Plan: | Montfoort, De Plaats 5 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0335.PBDeplaats5-vg01 |
Normstelling en beleid
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
De provincie hanteert de richtlijn dat bij de beoordeling van ruimtelijke plannen ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, moet worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging, dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.
Onderzoek en conclusie
Ten behoeve van de uitbreiding c.q. verbouwing van het pand zal de bebouwing achter op het perceel worden gesloopt. Ook de huidige binnenplaats zal grotendeels worden bebouwd. Op dit moment is, mede door de aanwezige bebouwing op het terrein, nog geen bodemonderzoek uitgevoerd.
Na sloop van de aanwezige bebouwing kan eventueel een verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. Op grond van het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning (Biab), kan de gemeente echter ook vrijstelling geven van deze onderzoeksverplichting indien uit historische bodemgegevens blijkt dat de bodemkwaliteit voldoende is voor het beoogde functiegebruik. Het aspect bodemkwaliteit zal dus deel uitmaken van de procedure voor de bouwvergunning en staat de vaststelling van het projectbesluit op dit moment niet in de weg.