5.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7 lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
-
b. het gebruik van de gronden als standplaats voor één of meer kampeermiddelen, anders dan voor eigen gebruik gedurende een periode van maximaal vier weken per jaar;
-
c. het gebruik van de gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
-
d. het gebruik van de gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting of prostitutie;
-
e. het gebruik van de gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatie;
-
f. het gebruik van de gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken voor bedrijvigheid anders dan voor een aan-huis-verbonden beroep en/of voor een aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteit;
-
g. het gebruik van de gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken voor de opslag en voor de stalling van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken rij-, vaar-, voer- en/of vliegtuigen;
-
h. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardenbak;
-
i. het gebruik van de gronden voor een paardenbak, waarbij de afstand van een paardenbak tot de zijdelingse perceelgrens minder dan 5,00 meter bedraagt;
-
j. het gebruik van de gronden voor een paardenbak waarbij de afstand van een paardenbak tot een bouwperceel met een gevoelige functie, minder dan 50,00 meter bedraagt;
-
k. het gebruik van de gronden voor meer dan één paardenbak per bouwperceel;
-
l. het gebruik van de gronden voor een paardenbak waarvan de oppervlakte meer dan 1.800 m² bedraagt;
-
m. het gebruik van de gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep en/of voor een aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteit, indien:
-
1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van de woning;
-
2. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale gebruiksoppervlakte van de woning en van de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen en/of de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 100 m²;
-
n. het gebruik van de gronden voor de opslag van afbraak- en bouwmaterialen, bodemspecie, grond, puin en schroot;
-
o. het gebruik van een woning en van de daarbij behorende bebouwing door meer dan één afzonderlijk huishouden;
-
p. het kennelijk ten verkoop opslaan en stallen van bruikbare en niet aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken rij-, vaar-, voer- en/of vliegtuigen;
-
q. het storten van afvalstoffen en van vuil.