direct naar inhoud van 4.4 Bodem
Plan: A. van Ouwaterstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0589.0000170312-OH01

4.4 Bodem

Toetsingskader

In verband met de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak.

Onderzoek

In het kader van de beoogde functiewijziging is door middel van een verkennend bodemonderzoek onderzocht of de bodemkwaliteit voldoende is. Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 1.

Op basis van de onderzoeksresultaten worden de volgende conclusies getrokken:

  • in de bovengrond (0,0 tot 0,5 m-mv) zijn maximaal licht verhoogde concentraties aan zware metalen aangetoond; in de ondergrond zijn geen verhoogde concentratie aangetoond;
  • visueel is geen asbest aangetroffen;
  • in het grondwater is een licht verhoogde concentratie aan barium gemeten; de herkomst hiervan is niet bekend.

De hypothese dat het terrein onverdacht is ten aanzien van bodemverontreiniging, dient formeel te worden verworpen. Dit vanwege de licht verhoogde gehalten aan zware metalen in de bovengrond. Omdat het slechts licht verhoogde gehalten betreft, wordt een aanvullend bodemonderzoek niet noodzakelijk geacht.

De Milieudienst Noord-West Utrecht heeft bij de beoordeling van het bodemonderzoek aangegeven dat de voormalige sloot op de locatie niet is beschouwd als verdachte deellocatie. Bekend is dat in het verleden sloten zijn gedempt met bodemvreemd materiaal, zoals puin en huishoudelijk afval. Uit informatie van de gemeente blijkt echter dat de voormalige sloot met zand is gedempt, zodat er geen bodemverontreiniging verwacht wordt.

Conclusie

Het aspect bodem staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.