direct naar inhoud van Artikel 3 Maatschappelijk
Plan: Bestemmingsplan Wolvegasterweg 16 te Oldeberkoop
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0085.BpWolvegasterweg16-ON01

Artikel 3 Maatschappelijk

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke doeleinden in de vorm van een begeleide woonvorm;
  • b. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • c. groen- en speelvoorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen geldt dat:

  • a. de hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw ten hoogste respectievelijk 5,5 m en 10 m bedragen;
  • c. de dakhelling van het hoofdgebouw ten minste 30° dient te bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b en c geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan gehandhaafd mogen worden.

3.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen geldt dat:

  • a. de bijgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte ten hoogste 3 m bedraagt;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen ten hoogste 50 m² bedraagt;
  • d. de afstand van de bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde van de voorgevel minimaal 2 m dient te bedragen;
  • e. de bijgebouwen dienen te worden voorzien van een kap, met een dakhelling van minimaal 35° en maximaal 60°.
  • f. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met e geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan gehandhaafd mogen worden.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5,5 m, hieronder niet begrepen erf- en terreinafscheidingen.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • het straat en bebouwingsbeeld;

Nader eisen stellen ten aanzien van:

  • a. het aantal en de situering van parkeervoorzieningen;
  • b. de situering van in- en uitritten.