16.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels.
16.2.1 Gebouwen
Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' mag de bebouwde oppervlakte niet meer bedragen dan is aangeduid;
-
b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'manege' mag de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan respectievelijk 6 m en 10 m.
-
d. ten aanzien van de bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
-
1. de goot- en bouwhoogte mag respectievelijk maximaal 6 m en 10 m bedragen, waarbij geldt dat de inhoud niet meer dan 750 m3 mag bedragen;
-
2. voor een uitbouw mag de goot- en bouwhoogte maximaal 3 m en 6 m bedragen;
-
3. de oppervlakte van alle bijgebouwen mag maximaal 50 m2 bedragen, waarbij geldt dat de goot- en bouwhoogte respectievelijk maximaal 3 m en 6 m mag bedragen;
-
4. de bouwhoogte van overkappingen mag maximaal 2,7 m bedragen.
16.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
-
1. maximaal 2 m voor terreinafscheidingen;
-
2. maximaal 7 m voor palen en masten;
-
3. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.