direct naar inhoud van 7.3 Verantwoording van de regels
Plan: Bestemmingsplan Wolvegasterweg 16 te Oldeberkoop
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0085.BpWolvegasterweg16-ON01

7.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.

In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.

Maatschappelijk (Artikel 3)

Functie

De gronden binnen het plangebied hebben de bestemming "Maatschappelijk" gekregen. Binnen de bestemming zijn maatschappelijke doeleinden in de vorm van een begeleide woonvorm, verkeers- en verblijfsvoorzieningen en groen- en speelvoorzieningen toegestaan.

Bebouwingsmogelijkheden

De bouwregels zijn onderverdeeld in regels voor hoofd- en bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Hoofdgebouwen moeten binnen het op de verbeelding weergegeven bouwvlak worden gebouwd en mogen een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 5,5 meter en 10 meter hebben. De dakhelling moet ten minste 30° bedragen. Omdat het hier een bestaand pand betreft is een regel opgenomen welke bepaalt dat de maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan gehandhaafd mogen worden.

Bijgebouwen moeten ook binnen het op de verbeelding weergegeven bouwvlak worden opgericht. De goothoogte van een bijgebouw mag maximaal 3 meter bedragen en de kap dient een dakhelling van minimaal 35° en maximaal 60° te hebben. De gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag ten hoogste 50 m² bedragen.

Tot slot mogen binnen deze bestemming bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5,5 meter. Dit met uitzonder van erf- en terreinafscheidingen waarvoor een regeling is opgenomen in het Besluit omgevingsrecht.