Artikel 31 Algemene aanduidingsregels
31.1 Veiligheidzone - lpg
-
a. Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' zijn geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan als bedoeld in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (REVI) en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) zoals deze gelden ten tijde van de tervisielegging van dit plan.
-
b. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.1 sub a, indien dit op grond van een verantwoording van het groepsrisico verantwoord is.
31.2 Vrijwaringszone - molenbiotoop
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop ' de volgende regels:
-
a. binnen een afstand van 100 m tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht of mag geen beplanting aanwezig zijn hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;
-
b. binnen een afstand van 100 tot 400 m tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht of mag geen beplanting aanwezig zijn met een hoogte die meer bedraagt dan 1/100 van de afstand van het bouwwerk tot het middelpunt van de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek - met dien verstande dat voor zover de vrijwaringszone grenst aan de Vrijwaringszone - molenbiotoop de hoogte die op de grens is toegestaan verder horizontaal wordt doorgetrokken en (voor zover hoger dan de 1/100-regeling) wordt toegestaan;
-
c. het bevoegd gezag kan afwijken van dit lid onder a en b, indien:
-
1. er sprake is van een situatie waarin vrije windvang en het zicht op de molen al beperkt zijn door bebouwing, zolang de vrije windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt, óf:
-
2. zeker is gesteld dat de belemmering van de windvang en het zicht op de molen door maatregelen elders in de molenbeschermingszone worden gecompenseerd;
-
d. indien op grond van hoofdstuk 2 een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a t/m c, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van hoofdstuk 2.
31.3 Milieuzone - geurzone
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - geurzone is het niet toegestaan nieuwe geurgevoelige functies op te richten.
31.4 Windturbines
Ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' mag de bouwhoogte van een windturbine maximaal x m bedragen, waarbij geldt dat dit de maximale hoogte van de mast is.
31.5 Ecologie
PM wordt gemaild (zsm)