Het projectbesluit (artikel 3.10 e.v. Wet ruimtelijke ordening) wordt gebruikt in het geval dat het bestemmingsplan een bepaalde ontwikkeling of een bepaald project niet toestaat en men een dergelijke activiteit toch mogelijk wil maken. Het vaststellen van een projectbesluit leidt ertoe dat het hele bestemmingsplan niet meteen hoeft te worden aangepast. Door het projectbesluit wordt het geldende bestemmingsplan voor het gebied waar het besluit betrekking op heeft, buiten werking gesteld. Het projectbesluit, met eventueel bijbehorende voorschriften en beperkingen en het definitieve bouwplan, vormen vanaf dat moment het juridische toetsingskader. Binnen een jaar na vaststelling van het projectbesluit dient de ruimtelijke ontwikkeling alsnog te worden vastgelegd in een bestemmingsplan.

De gemeente Montfoort zal op korte termijn een actualisatie starten van de bestemmingsplannen in de gehele gemeente. Om deze reden verkiest de gemeente de voorziene ontwikkeling middels een projectbesluit mogelijk te maken. Op het moment dat de gemeente met de actualisatie start, zal de door dit projectbesluit mogelijk gemaakte ontwikkeling onderdeel van het nieuwe bestemmingsplan gaan uitmaken.

Projectbesluit en bouwplan vormen toetsingskader

Als gevolg van dit projectbesluit wordt het bestemmingsplan Binnenstad voor het projectgebied, zoals weergegeven op de plankaart, buiten toepassing verklaard. Dit betekent dat dit projectbesluit met bijbehorende bijlagen en het bouwplan waarvoor de bouwvergunning is verleend het toetsingskader vormen voor het betreffende perceel.